Chicco Best Friend PRO Instructions Manual page 39

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 13
tig met een vochtige doek. Na eventuele aanraking met
water moeten de metalen delen afgedroogd worden om
roestvorming te voorkomen. Geen oplos- of schuurmid-
delen gebruiken. Hierna worden de wassymbolen en hun
betekenis weergegeven:
Niet wassen
Niet bleken
C
Niet in de droogtrommel drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
ONDERHOUD
Smeer de bewegende delen indien nodig met droge silico-
nenolie. Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen
en houd ze vrij van stof en zand. Verzeker u ervan dat de
kunststoffen delen die over de metalen buizen lopen vrij
zijn van stof, vuil en zand om wrijving te voorkomen, wat
de goede werking van de wandelwagen kan schaden. Berg
de wandelwagen op een droge plaats op.
EERSTE MONTAGE VAN DE WANDELWAGEN
1. Open de vergrendelhaak (afb. 1) en duw de voorkant
van de wandelwagen naar voren tot u de vergrendelklik
hoort (afb. 1A).
2. Breng het voorwiel aan door het in de hiervoor bestemde
opening te steken tot u de vergrendelklik hoort (Fig. 2).
Herhaal dezelfde handeling bij het tweede voorwiel.
3. Om de achterwielen te monteren steekt u de wielpin in de
opening van de achterpootbuis, zorg ervoor dat het platte
gedeelte van de pin samenvalt met het platte gedeelte in
de opening in het frame, zoals wordt getoond op afbeel-
ding 3. Herhaal dezelfde handeling bij het andere wiel.
WAARSCHUWING: Verzeker u ervan, alvorens de wan-
delwagen te gebruiken, dat de wielen goed aan het frame
zijn vastgezet.
4. Monteer de mand met het gedeelte met de lintjes naar
de voorste buis gericht, steek de lintjes in de daarvoor
bedoelde lussen op het frame en maak ze vast met de
drukknopen (afb. 4).
Bevestig de mand aan het middelste gedeelte van de ach-
terste buis door hem aan beide zijden vast te maken met de
drukknopen A getoond op afbeelding 4A. Om de montage
af te werken wikkelt u de stof om de buis en bevestigt u
hem met de drukknopen B (afb. 4B) .
HET ZITJE MONTEREN: WANDELWAGENCONFIGU-
RATIE
Het frame van de wandelwagen en het dichtgeklapte zitje
bevinden zich in de verpakking.
5. Om het zitje op de wandelwagen te monteren, moet u
het openen zoals getoond op de afbeeldingen 5 – 5A tot
u de vergrendelklik hoort.
6. Met de hendel op de rugleuning kunnen de standen van
de koppelingen worden gewijzigd (afb. 6). Nu kunt u het
zitje op het frame installeren. Het zitje kan in beide rich-
tingen op de wandelwagen worden gemonteerd: zowel
naar de straat gericht als naar de ouder gericht (afb. 6A).
WAARSCHUWING: Verzeker u ervan dat het zitje inder-
daad geïnstalleerd is, door het omhoog te trekken (afb. 6B).
7. Om het zitje te demonteren drukt u op de grijze knoppen
aan de zijkanten en trekt u het omhoog (Fig. 7).
WAARSCHUWING: Verwijder het zitje niet van de wan-
delwagen, terwijl het kind erin zit.
VERSTELLING RUGLEUNING
8. Als het zitje eenmaal op het frame is gemonteerd, kan de
rugleuning in meerdere standen worden versteld: u kunt
de rugleuning laten zakken met behulp van de achterste
afstelling door op de knop te drukken en de rugleuning
omlaag te trekken (afb. 8A) tot u de gewenste stand
heeft bereikt. Om de rugleuning omhoog te brengen
daarentegen, trekt u de riem omhoog (afb. 8B).
DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
9. De voetensteun kan op drie standen worden afgesteld
door de drukknoppen, die worden getoond in Fig. 9,
tegelijk in te drukken.
VERWIJDERBARE BUMPER BAR
De wandelwagen is uitgerust met een verwijderbare bum-
per bar.
10. Om hem te verwijderen hoeft u maar op de knoppen
aan de zijkanten te drukken (Fig. 10).
11. Om het kind in de wandelwagen te zetten en het eruit
te halen kan de bumper bar aan één enkele kant worden
losgemaakt (Fig. 11).
WAARSCHUWING: Doe het kind altijd de veiligheids-
gordels om. De bumper bar is GEEN bevestigingssysteem
voor het kind.
WAARSCHUWING: De bumper bar mag niet worden
gebruikt om de wandelwagen met het kind erin op te tillen.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
12. De wandelwagen is uitgerust met een reeds gemon-
teerd veiligheidssysteem met vijf verankeringspunten
bestaande uit twee schouderbanden, twee afstellussen,
een buikgordel en een tussenbeenstuk met gesp.
WAARSCHUWING: Om de gordels aan de lichaamsbouw
van het kind aan te passen gebruikt u de schoudergordels
door ze eerst door de twee afstelopeningen te halen, zoals
wordt getoond in Fig. 12.
13. Na het kind in de wandelwagen te hebben gezet doet u
hem de veiligheidsgordels om door de twee gesptongen
eerst door de opening van de schouderbanden te laten
lopen (Fig. 13) en ze vervolgens in de gesp van het tus-
senbeenstuk te steken (Fig. 13A); stel de lengte van de
gordels af door ze op de schouder en het lichaam van
het kind aan te laten sluiten.
14. Druk op de zijtongen en trek eraan om de buikgordel
los te maken (Fig. 14).
WAARSCHUWING: Altijd het veiligheidstuigje gebruiken.
Voor de veiligheid van uw kind gebruikt u altijd alle vijf de
verankeringspunten van de veiligheidsgordels.
REM
De wandelwagen is uitgerust met een pedaalrem op het
rechterachterwiel.
15. Om de wandelwagen op de rem te zetten moet u het
pedaal met een voet omlaag drukken (Fig. 15).
Om de wandelwagen van de rem te halen moet u het
pedaal omhoog duwen (Fig. 15A).
39

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents