Sabo 43-VARIO E Operator's Manual page 60

Hide thumbs Also See for 43-VARIO E:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 39
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de verbrandingsmotor draait het mes en is een windgeluid hoorbaar.
De nalooptijd komt overeen met de duur van het windgeluid na het afzetten van de
verbrandingsmotor, en deze kan met een stopwatch worden gemeten.
Veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet gemanipuleerd of
gedeactiveerd worden!
Erop letten dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Accu laden
Voor alle veiligheidsmaatregelen met betrekking tot hantering,
opslag, opberging, transport, verwijdering van de lithium-ionbatterij,
eerstehulpmaatregelen en maatregelen voor brandbestrijding, vindt u
in het "productveiligheidsinformatieblad" op www.sabo-online.com in
de gebruiksaanwijzingen.
Informatie-telefoonnummer voor lithium-ionbatterijen
+49 (0) 2261 704-0
Wanneer wordt de accu geladen
Voor de eerste keer
De lithium-ion accu werd vóór de levering gedeeltelijk geladen. Om de lading te
behouden en schade tijdens de opslag te vermijden werd de accu
geprogrammeerd op een „Slaapmodus".
Om de accu op te wekken is een eerste snellading van ca. 10 seconden vereist.
Wij bevelen aan om de accu in het laadapparaat te laten, tot hij volledig is geladen.
Om de accu te laden zie hoofdstuk „Hoe wordt de accu geladen,
Afbeelding W1 + T4 ".
Indien nodig
Ter controle van de beschikbare lading de indicatieknop van de accustand
indrukken (zie hoofdstuk „Indicatie van de accustand, Afbeelding U4 ") en de accu
dienovereenkomstig laden.
Hoe wordt de accu geladen (Afbeelding W1 + T4 )
Gebruik het meegeleverde oplaadapparaat alleen voor de accu die bij
de grasmaaier hoort. Probeer eveneens nooit om uw accu op te laden
met een ander laadapparaat. U zou uzelf in gevaar kunnen brengen of
uw apparaat kunnen beschadigen.
Verkeerd gebruik van accu en laadapparaat kan een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Om veiligheidsredenen en om schade aan het laadapparaat en de
accu te vermijden mag het laadapparaat alleen binnen in een gebouw
en in droge ruimtes worden gebruikt. Accu resp. laadapparaat niet
blootstellen aan regen of vocht.
De accu mag niet onder direct zonlicht worden geladen.
Bij het eraf nemen van het laadapparaat niet aan de kabel trekken,
maar aan de stekker, omdat anders stekker of kabel zouden kunnen
worden beschadigd.
Voor zover niet absoluut nodig, mag er geen verlengkabel worden
gebruikt. Bij gebruik van een ongeschikte verlengkabel kan brand en
het gevaar van een elektrische schok ontstaan. Wanneer een
verlengkabel moet worden gebruikt, dan moet men letten op het
volgende:
Aantal, grootte en vorm van de contacten aan de stekker van de
verlengkabel moeten overeenkomen met de stekker van het
laadapparaat.
De verlengkabel moet in een goede toestand zijn en volgens de
voorschriften worden aangesloten.
Voor het nominale AC vermogen van het laadapparaat moet de
dikte van de draad minstens 16 AWG bedragen (1,3 mm
Het laadapparaat mag niet worden ingezet, als de stekker of de kabel
beschadigd zijn. De verbindingskabel kan niet worden vervangen. Als
de kabel beschadigd is, dan moet het laadapparaat meteen worden
vervangen (bestel-nr. laadapparaat zie Originele onderdelen en
toebehoren).
Het laadapparaat niet gebruiken als het is blootgesteld aan een sterke
schok, is gevallen of op een andere manier beschadigd is geraakt.
Wanneer het laadapparaat is beschadigd, dan moet het worden
vervangen. Het kan niet worden gerepareerd.
