Key Automation KIT RAY2524EK Instructions And Warnings For Installation And Use page 116

NL
bescherming vereist is, moet het automatiseringssy-
steem worden gecombineerd met andere apparaten.
Het product mag niet worden gebruikt voordat de
"inbedrijfstelling" van het automatiseringssysteem is
uitgevoerd zoals gespecificeerd in de sectie "Testen
en inbedrijfstelling van het automatiseringssysteem".
De voedingslijn van het systeem moet een stroomon-
derbreker bevatten met een contactopening die volle-
dige ontkoppeling mogelijk maakt onder de omstandi-
gheden gespecificeerd door klasse III overspanning.
Gebruik verbindingen met IP55 of hogere bescher-
ming bij het aansluiten van slangen, buizen of wartels.
Het elektrische systeem stroomopwaarts van het au-
tomatiseringssysteem moet voldoen aan de relevante
voorschriften en volgens de normen van goed vakman-
schap zijn gebouwd.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf
8 jaar en ouder en door personen met verminderde
fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of een
gebrek aan ervaring en kennis, mits zij instructies of
toezicht hebben gekregen over het veilige gebruik
van het apparaat en de betrokken gevaren begrijpen.
Voordat het automatiseringssysteem wordt gestart,
moet worden gecontroleerd dat er zich niemand in de
directe omgeving bevindt.
Voordat reinigings- of onderhoudswerkzaamheden
aan het automatiseringssysteem worden uitgevoerd,
moet het van het elektriciteitsnet worden losgekoppeld.
Er moet speciale zorg worden besteed om beknelling
tussen het door het automatiseringssysteem bedien-
de deel en vaste onderdelen eromheen te voorkomen.
Kinderen moeten worden begeleid om ervoor
te zorgen dat ze niet met de apparatuur spelen.
De aandrijving mag niet worden gebruikt met een aan-
gedreven deel waarin een loopdeur is geïntegreerd,
tenzij de aandrijving alleen kan worden bediend wan-
neer de loopdeur zich in een veilige positie bevindt.
Installeer vaste bedieningssystemen op een hoogte
van minimaal 1,5 m en in het zicht van de poort, maar
buiten het bereik van bewegende delen.
Na de installatie moet worden gecontroleerd dat delen
van de poort niet uitsteken over openbare voetpaden
of wegen.
Wanneer het apparaat is voorzien van een aparte
stopknop, moet deze knop ondubbelzinnig identifice-
erbaar zijn. Installeer de automatisering uitsluitend op
116
poorten die op vlakke oppervlakken werken, dat wil
zeggen, niet op een hellend vlak.
Installeer uitsluitend op poorten die stevig genoeg zijn
en geschikt om de krachten van de automatisering zelf
te weerstaan.
Stel de automatisering niet bloot aan directe wa-
terstralen, zoals sproeiers of hogedrukreinigers.
Als het automatiseringssysteem meer dan 20 kg
weegt, moet het worden gehanteerd met behulp
van veilige hijsapparatuur (IEC 60335-2-103: 2015).
Voorzie in passende veiligheidsmaatregelen om te vo-
orkomen dat personen bekneld raken tussen het bewe-
gende geleide deel en omliggende vaste elementen.
Zorg ervoor dat alle beveiligings- en veiligheidsvoor-
zieningen, inclusief de handmatige ontgrendeling, cor-
rect functioneren.
Plaats de identificatieplaat van de automatisering op
een duidelijk zichtbare plek. Bewaar de handleidingen
en technische bestanden van alle apparaten die zijn
gebruikt om de automatisering te creëren.
Aan het einde van de installatie van de automatise-
ring is het raadzaam om de handleidingen met waar-
schuwingen voor de eindgebruiker te overhandigen.
AANDACHT !
Onderzoek de installatie regelmatig op one-
venwicht, waar van toepassing, en op tekenen van
slijtage of schade aan kabels, veren en bevestigin-
gen. Niet gebruiken als reparatie of afstelling no-
dig is.
AANDACHT !
Het verpakkingsmateriaal van de componenten
van het automatiseringssysteem moet worden
afgevoerd in volledige naleving van de geldende
lokale afvalverwerkingsvoorschriften.
Key Automation behoudt zich het recht voor om
deze instructies indien nodig te wijzigen; deze
en/of recentere versies zijn beschikbaar op www.
keyautomation.it.