12. Opsporen van storingen
Waarschuwing
Schakel de voeding uit voordat u aan het werk
gaat aan de pomp. Zorg dat de voedingsspanning
niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Storing
Bedieningspaneel
1. De pomp werkt
niet.
Licht uit.
Het display toont "- -".
Alleen "POWER ON"
brandt.
2. Geluid in het
systeem.
Normale bedrijfsstatus.
3. Geluid in de
pomp.
Normale bedrijfsstatus.
4. Onvoldoende
Normale bedrijfsstatus.
warmte.
358
Oorzaak
a) Een zekering in de installatie is
gesprongen.
b) De stroom- of spanningsbeveiliging
heeft de installatie uitgeschakeld.
c) De pomp is defect.
a) Storing in voedingsspanning.
De voedingsspanning is mogelijk te
laag.
b) De pomp is geblokkeerd.
a) Lucht in het systeem.
b) Het debiet is te hoog.
a) Lucht in de pomp.
b) De voordruk is te laag.
a) De pompcapaciteit is te laag.
Oplossing
Vervang de zekering.
Schakel de beveiliging weer in.
Vervang de pomp.
Controleer dat de voedingspanning
binnen het gestelde bereik valt.
Verwijder het vuil.
Ontlucht het systeem. Zie paragraaf
10.3 Ontluchten van verwarmingsyste-
men.
Verminder de opvoerhoogte.
Zie paragraaf 11. Pompinstellingen en
pompcapaciteit.
Laat de pomp draaien. Hij zal zichzelf
ontluchten. Zie paragraaf 10.2 Ontluchten
van de pomp.
Verhoog de voordruk of controleer het
luchtvolume in het expansievat, indien
aanwezig.
Verhoog de opvoerhoogte. Zie paragraaf
11. Pompinstellingen en pompcapaciteit.