1. Selecteer de regel "alarm" in het "hoofdmenu"
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
2. Druk op [OK] om naar het "Alarm" menu over te
schakelen.
Er zijn hier twee functies beschikbaar:
alarm
alarmwaarden
doseertijdbew.
•
alarmwaarden: Wanneer de meetwaarde het toe-
gestane bereik overschrijdt, wordt het alarmrelais
geactiveerd en de alarmmelding getriggerd. De
rode alarm-LED begint te knipperen.
•
doseertijdbew.: Blijft de dosering binnen een
geselecteerde max. doseertijd constant op 100 %
dan wordt het alarmrelais bekrachtigd en volgt er
een alarmmelding. De rode alarm-LED begint te
knipperen.
Instellen van de alarmwaarden
1. Selecteer de regel "alarmwaarden" m.b.v. de
[Omhoog] en [Omlaag] knoppen. Druk op [OK]
om over te schakelen naar het "alarm aan/alarm
uit" submenu.
2. Bevestig de regel "alarm aan" m.b.v. [OK] en kies
het "alarmwaarden" selectiemenu.
Instellen van de bovenste en onderste
schakelpunten (grenswaarden)
1. Selecteer de regel "alarmwaarde 1" of "alarm-
waarde 2". Druk op [OK] om te bevestigen en
naar het gewenste menu te schakelen.
alarmwaarde 1
0,00 mg/l
schakelpunt1
2. Stel de schakelpunten in tussen nul en de boven-
grens van het meetbereik dat eerder is gedefini-
eerd m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen
(in de eenheid van de meetwaarde, de resolutie
hangt af van de geselecteerde meetwaarde en
het meetbereik).
Zie paragraaf
8.4
Meetbereiken.
3. Druk op [OK] om naar het "eff.richting" menu te
schakelen.
Opties: Alarmmelding in geval van opwaarste/neer-
waartse overschrijding van geselecteerde schakel-
punt.
4. Selecteer de gewenste regel m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
5. Druk op [OK] om automatisch naar het
"Alarmwaarden" menu terug te keren.
344
6. Selecteer de regel "hysterese" in het "alarmwaar-
den" menu en druk op [OK] om naar het betref-
fende submenu te gaan.
alarmwaarden
0,00 mg/l
hysterese
7. Stel de hysterese in op een waarde tussen 0 en
de helft van het meetbereik m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
De hysterese zorgt er voor dat het relais minder vaak
schakelt in geval van over- of onderschrijding van de
grenswaarden.
8. Druk op [OK] om terug te gaan naar het
"alarmwaarden" menu.
9. Selecteer de regel "alarmvertraging" in het
"alarmwaarden" menu en druk op [OK] in het
desbetreffende submenu.
alarmwaarden
0 sec
alarmvertraging
10. Stel de alarmvertraging in op een waarde tussen
de 0 en 300 seconden m.b.v. de [Omhoog] en
[Omlaag] knoppen.
11.7.1 Doseertijdbewaking
Deze functie kan worden gebruikt voor het
bewaken van het doseerproces. Wanneer de
doseerdoorstroming op een constant niveau van
100 % blijft gedurende een geselecteerde periode,
dan wordt een alarmmelding afgegeven.
doseertijdbew.
10 min
max. doseertijd
1. Selecteer de regel "doseertijdbew." in het "alarm"
menu en druk op [OK] om naar het betreffende
submenu te schakelen.
In het "doseertijdbew." menu kan de bewakingsfunctie
worden in- of uitgeschakeld.
•
Wanneer "uit" is geselecteerd, keert het apparaat
terug naar het "alarm" menu.
•
Wanneer "aan" is geselecteerd, wordt het
"doseertijdbew." submenu weergegeven.
2. Stel de maximale doseertijd in op een waarde
tussen de 0 en 600 minuten m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.