AMBROGIO BASIC User Manual page 248

E F
C
D
B M G H
A
NL
L
Storing Oorzaken
Maaimes met aanslag
en/of restanten
Maaimes versleten
Werkgebied te groot ten
Het werkgebied opzichte van de werkelij-
wordt niet volledig ke capaciteit van de ro-
gemaaid bot.
De accu's zijn bijna aan
het einde van hun levens-
duur.
De accu's zijn niet volle-
dig opgeladen.
Onderbreking van de
stroom naar de zender
De robot is ge-
stopt terwijl de led
(F) (rood) en de led Voeding overbelast
(H) (geel) knippe-
ren.
Het aandrijfsysteem van
de wielen is niet in orde
Maaimes beschadigd
Maaimes vastgelopen
door restanten (linten,
koorden, stukjes plastic
De robot is ge- enz.).
stopt terwijl de led
(F) (rood) knippert
De robot is gestart terwijl
en de led (G)
er hindernissen te dicht
(blauw) aan is.
bij zijn (minder dan m af-
Storing motor
stand) of onverwachte
mes
hindernissen (gevallen
takken, achtergelaten
voorwerpen enz.).
Elektrische motor defect
Het aandrijfsysteem van
de wielen is niet in orde
De robot is ge-
stopt terwijl de led Terrein ongelijk of met
(F) (rood) en de led hindernissen die de be-
(G) knipperen. weging belemmeren
Storing motoren
wielen
Één of beide motoren die
het aandrijfsysteem van de
wielen aandrijven defect.
Oplossingen
Maak het maaimes schoon
Vervang het mes door een
origineel onderdeel.
Pas het werkgebied aan (zie
"Technische gegevens")
Vervang de accu's door origi-
nele onderdelen.
Laad de accu's minimaal 12
uur lang op
Start de robot weer
Pas geschikte oplossingen
toe om de temperatuur van
de voeding te verlagen (venti-
leren of de installatieplaats ve-
randeren enz.).
Controleer de kettingspanning
en stel deze indien nodig af.
Vervang het mes door een
origineel onderdeel.
Maak het mes schoon.
Gebruik beschermende han-
dschoenen om het gevaar
dat u zich in uw handen
snijdt te vermijden.
Breng de robot in een veilige
toestand tot stilstand (zie "De
robot in een veilige toestand
stoppen").
Verwijder de hindernissen en
start de robot weer (zie
"Handmatig starten en stop-
pen van de robot")
Laat de motor door het dichtst-
bijzijnde erkende servicecen-
trum repareren of vervangen.
Controleer de kettingspanning
en stel deze indien nodig af.
Controleer of het te maaien
gazon gelijkmatig en vrij is van
kuilen, stenen of andere hin-
dernissen. Als dit niet zo is
dan moet het gazon eerst vrij-
gemaakt worden.
Laat de motor door het dichtst-
bijzijnde erkende servicecen-
trum repareren of vervangen.
- 38 -
Voorzichtig
Gebruiksaanwijzingen