WAGNER ProjectPro 117 Owner's Manual page 50

Airless
Hide thumbs Also See for ProjectPro 117:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 14
PP117
A) De sleutel tot goed schilderwerk is een gelijkmatige dekking
van het volledige oppervlak. Beweeg uw arm met een
constante snelheid en houd het spuitpistool op een constante
afstand van het oppervlak. De beste spuitafstand is 25 tot 30
cm tussen het spuitmondstuk en het oppervlak.
B) Houd het spuitpistool onder een rechte hoek ten opzichte
van het oppervlak. Dit betekent dat u uw gehele arm heen en
weer moet bewegen, en niet slechts uw pols buigen.
C) Houd het spuitpistool haaks ten opzichte van het oppervlak,
anders wordt het ene uiteinde van het patroon dikker dan het
andere.
D) Trek de trekker aan nadat u bent begonnen met de
armbeweging. Laat de trekker los voordat u stopt met de
armbeweging. Het spuitpistool moet in beweging zijn op het
moment dat de trekker wordt aangetrokken of losgelaten.
Zorg bij elke slag voor een overlapping van ongeveer 30%. Dit
resulteert een gelijkmatige dekking.
i
Voer wanneer u klaar bent de
drukontlastingsprocedure uit.
Als u verwacht het spuiten langer dan een uur te
i
onderbreken, voert u de reinigingsprocedure voor
korte termijn uit die wordt beschreven in het gedeelte
Reinigen van deze handleiding.
Figuur 11 - Oefening
1. Zorg ervoor dat de verfslang vrij is van knikken en uit de buurt
van voorwerpen met scherpe randen.
2. Zet de PressureTrac™ op de laagste instelling.
3. Zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY.
4. Zet de PressureTrac™ op de hoogste instelling. De verfslang
verstijft enigszins op het moment dat materiaal erdoor begint
te stromen.
5. Ontgrendel het spuitpistool.
6. Trek de trekker aan om de lucht uit de slang te laten
ontsnappen.
7. Wanneer het materiaal het spuitmondstuk bereikt, spuit u een
teststukje om het spuitpatroon te bekijken.
8. Gebruik de laagste drukinstelling waarbij een goed
spuitpatroon wordt verkregen (A). Als de druk te hoog wordt
ingesteld, wordt het spuitpatroon te licht. Als de druk te laag
wordt ingesteld, krijgt u een ongelijkmatig spuitpatroon of
komt de verf in spatten naar buiten in plaats van in de vorm
van een fijne mist (B).
Figuur 12 - Het spuitmondstuk opstoppen
Als het spuitpatroon vervormd wordt of helemaal stopt
i
terwijl de trekker is aangetrokken, voert u de volgende
stappen uit.
Probeer het mondstok niet te ontstoppen of te
reinigen met uw vingers. De vloeistof onder hoge
druk kan uw huid doorboren.
Gevaar
1. Laat de trekker los en vergrendel het pistool. Verdraai
het draaibare mondstuk 180º zodat de pijl wijst naar de
achterkant van het pistool (zie figuur 12).
Onder druk kan het erg moeilijk zijn het
i
spuitmondstuk te draaien. Zet de knop PRIME/SPRAY
op PRIME en trek de trekker aan. Hierdoor neemt de
druk af en kan het mondstuk eenvoudiger worden
gedraaid.
2. Zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY.
3. Ontgrendel het pistool en trek de trekker aan. Richt het pistool
op een stukje afvalhout of karton. Op deze wijze kan de druk
in de spuitslang de blokkering wegblazen. Als het mondstuk
schoon is, komt het materiaal in een rechte bundel onder
hoge druk naar buiten.
4. Laat de trekker los en vergrendel het pistool. Draai het
mondstuk om zodat de pijl weer naar voren wijst. Ontgrendel
het pistool en ga verder met spuiten.
Reinigen
Als u werkt met spuitmateriaal op latexbasis, reinigt u
i
de spuit met een warm sopje. Als u werkt met
spuitmateriaal op oliebasis, gebruikt u een minerale
alcoholoplossing.
Gebruik geen minerale alcoholoplossing of
i
verfverdunner voor materialen op latexbasis. Anders
verandert het mengsel in een gelatineachtige substantie
die moeilijk te verwijderen is.
Figuur 13 - Reinigingsprocedure voor korte termijn
Voer de volgende stappen alleen uit bij gebruik van
i
materiaal op latexbasis. Als u materiaal op oliebasis
gebruikt, moet u de stappen uitvoeren uit Reinigen en
Opslag voor langere tijd.
A) Afsluiten
1. Voer de drukontlastingsprocure uit (zie figuur 5) en haal de
stekker van de spuit uit het stopcontact.
2. Giet voorzichtig 200 ml water op de verf om te voorkomen dat
de verf uitdroogt.
3. Wikkel het spuitpistool in een vochtige doek en plaats hem in
een plastic zak. Sluit de zak luchtdicht af. Plaats de spuit op een
veilige plaats uit de zon voor opslag voor kortere tijd.
B) Startup
1. Haal het pistool uit de plastic zak. Roer het water door de verf.
2. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME.
3. Sluit de spuit aan op het stopcontact.
4. Zet de schakelaar AAN (I).
5. Zet de knop PRIME/SPRAY op SPRAY. Test de spuit op een
proefstukje en begin met spuiten.
Figuur 14 - Het systeem uitspoelen
1. Vergrendel het pistool en verwijder het spuitmondstuk.
Dompel de aanzuigslang in een emmer met de aangewezen
reinigingsoplossing (a).
2. Plaats een afvalvat (b) naast het oorspronkelijke materiaalvat
(c). De vaten moeten tegen elkaar staan. Richt het spuitpistool
op de zijkant van het oorspronkelijke materiaalvat (c) en trek
de trekker aan.
3. Houd de trekker aangetrokken, zet de pomp AAN (I) en zet de
knop PRIME/SPRAY op SPRAY om het materiaal uit de slang
terug te blazen naar het oorspronkelijke vat. Houd de trekker
gedurende de volgende stappen aangetrokken.
4. Wanneer de reinigingsoplossing uit het spuitpistool komt, blijft
u de trekker aantrekken en richt u het spuitpistool op de zijkant
van het afvalvat (aard het pistool tegen een metalen vat tijdens
het uitspoelen met een ontvlambare oplossing).
5. Houd de trekker aangetrokken totdat de vloeistof die uit het pistool
komt schoon is. Het kan nodig zijn de reinigingsoplossing af te
voeren en een nieuwe aan te schaffen.
6. Zet de knop PRIME/SPRAY op PRIME en trek de trekker aan om
de druk te ontlasten.
Figuur 15 - Het spuitpistool reinigen
1. Zorg ervoor dat de pomp UIT (O) staat. Zorg ervoor dat de
knop PRIME/SPRAY op PRIME staat. Haal de spuit uit het
stopcontact.
46

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents