Gewoon Onderhoud - Stiga SV 213 E Operator's Manual

Pedestrain-controlled mains-operated lawn scarifiers and aerators
Hide thumbs Also See for SV 213 E:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 43
ne los;
– hef de werkrotor aan de rechterkant op en haal hem er langs
de linkerkant uit;
– verwijder de plastic steun (4).
Om de werkrotor te hermonteren:
– bevestig de plastic steun (4) op het lager (5) aan het uiteinde
van de werkrotor;
– steek eerst het linkse uiteinde (6) van de werkrotor in de uitste-
kende as (7) en let erop dat deze correct overeenstemt met de
groeven (7a) van de as;
– steek het rechtse uiteinde met de steun (4) in de zitting, met het
vlakke deel (4b) naar buiten gericht;
– hermonteer en klem de twee schroeven (3) stevig vast.
3.2 AFSTELLING VAN DE WERKDIEPTE
Kies de werkdiepte in functie van de werkwijze en van het type
werkrotor dat gebruikt wordt, volgens de volgende basisaanwij-
zingen:
«1» = Transfer (voor de verplaatsingen van de machine, met de
werkrotor opgetild die het terrein niet aanraakt).
«2» = Met de werkrotor met veren en opvangzak, voor het har-
ken van bladeren en gras op de oppervlakte, en voor het
ventileren van het terrein, met opvang van het gemaaid
materiaal;
«2» = Met de werkrotor met stijve messen en opvangzak, voor
de oppervlakkige verticulatie van het terrein, met opvang
van het gemaaid materiaal;
«3» «4» = Met de werkrotor met stijve messen en zonder op-
vangzak, voor de min of meer diepe verticulatie van
het terrein, waarbij het gemaaid materiaal op het ter-
rein achtergelaten wordt. Bij ideale condities, is het
ook mogelijk de opvangzak te monteren en het ge-
maaid materiaal op te vangen, op voorwaarde dat dit
de werkrotor niet doet verstoppen.
3.3 BEVESTIGING VAN DE ZAK
Plaats de steenbeschermkap (1) omhoog en bevestig de zak (2)
correct zoals aangegeven op de afbeelding.
3.4 OPSTARTEN
Bevestig het verlengsnoer correct zoals aangegeven.
Om de motor aan te schakelen, drukt men op de veiligheidstoets
(2) en trekt men aan de hendel (1) van de schakelaar.
3.5 VENTILATIE EN VERTICUTERING VAN HET TERREIN
Let erop dat de elektrische kabel zich, tijdens het werk, steeds
achter uw rug bevindt en langs de kant van de reeds bewerkte
zone.
Men verkrijgt de beste resultaten met twee beurten, op afstand
van een week, in twee verschillende richtingen.
Raadgevingen voor de zorg van het gazon
• Mettertijd vormt er zich op het terrein een oppervlakkige laag
mos en grasresten die de aanvoer van zuurstof vermindert en
het doordringen van het water en van de voedingselementen
verhindert en het gazon verarmt en geel doet worden.
• De ideale periode voor het ventileren of verticuteren van het
gazon is de herfst of de lente.
• De optimale werkcondities zijn met kort en licht vochtig gras,
aangezien men bij werken op een te droog terrein of een terrein
dat te zacht is vanwege het water, het materiaal moeilijk kan
opvangen en het gazon mogelijk kan beschadigen.
• Men raadt steeds aan de bladeren van het gazon te verwijde-
ren vooraleer de ventilatie of verticulatie uit te voeren.
• Met een oppervlakkige ventilatie (met een beperkte werkdiepte
van de priktanden in het terrein) wordt de bovenste viltachtige
laag verwijderd.
• Door de werkdiepte van de priktanden in het terrein (verticu-
tering) te verhogen, wordt ook de hardere laag van het terrein
verwijderd en verkrijgt men tegelijkertijd een scheiding van
de wortels van het gras en een vermeerdering van het aantal
wortels, met als gevolg een dichtere gazon dank zij het grotere
aantal grassprieten.
3.6 LEDIGING VAN DE ZAK
Om de zak te verwijderen en te ledigen,
– laat de schakelhendel (1) los en wacht tot de werkrotor stilvalt;
– plaats de steenbeschermkap (2) omhoog, neem de handgreep
vast en verwijder de zak; houd de zak rechtop.
3.7 NA HET WERKEN
Na het werk, laat men de hendel (1) los.
EERST de stekker uit het stopcontact (2) trekken en DAARNA het
snoer van de schakelaar van de machine (3) loskoppelen.
WACHT TOT DE WERKROTOR STIL STAAT, vooraleer eender
welke ingreep uit te voeren op de machine.
BELANGRIJK Indien de motor tijdens het werk stopt wegens
oververhitting, moet men 5 minuten wachten vooraleer deze weer
op te starten.

4. GEWOON ONDERHOUD

BELANGRIJK Een regelmatig en zorgzaam onderhoud is onont-
beerlijk om de veiligheid en originele prestaties van de machine
mettertijd te behouden.
Bewaar de grasmaaier op een droge plaats.
1) Draag robuuste werkhandschoenen bij alle ingrepen voor rei-
niging, onderhoud of afstelling van de machine.
2) Reinig de machine zorgvuldig na iedere werkbeurt; verwijder
de resten en de modder die zich op de werkrotor en op de prik-
tanden opgehoopt heeft om te vermijden dat deze, wanneer ze
opdrogen, nadien moeilijk kunnen verwijderd worden.
3) Gebruik geen benzine of oplosmiddelen op de plastic delen
van de machine om schade te vermijden. De garantie dekt
geen schade aan de plastic onderdelen, veroorzaakt door het
gebruik van benzine of oplosmiddelen.
4.1 ONDERHOUD VAN DE ROTOREN
De werkrotoren bestaan uit verschillende elementen, die in de
Fabriek gemonteerd worden en niet afzonderlijk door de gebrui-
ker vervangen mogen worden; in geval van breuk van een mes of
een veer, dient men dus de hele werkrotor te vervangen of zich tot
zijn Verkoper te richten voor de vervangen.
De vervanging dient uitgevoerd te worden volgens aangegeven
is onder punt 3.1.
Op deze machine is het gebruik voorzien van rotoren met stijve
messen (1) of met veren (2) met de code die aangegeven is in ta-
bel a op pagina 2.
Gezien de ontwikkeling van het product, kunnende boven vermel-
de rotoren in de loop van de tijd vervangen worden door andere,
met soortgelijke eigenschappen voor wat betreft verwisselbaar-
heid en functionele veiligheid.
4.2 Reiniging van de machine
Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en de elektrische
4

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents