STEINEL Professional Series Instructions Manual page 26

Hide thumbs Also See for Professional Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 13
Aansluitingsdiagram (afb. 4.1 / 4.2)
Reikwijdtediagram (afb. 4.3)
Opmerking:
In de stroomtoevoerkabel kan natuurlijk een
netschakelaar voor in- en uitschakelen worden
gemonteerd. Voor de functie permanente verlich-
ting is dit zelfs noodzakelijk ➜ '6. Functies'.
Belangrijk:
Verwisseling van de aansluitingen leidt in het appa-
raat of in uw zekeringenkast tot kortsluiting. In dit
geval moeten de afzonderlijke kabels nogmaals
geïdentificeerd en opnieuw verbonden worden.
Opmerking: de lichtbron van deze lamp kan niet
worden vervangen. Mocht het noodzakelijk worden
om die te vervangen (bijv. aan het einde van zijn
levensduur), dan moet de complete lamp worden
vervangen.
5. Montage
• Alle onderdelen controleren op beschadigingen.
• Neem het product bij beschadigingen niet in
gebruik.
• Positie van de sensor (afb. 4.4)
De beste bewegingsregistratie wordt bereikt, als
het apparaat zijdelings in de looprichting gemon-
teerd wordt en geen hindernissen (zoals bijv.
bomen, muren etc.) het zicht belemmeren.
Montagestappen
• Kies een passende montageplaats; houd hierbij
rekening met de reikwijdte en de bewegingsre-
gistratie (afb. 4.5)
• Stroomtoevoer uitschakelen (afb. 5.1)
• Borgschroeven losdraaien (afb. 5.1)
• Behuizing van de wandhouder nemen (afb. 5.1).
• Boorgaten aftekenen (afb. 5.2)
• Gaten boren en pluggen plaatsen (afb. 5.3)
– Montage in de muur (afb. 5.3)
– Montage op de muur (afb. 5.4)
• Aansluitkabel aansluiten (afb. 5.5)
• Behuizing op wandhouder steken Let op de
steekverbinding (afb. 5.6).
• Borgschroeven inschroeven (afb. 5.6)
• Stroomtoevoer inschakelen (afb. 5.7)
• Afdekking bedieningselementen openen (afb. 5.7)
• Instellingen uitvoeren ➜ '6. Functies'
6. Functies
Fabrieksinstellingen
Basislichtsterkte:
Tijdinstelling:
Schemerinstelling: daglichtstand
Nadat de wandhouder gemonteerd en de netaan-
sluiting uitgevoerd is, kan de sensorspot in gebruik
worden genomen. Wanneer de spot handmatig
met de lichtschakelaar wordt ingeschakeld, scha-
kelt die voor de inmeetfase na 40 sec. uit en is ver-
volgens actief voor de sensormodus. Het opnieuw
activeren van de lichtschakelaar is niet nodig.
Functies (afb. 6.1)
Basislichtsterkte (afb. 6.1 / J)
De basislichtsterkte m.b.v. basislicht-led-lampjes
maakt een verlichting met gering lichtvermogen
mogelijk. Pas bij een beweging in het registratiebe-
reik wordt het hoofdlicht gedurende de ingestelde
tijd ingeschakeld. Daarna schakelt de lamp over op
de gekozen basislichtsterkte.
= geen basislicht
– OFF
– 10 min. = basislicht 10 min. na afloop van de
ingestelde tijd
– ' '
= basislicht de hele nacht
Tijdinstelling / nalooptijd (afb. 6.1 / K)
De gewenste brandduur van de lamp (hoofdlicht)
kan traploos van ca. 5 sec. tot max. 15 min.
worden ingesteld. De tijdklok wordt door iedere
geregistreerde beweging voor afloop van deze tijd
opnieuw gestart.
Opmerking: na iedere uitschakeling van de lamp
is gedurende ca. 2 seconden geen hernieuwde
bewegingsregistratie mogelijk. Pas na afloop van
deze tijd kan de lamp bij beweging weer licht
inschakelen.
Schemerinstelling / drempelwaarde (afb. 6.1 / L)
De gewenste drempelwaarde van de spot kan
traploos van ca. 2 – 1000 lux worden ingesteld.
– Instelknopje op
– Instelknopje op
Permanente verlichting (afb. 6.2)
Als er een netschakelaar in de kabel gemonteerd
– 26 –
OFF
5 seconden
= daglichtstand (onafhanke-
lijk van de lichtsterkte)
= schemerstand (ca. 2 lux)

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents