Skil 1340 Original Instructions Manual page 42

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR TAFELZAGEN
WAARSCHUWINGEN MET BETREKKING TOT
AFSCHERMING
Houd de beschermkappen op hun plaats. De
beschermkappen moeten goed werken en moeten
correct gemonteerd zijn. Een beschermkap die los zit,
beschadigd is of niet goed functioneert, moet worden
gerepareerd of vervangen.
Gebruik altijd de zaagbladafschermkap en
spouwmes voor iedere handeling waarbij het
werkstuk volledig wordt doorgezaagd. Voor
handelingen waarbij het zaagblad volledig door de dikte
van het werkstuk zaagt, helpen de beschermkap en
andere veiligheidsinrichtingen om het risico op letsel te
verlagen.
Breng het beschermsysteem direct weer aan na
afloop van iedere handeling (zoals het schaven van
sponningen) waarbij beschermkap en spouwmes
moeten worden verwijderd. Beschermkap en
spouwmes helpen het risico op letsel te verminderen.
Controleer, voordat de schakelaar wordt bediend,
dat het zaagblad niet in aanraking komt met de
beschermkap, het spouwmes of het werkstuk.
Onbedoeld contact van deze onderdelen met het
zaagblad kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
Pas het spouwmes aan zoals beschreven in deze
handleiding. Onjuiste afstand, positionering en uitlijning
kan het spouwmes ineffectief maken wat betreft het
verlagen van de kans op terugslag.
Om te kunnen werken moet het spouwmes in het
werkstuk ingrijpen. Het spouwmes is ineffectief bij het
zagen van werkstukken die zo kort zijn dat het spouwmes
er niet in kan grijpen. Onder dergelijke omstandigheden
kan het spouwmes geen terugslag voorkomen.
Gebruik het juiste zaagblad voor het spouwmes.
Voor een goed functioneren van het spouwmes, moet de
diameter van het zaagblad overeenstemmen met het van
toepassing zijnde spouwmes en moet het lichaam van
het zaagblad dunner zijn dan de dikte van het spouwmes
en moet de zaagbreedte van het zaagblad breder zijn
dan de dikte van het spouwmes.
WAARSCHUWINGEN MBT ZAAGPROCEDURES
GEVAAR: Plaats nooit uw vingers of handen in de
-
buurt of in het verlengde van het zaagblad. Door een
moment van onoplettendheid of doordat u uitglijdt kan
uw hand naar het zaagblad gaan met ernstig persoonlijk
letsel als gevolg.
Voer het werkstuk uitsluitend tegen de draairichting
in naar het zaagblad of het mes. Als u het werkstuk in
dezelfde richting aanvoert als waarin het zaagblad boven
de tafel draait, kan het zijn dat het werkstuk en uw hand
naar het zaagblad worden getrokken.
Maak nooit gebruik van de verstekmeter om het
werkstuk toe te voeren bij het schulpen en gebruik
de breedtegeleider niet als lengte-aanslag bij het
afkorten met de verstekmeter. Het geleiden van
het werkstuk met de breedtegeleider en verstekmeter
tegelijkertijd verhoogt de kans op verklemmen van het
zaagblad en terugslag.
Breng bij het schulpen altijd de toevoerkracht
voor het werkstuk aan tussen de geleider en het
zaagblad. Gebruik een duwstok wanneer de afstand
tussen de geleider en het zaagblad minder is dan
150 mm, en gebruik een duwblok wanneer deze
afstand minder is dan 50 mm. Hulpinrichtingen zorgen
ervoor dat uw hand op een veilige afstand blijft van het
zaagblad.
Maak uitsluitend gebruik van de duwstok die door
de fabrikant is geleverd of gemaakt is volgens de
instructies. Deze duwstok zorgt voor voldoende afstand
tussen de hand en het zaagblad.
Maak nooit gebruik van een beschadigde of
doorgezaagde duwstok. Een beschadigde duwstok
kan breken waardoor uw hand tegen het zaagblad schiet.
Voer geen enkele handeling uit "met de losse hand".
Maak altijd gebruik van de breedtegeleider of de
verstekmeter om het werkstuk te positioneren en te
geleiden. "Met de losse hand" betekent dat u uw handen
gebruikt om het werkstuk te ondersteunen of te geleiden,
in plaats van een breedtegeleider of verstekmeter.
Zagen met de losse hand leidt tot verkeerde uitlijning,
verklemming en terugslag.
Reik nooit om of over een draaiend zaagblad. Het
reiken naar een werkstuk kan leiden tot onbedoeld
contact met het bewegende zaagblad.
Zorg voor extra werkstukondersteuning aan de
achterkant en/of zijkanten van de zaagtafel voor
lange en/of brede werkstukken, om ze vlak te
houden. Een lang en/of breed werkstuk heeft de neiging
te kantelen op de rand van de tafel, waardoor u controle
verliest, het zaagblad verklemt en er sprake kan zijn van
terugslag.
Voer het werkstuk in een gelijkmatige snelheid toe.
Buig of verdraai het werkstuk niet. Als hij klem komt
te zitten, zet de machine direct uit, haal de stekker
uit het stopcontact en verhelp de verklemming. Het
verklemmen van het zaagblad door het werkstuk kan
leiden tot terugslag en afslaan van de motor.
Verwijder geen afgezaagde stukken materiaal
terwijl de zaag loopt. Het materiaal kan vast komen te
zitten tussen het zaagblad en de geleider of tussen het
zaagblad en de beschermkap, waardoor uw vingers naar
het zaagblad worden getrokken. Zet de zaag uit en wacht
tot het zaagblad stopt voordat u materiaal verwijdert.
Gebruik een hulpgeleider in contact met het
tafelblad wanneer u werkstukken schulpt die minder
dan 2 mm dik zijn. Een dun werkstuk kan vast komen
te zitten onder de breedtegeleider en zorgen voor een
terugslag.
TERUGSLAG - OORZAKEN EN BIJBEHORENDE
WAARSCHUWINGEN
Terugslag is een plotseling reactie van het werkstuk door
een vastgehaakt, vastzittend zaagblad of een verkeerd
uitgelijnde zaaglijn in het werkstuk in relatie tot het zaagblad,
of wanneer een deel van het werkstuk verklemt tussen het
zaagblad en de breedtegeleider of een ander vast object.
Meestal tijdens terugslag, komt het werkstuk omhoog van de
tafel door het achterste deel van het zaagblad en wordt het
weggeschoten naar de gebruiker.
Terugslag is het resultaat van verkeerd gebruik van de zaag
en/of onjuiste werkprocedures of -omstandigheden en kan
voorkomen worden door de juiste voorzorgsmaatregelen in
acht te nemen, zoals hieronder aangegeven.
Ga nooit direct in het verlengde van het zaagblad
staan. Positioneer uw lichaam altijd aan dezelfde
kant van het zaagblad als de geleider. Door terugslag
kan het werkstuk met hoge snelheid worden geworpen
naar iemand die vóór of in het verlengde van het
zaagblad staat.
42

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents