09_Training; 10_Afstellen Van De Bedieningshendel; 11_De Fiets Verwijderen; 12_Waarschuwingen - eLine POWER MAG SMART B+ Instructions Manual

NL
• Elk extern apparaat/app heeft verschillende procedures
om de sensoren te zoeken, raadpleeg voor meer informatie
de gebruiksaanwijzing van het apparaat/de app.
• De wijze waarop de gegevens verzonden worden varieert
een beetje afhankelijk van het protocol dat wordt gebruikt; in
ieder geval begint de rollertrainer de gegevens te verzenden
vanaf het moment dat de gebruiker begint te fietsen en blijft
vervolgens doorgaan met verzenden.
• Twee minuten nadat de gebruiker stopt met fietsen gaat
de sensor in stand-by staan (stroomspaarstand) en dan
houdt de eenheid op met het verzenden van de gegevens.
Om de sensor uit de stand-by fase te laten gaan hoeft de
gebruiker slechts weer te beginnen te fietsen.
Op die manier zal de sensor weer beginnen met het
verzenden van de gegevens.
begonnen worden met fietsen voordat de verbinding met
apps of andere randapparaten wordt gemaakt.
NB: Om de gegevens van de snelheid en/of de cadans met
een ANT+™ fietscomputer / navigator te laten weergeven
moet het randapparaat compatibel zijn met het "ANT+™
Snelheid & Cadans" protocol. Om het gegeven van de kracht
te laten weergeven moet de fietscomputer /navigator
compatibel zijn met het "ANT+™ Kracht" protocol.
De volledige lijst van de randapparaten die compatibel zijn
met één of beide protocollen is beschikbaar op de ANT+™
site:
http://www.thisisant.com/directory
Bezoek voor meer informatie de site van ELITE en de
betreffende pagina met FAQ.

09_TRAINING

Er wordt geadviseerd om de Power Mag Smart B+ met de
My E-Training app van ELITE te gebruiken die ontwikkeld is
voor smartphones en tablets, maar het gebruik met andere
apps die compatibel zijn met het ANT+™ en/of Bluetooth
Smart protocol is ook mogelijk. Verder zijn er veel
fietscomputers / navigators van de laatste generatie die
compatibel zijn met het ANT+™ protocol en die de door de
Power Mag Smart B+ gestuurde gegevens dus kunnen
weergeven zonder dat er een applicatie gebruikt hoeft te
worden.
Om de snelheid om de juiste manier te berekenen
moet de waarde van de wielomtrek op het randapparaat
ingesteld worden.
De in te stellen omtrek is die van de rol van de
weerstandeenheid (94 mm).
Indien men My E-Training gebruikt, voert wanneer eenmaal
de correcte rol ingesteld is, de app My E-Training
automatisch de correcte omtrekswaarde in.
Indien er een andere app of randapparatuur gebruikt wordt,
dan is de waarde van de in te stellen omtrek 94 mm
NB:
40
- Een verkeerde instelling van de rollertrainer leidt
tot onjuiste krachtgegevens.
- Een paar minuten na niet-gebruik gaat de sensor
uit om de batterij te sparen. Om het sturen van de gegevens
weer te activeren moet u beginnen te fietsen.
- De cadans die door de trainer wordt gestuurd is
het resultaat van een berekening en hiervoor moet
de ketting strak staan om de juiste berekening te
kunnen maken. Daarom kan het gebeuren dat de
waarde in bijzondere omstandigheden (bijv. lage
versnelling) niet nauwkeurig is.
- De rollertrainer kan de gegevens zowel via het
Bluetooth Smart protocol als het ANT+™ protocol sturen
maar het is niet mogelijk om beide protocollen gelijktijdig te
Daarom moet er eerst gebruiken.
- Als het ANT+™ protocol wordt gebruikt kunnen
de trainingsgegevens (snelheid, cadans en kracht)
op meerdere randapparaten weergegeven worden terwijl als
het Bluetooth Smart protocol wordt gebruikt de
trainingsgegevens alleen op één randaparaat tegelijk
weergegeven kunnen worden.

10_AFSTELLEN VAN DE BEDIENINGSHENDEL

Als er tijdens het gebruik abnormale krachtwaarden worden
waargenomen, die gekoppeld zijn aan het gebrek van
synchronisatie tussen de krachtwaarden en de stand van de
keuzeschakelaar, wordt geadviseerd om de volgende
afstelling op de elektronische kaart uit te voeren:
• Maak het batterijvak open (afb. 1).
• Zet de hendel op de stand van de minimum weerstand
(niveau 1).
• Druk één keer gedurende "5" seconden op de toets op
de elektronische kaart (afb. 25) totdat de led 3 keer knippert.
• Begin te fietsen op een hogere snelheid dan 10 km/u en
verander om de 5 seconden van niveau totdat u de hoogste
weerstand (8) heeft bereikt. • Blijf nog 5 seconden op de
hoogste weerstand (8) doorfietsenbevestiging.
NB: Tijdens het fietsen mag er niet van versnelling veranderd
worden.
NB: Na het laagste weerstandsniveau (1) is het mogelijk om
snelheid te minderen.
• Als de procedure op de juiste manier verlopen is, blijft de
led 20 seconden constant branden; anders, d.w.z. als de
procedure niet op de juiste manier verlopen is, gaat de led
na 120 seconden (max. tijd voor de afstelling) 20 seconden
knipperen.
• Doe het batterijvak (afb. 3) weer dicht.

11_DE FIETS VERWIJDEREN

• Haal de regelknop van het stuur.

12_WAARSCHUWINGEN