Nakayama EC2345 Translation Of The Original Instructions page 58

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 19
4.1 Montage van zwaard en zaagketting
• Pak alle onderdelen zorgvuldig uit en controleer
deze op volledigheid (fig. 2).
• Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking
losdraaien (fig. 3).
• Kettingwielafdekking wegnemen (fig. 4).
• Ketting, zoals in de figuur voorgesteld, de
omlopende groef van het zwaard in leggen (fig.
5a).
• Zwaard en ketting, zoals in de figuur getoond,
de opname van de kettingzaag in leggen.
Daarbij de ketting rond het rondsel (fig. 5b)
leiden.
• Kettingwielafdekking aanbrengen en
bevestigen d.m.v. de bevestigingsschroef (fig.
6a+6b).
Let op! Bevestigingsschroef pas na het afstellen
van de kettingspanning definitief
vastschroeven.
4.2 Spannen van de zaagketting
Let op! Voor controles en afstelwerkzaamheden
altijd de netstekker uit het stopcontact
verwijderen.
Draag altijd veiligheidshandschoenen als
uwerkzaamheden op de kettingzaag verricht om
letsel te voorkomen.
• Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking
met enkele slagen losdraaien (fig. 3).
• Kettingspanning afstellen m.b.v. de
kettingspanschroef (fig. 7). Door draaien met de
wijzers van de klok mee (naar rechts) verhoogt u
de kettingspanning, door draaien tegen de
richting van de wijzers van de klok in (naar links)
verlaagt u de kettingspanning. De zaagketting is
correct gespannen als ze in het midden van het
zwaard ca. 3 tot 4 mm kan worden opgeheven
(fig. 8).
• Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking
vastdraaien (fig. 6b).
Let op! Alle kettingschakels moeten naar
behoren in de geleidegroef van het zwaard
liggen.
58
Aanwijzing omtrent het spannen van de
ketting:
De zaagketting dient omwille van de
bedrijfszekerheid en veiligheid altijd correct
te zijn gespannen. De zaagketting is optimaal
gespannen als ze in het midden van het
zwaard ca. 3 tot 4 mm kan worden opgeheven.
Aangezien de zaagketting bij het zagen warm
wordt en bijgevolg van lengte verandert, dient
u de kettingspanning om de 10 minuten te
controleren en, indien nodig, bij te regelen.
Dit geldt vooral voor nieuwe zaagkettingen.
Ontspan de zaagketting aan het einde van het
werk omdat de ketting bij het afkoelen korter
wordt. Daardoor voorkomt u dat schade aan de
ketting wordt
berokkend.
4.3 Smering van de zaagketting
Let op! Voor controles en afstelwerkzaamheden
altijd de netstekker uit het stopcontact
verwijderen.
Draag altijd veiligheidshandschoenen als u
werkzaamheden op de kettingzaag verricht om
letsel te voorkomen.
Let op! Stel de ketting nooit zonder
zaagkettingolie in werking! Het gebruik van de
zaagketting zonder zaagkettingolie of bij een
oliepeil beneden het minimummerk (fig. 9) heeft
een beschadiging van de kettingzaag tot gevolg!
Let op! Hou rekening met de
temperatuuromstandigheden: verschillende
omgevingstemperaturen eisen smeermiddelen
van zeer verschillende viscositeit. Bij lage
temperaturen hebt u dunvloeibare oliën (lage
viscositeit) nodig om een voldoende smeerfilm
te doen ontstaan. Als u dezelfde olie in de zomer
gebruikt, zou de olie alleen door de hogere
temperaturen nog meer vloeibaar worden
gemaakt. Een onderbreking van de smeerfilm
zou het gevolg kunnen zijn, de ketting zou
kunnen worden oververhit en zou kunnen
worden beschadigd. Bovendien zou de smeerolie
verbranden, waardoor het milieu onnodig met
schadelijke stoffen zou worden belast.

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

010715

Table of Contents