Vent-Axia Multihome Basic NL Installation And Wiring Instructions page 55

ONDERHOUD EN REPARATIES
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN BIJHORENDE
REGELAPPARATUUR MOETEN TIJDENS ONDERHOUD VAN DE
VOEDING WORDEN GESCHEIDEN.
12. Gezien de complexiteit van het geheel kunnen defecte onderdelen niet apart worden vervangen.
Enkel het volledige slakkenhuis kan worden vervangen.
13. Koppel de unit los van de stroomvoorziening en verwijder de voedings- en signaalkabels. Druk de
lipjes met een munt of een soortgelijk voorwerp in om het voorpaneel te kunnen verwijderen en het
slakkenhuis te demonteren.
14. Verwijder het slakkenhuis door de twee schroeven los te draaien en de klemmen in de twee hoeken
los te maken. Til het slakkenhuis vervolgens uit de behuizing.
15. De ventilator beschikt over levenslang gesmeerde lagers.
16. Controleer bij de herinstallatie of alle bevestigingen goed en stevig zijn.
STORINGSCODES
Op het HMI-display wordt een foutmelding weergegeven als het toestel een storing vaststelt:
Storingscode Omschrijving
Storing regeling – Controle bij
F01
opstart unit mislukt
Storing motor – Geen toerental
F02
Storing temperatuur-
/vochtsensor – geen meting–
F03
interne sensor
Storing CO
F04
meting – interne sensor
De temperatuur- of vochtsensor
via de RF868/RS485
F05
aangesloten, is offline/wordt
niet gevonden
De CO
F06 RF868/RS485 aangesloten, is
offline/wordt niet gevonden
Neem contact op met uw technische dienst als de storing niet kan worden verholpen. Zie de laatste pagina van deze
handleiding voor de gegevens.
ONDERDELEN EN ACCESSOIRES
Neem contact op met uw verdeler voor onderdelen en accessoires, zie de informatie op de laatste pagina
van deze handleiding.
-sensor – geen
2
-sensor via de
2
Schakel de ventilator uit en weer aan.
Controleer of de waaier ongehinderd kan draaien.
Controleer de interne bedrading van de motor.
Neem contact op met de technische dienst.
Controleer de interne bedrading naar de sensor
Controleer of de sensor is ingeschakeld.
Koppel de sensor opnieuw met de unit, zie pagina 10.
Controleer of de sensor is ingeschakeld.
Koppel de sensor opnieuw met de unit, zie pagina 10.
55