Skil 1360 Original Instructions Manual page 38

hout onder de boorkop te plaatsen en met een hamer
of rubberen hamer op het houten blok te tikken
! om schade aan de boorkop te voorkomen, dient
u ervoor te zorgen dat de klembekken van de
boorkop volledig zijn verzonken. Gebruik niet
rechtstreeks een metalen hamer om de boorkop in
de spindel te drijven
2. Verwijderen i:
- laat de boorkop G zakken naar de laagste positie
- plaats twee wiggen (niet meegeleverd) tussen de
boorkop G en de schouder van de spindel en oefen
druk uit zoals de pijlen in 18 aangeven. De druk moet
geleidelijk en symmetrisch worden verhoogd
! om mogelijke schade te voorkomen, moet u erop
voorbereid zijn om de boorkop op te vangen als
deze valt
• Montagegereedschap op werkoppervlak
Als de kolomboormachine op een vaste locatie
moet worden gebruikt, bevestig hem dan op een
werkbank of een ander stabiel oppervlak. o Als de
kolomboormachine als draagbaar gereedschap moet
worden gebruikt, moet u deze permanent op een
montageplaat bevestigen die gemakkelijk op een
werkbank of een ander stabiel oppervlak kan worden
geklemd.
p De montageplaat moet groot genoeg zijn om kantelen
te voorkomen terwijl de kolomboormachine in gebruik is.
Elk multiplex of spaanplaat van goede kwaliteit met een
dikte van 19 mm wordt aanbevolen.
- markeer gaten op het oppervlak waar de
kolomboormachine moet worden gemonteerd met
behulp van de gaten in de kolomboorbasis als sjabloon
voor het gatenpatroon
- boor gaten door het montageoppervlak
- plaats de kolomboormachine op het montageoppervlak
en lijn de gaten in de basis uit met de gaten die in het
montageoppervlak zijn geboord
- steek de bouten (niet meegeleverd) erin en draai ze
stevig vast met borgringen en zeskantmoeren (niet
meegeleverd)
Als er lagbouten worden gebruikt, zorg er dan voor dat ze
lang genoeg zijn om door de gaten in de kolomboorbasis
en het materiaal waarop de kolomboormachine wordt
gemonteerd te gaan. Als machinebouten worden
gebruikt, zorg er dan voor dat de bouten lang genoeg zijn
om door de gaten in de kolomboormachine te gaan, het
materiaal waarop wordt gemonteerd en de borgringen en
zeskantmoeren.
! alle bouten moeten van bovenaf worden
ingebracht. Installeer de borgringen en
zeskantmoeren vanaf de onderkant van de
werkbank.
Zodra de kolomboormachine stevig op een stevig
oppervlak is gemonteerd:
- controleer op trillingen wanneer de motor is
ingeschakeld
- pas het bevestigingsmateriaal aan en draai het indien
nodig weer vast
- controleer de tafelconstructie om een soepele
beweging op en neer langs de kolom te waarborgen
- controleer of de spindel soepel beweegt
Snelheid en riemplaatsing wijzigen
•
De spindelsnelheid wordt bepaald door de positie van
de riem op de riemschijf binnenin de gemonteerde kop.
De snelheidskaart a die zich op het afdekking in de
gemonteerde kop bevindt, toont de aanbevolen snelheid
en riemschijfconfiguratie voor elke booroperatie.
Om de riemschijfconfiguratie te wijzigen: s
- open de afdekking van de riemschijfbehuizing A
- draai de spanningsvergrendelingsknop S los
- trek de motor AR zo dicht mogelijk bij de kolomboorkop
- verwijder de riem AS
herpositioneer de riem volgens de snelheidstabel a
- draai de spanningsvergrendelingsknop S weer vast
• Spindel snelheden
De spindelsnelheidstabel bevindt zich in de afdekking
van de riemschijfbehuizing. Zie a.
• De riemschijven uitlijnen
controleer de uitlijning van de riemschijven met een
richtliniaal (niet inbegrepen) d
als de riemschjiven NIET zijn uitgelijnd, draait u de
spanningsvergrendelingsknop van de riem S los om de
riemspanning te ontspannen f
- draai de twee motorbevestigingsmoeren AT los en
breng de motor AR omlaag of omhoog totdat de
riemschijven zijn uitgelijnd
! het hoogteverschil tussen de twee riemschijven
mag niet groter zijn dan 1,6 mm. d
- draai de moeren van de motorbevestiging AT vast om
de positie te behouden f
- vergrendel de motor AR voor de juiste riemspanning en
draai de spanningsvergrendelingsknop vast
! gebruik de kolomboormachine nooit als de
afdekking van de riemschijfbehuizing open is
• De tafel aanpassen
1. Om de tafel hoger of lager te zetten: g
- draai de vergrendelingshendel K van de tafelsteun los
en draai de slinger U totdat de tafel X op de gewenste
hoogte staat
- draai de vergrendelingshendel vast voordat u gaat
boren
2. Om de tafel te draaien:
- draai de extra slothendel K van de tafelsteun los en
draai de tafel U rond de kolom naar de gewenste
positie
- draai de vergrendelingshendel K vast voordat u gaat
boren
3. Om de tafel te kantelen: h
De tafelsteun heeft een voorgeboord gat met een
borgpen BE ingebracht om de tafel in een voorgeboorde
0° afschuinhoek te vergrendelen.
- draai de moer op de borgpen BE vast om de pen los te
maken van de tafelsteun. Deze pen is nodig wanneer
u de tafel terugzet in de 0 graden-instelling van de
tafelsteun.
- maak de afschuin-borgpen AU los
! om letsel te voorkomen, moet u ervoor zorgen
dat u de tafel X en de tafelarmmontage vasthoudt,
zodat deze niet kan draaien of kantelen.
- kantel de tafel en lijn de gewenste hoekmeting uit met
de nullijn tegenover de schaal L
- maak de afschuin-borgpen AU vast
- om de tafel in zijn oorspronkelijke positie terug te
brengen, draait u de afschuin-borgpen AU los. Zet de
tafel X terug in de 0°-positie.
- breng de moer weer op de borgpen aan, naar het
buitenste uiteinde van de schroefdraad. Tik voorzichtig
38