AL-KO BKS 35 Instructions For Use Manual page 33

BKS 35 / 40 II
Luchtfilter
Reinig het luchtfilter regelmatig. Vervang een
beschadigd luchtfilter.
1. Demonteer de afdekking van het luchtfilter. Draai
daarvoor de bout los en verwijder de afdekking (S).
2. Trek het schuimstoffilter (T) en naar boven uit
en spoel deze in een warme zeepoplossing uit.
Alleen terugplaatsen in droge toestand.
3. De afdekking van het luchtfilter terug monteren.
Bougie vervangen
1. Verwijder luchtfilterafdekking (S).
2. Trek de bougiedop van de bougie (U/1).
3. Demonteer de bougie (U/2) met een steeksleutel.
4. Controleer elektrodeafstand.
Correcte afstand: E = 0,635 mm.
5. Schroef een nieuwe originele bougie in.
Brandstoffilter
Vervang na ca. 20 bedrijfsuren het brandstoffilter.
In de tank (V) bevinden zich twee slangen:
Korte slang naar primer (zonder filter)
„
Lange brandstofslang naar carburateur (met filter)
„
1. Brandstoftank legen.
2. Trek brandstoffilter met een draadhaak door
de vulopening (V) uit de tank en vervang het
brandstoffilter.
3. Steek de brandstofslang in de onderste hoek van
de tank.
4. Brandstof vullen.
Carburateur
De carburateur is vanuit de fabriek ingesteld voor
optimale motorprestaties.
Laat het eventueel nastellen alleen uitvoeren in een
servicewerkplaats.
470 009_d
Uitlaatdemper
De uitlaatdemper
vonkbeschermingsrooster. Deze moet regelmatig
gereinigd resp. vervangen
motorprestaties te behouden.
Let op!
Uitlaatgassen kunnen
brandgevaar!
Vervang beschadigd vonkbeschermingsrooster.
1. Draai de moeren van de uitlaatdemper en
aanslagklauw los (W/1). Verwijder uitlaatdemper.
2. Verwijder de bouten uit de afdekking. Trek de
uitlaatdemper uit elkaar.
3. Reinig of vervang het vonkbeschermingsrooster
(W/2).
4. Het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Opslag van de motorkettingzaag
Voer bij werkonderbrekingen die langer dan 30 dagen
duren, de volgende werkzaamheden uit aan uw
motorkettingzaag:
1. Leeg de olietank.
2. Vullen met een klein beetje motorolie.
3. Laat de motorkettingzaag daarmee enige tijd
draaien, om olieleidingen en oliepompen door te
spoelen.
4. Brandstoftank ledigen.
5. Start de motor en laat deze draaien, tot deze
door brandstoftekort afslaat.
6. Verwijder zaagketting en geleiderail, deze
reinigen en met roestwerende olie inspuiten.
7. Reinig de motorkettingzaag grondig en bewaar
deze in een droge ruimte.
Bij het in gebruik nemen weer vullen met
zaagkettingolie.
is uitgerust met
worden, om
vonken bevatten
NL
een
de
-
33