Het laadapparaat niet uiteenhalen en niet proberen om het te
repareren.
Om het gevaar van een elektrische schok te vermijden moet men
erop letten dat er geen water in de stekker belandt. Vóór de reiniging
de stekker van het laadapparaat uit de contactdoos trekken.
Het apparaat niet kortsluiten. Nooit voorwerpen in de contacten van
de accu steken.
Het laadapparaat isoleren en bewaren op een koele, droge plaats, als
het niet wordt gebruikt. In vochtige omgevingen kan corrosie van
klemmen en elektrische contacten ontstaan.
Het laadapparaat mag niet door personen (inclusief kinderen) met
beperkte lichamelijke of mentale waarneming worden gebruikt, indien
deze niet door een persoon zijn onderricht, die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid bij de hantering van het apparaat.
Kinderen moeten onder toezicht staan, opdat ze niet met het
laadapparaat kunnen spelen.
Het laadapparaat in een contactdoos met 230V steken.
De accu (1) in het laadapparaat (2) schuiven W1 .
Wanneer de rode laadcontrolelamp (3) niet oplicht T4 , de accu eruit nemen en
opnieuw erin zetten. Erop letten dat de accu vast in het laadapparaat zit.
De rode controlelamp (3) geeft aan, dat de accu normaal wordt geladen.
De groene controlelamp (4) geeft aan, dat de accu volledig is geladen T4 .
De knipperende rode controlelamp geeft aan, dat de accu ofwel te heet of te
koud is en niet kan worden geladen.
De accu aangesloten laten. Wanneer de normale bedrijfstemperatuur wordt
bereikt, dan begint het oplaadproces automatisch.
Voor de normale bedrijfstemperatuur zie hoofdstuk „Gegevensblad over de
productveiligheid: Hantering en opslag"
Knipperende rode/groene controlelampen geven aan, dat de accu niet kan
worden geladen en moet worden vervangen.
Uit de „Slaapmodus" wekt de accu binnen ca. 10 seconden op, wanneer hij zich in
het aangesloten laadapparaat bevindt.
Een volledig ontladen accu heeft ca. 1 uur nodig om volledig te worden geladen.
Snellading
De snellaadfunctie maakt mogelijk:
door een lading van 10 seconden: het opwekken van de accu uit de
„Slaapmodus"
door een lading van 10 minuten: meer dan 10 startprocessen
door een lading van 60 minuten: meer dan 50 startprocessen met een
volledig geladen accu
De accu blijft volledig geladen, wanneer hij in het laadbedrijf blijft.
Wanneer de groene controlelamp (4) aangeeft dat de accu volledig is geladen, dan
kan hij uit het laadapparaat worden genomen.
Ter controle van de beschikbare lading de knop voor de indicatie van de
accutoestand indrukken (zie hoofdstuk „Indicatie van de accustand").
De netstekker van het laadapparaat uit de contactdoos trekken, als hij niet meer
nodig is.
Om een onbevoegd gebruik van de maaier vooral door kinderen te verhinderen
trekt u de contactsleutel uit:
wanneer u de machine verlaat,
wanneer u de grasmaaier afzet tot aan het volgende maaiproces,
vóór opslag van de maaier voor de winterpauze.
Sla de accu in een droge, koele en vorstvrije ruimte op.
Indicatie van de accustand (Afbeelding U4 )
Ter controle van de beschikbare lading de knop voor de indicatie van de accustand (6)
indrukken.
De indicatielampen geven de ongeveer resterende lading van de accu aan:
vier lampen – 78% tot 100%
drie lampen – 55% tot 77%
).
2
twee lampen – 33% tot 54%
één lamp – 10% tot 32%
knipperende lamp – minder dan 10%
Olie bijvullen (Afbeelding Y1 )
BELANGRIJK
Schade vermijden! De motor wordt zonder olie geleverd. De motor moet voor het
starten met olie worden gevuld.
8
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

47-vario eSau16198Sau16759

Table of Contents