EdilKamin Idrotech Installation, Use And Maintenance Manual page 97

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 20
MONTAGE EN INSTALLATIE (Dealer)
Altijd de plaatselijke en nationale normen raadplegen voor alles wat niet verklaard is in deze fiche. In Italië de norm UNI
10683/2005 of amendementen en de wet 46/90 raadplegen, alsook eventuele lokaal geldende eisen. Bij installatie in apparte-
mentsgebouwen, vooraf de toestemming vragen aan de syndicus.
CONTROLEREN VAN DE COMPATIBILITEIT MET ANDERE SYSTEMEN
Overeenkomstig de norm UNI 10683/2005 MAG de kachel NIET geïnstalleerd worden in dezelfde ruimte waar zich ook afzuigin-
stallaties en gastoestellen van het type A en B bevinden; de kachel mag in geen geval geplaatst worden in een ruimte waar andere
toestellen staan die onderdruk kunnen veroorzaken.
CONTROLEREN VAN DE ELEKTRISCHE AANSLUITING
(VOORZIE DE STEKKER OP EEN BEREIKBARE PLAATS)
De kachel is voorzien van een elektrisch snoer dat aangesloten moet worden op een stopcontact van 230V 50 Hz, bij voorkeur met
een thermische regelaar. Spanningsvariaties van meer dan 10% kunnen de goede werking van de kachel in het gedrang brengen
Voorzie (een aangepaste differentieelschakelaar, indien deze niet reeds aanwezig is).
De elektrische installatie moet conform de normen zijn, met name de goede staat van de
aarding van de stroomkring moet verzekerd zijn. De diameter van het elektrische snoer moet
aangepast zijn aan het vermogen van de kachel.
PLAATSING
Opdat de kachel correct zou werken, dient deze waterpas op de vloer geplaatst te worden.
Controleer de draagkracht van de vloer.
VEILIGHEIDSAFSTANDEN VOOR BRANDBESTRIJDING
De kachel moet geïnstalleerd worden met inachtneming van de volgende veiligheidsvoorwa-
arden:
-aan de zijkanten en aan de achterkant een minimale afstand van 40 cm in acht nemen t.a.v.
ontvlambaar materiaal.
-geen licht ontvlambaar materiaal voor de kachel plaatsen, op een afstand kleiner dan 80 cm
-indien de kachel op een ontvlambare vloer geplaatst wordt, moet een plaat van warmte-iso-
lerend materiaal tussen de vloer en de haard geplaatst worden, die aan de zijkanten minstens
20 cm en aan de voorkant minstens 40 cm uitsteekt.Indien de hierboven vermelde afstanden
niet gerespecteerd kunnen worden, moeten absoluut technische middelen en metselwerk vo-
orzien worden om brandgevaar te voorkomen. Indien deze in contact komt met een houten
muur of een ander ontvlambaar materiaal, de rookafvoerpijp warmteafsluitend isoleren met
keramische vezels of een equivalent materiaal.
LUCHTINLAAT
De ruimte waarin de kachel is geplaatst moet verplicht voorzien zijn van een luchtinlaatope-
ning van minstens 80 cm², waardoor er zeker genoeg lucht naar de kachel gevoerd wordt om
een goede verbranding te verzekeren.
AFVOER VAN DE ROOK
Het afvoersysteem moet specifiek zijn voor de kachel (het is verboden de rook af te
voeren langs een schoorsteen die ook door andere toestellen gebruikt wordt).
De afvoer van rook vindt plaats via een pijp van 8 cm diameter die zich op de achter-
kant bevindt. Voorzie een T-verbinding met een opvangdop voor condensatiedamp aan
het begin van het verticale segment. De rook uit de kachel moet naar buiten afgevoerd
worden via aangepaste, verstoppingsvrije stalen of zwarte pijpen (bestand tegen 450°C).
De pijp moet hermetisch afgedicht zijn. Voor het dichten en eventueel isoleren van de
pijpen, moeten materialen gebruikt worden die bestand zijn tegen minstens 300°C (sili-
cone of kit voor hoge temperaturen). De horizontale segmenten mogen tot 2m lang zijn,
ze moeten een opwaartse hellingsgraad hebben van minstens 3% en er mogen maximaal
twee bochten van 90° in voorkomen. Indien de afvoer niet naar een schoorsteen wordt
geleid, dienen een verticaal segment en een winddicht uiteinde geïnstalleerd te worden.
De verticale pijp kan intern of extern zijn. Indien het rookkanaal zich buiten bevindt,
moet het adequaat warmteafsluitend geïsoleerd zijn. Indien het rookkanaal uitkomt in
een schoorsteen, moet deze gekeurd zijn voor vaste brandstoffen en, indien de diameter
ervan groter is dan 150 mm, moet het verstevigd worden door er een buis in te voeren
en de afvoer luchtdicht te maken ten opzichte van het metselwerk.
Alle onderdelen van het rookkanaal moeten geïnspecteerd kunnen worden. Indien de
pijp vast gemonteerd is, moet deze voorzien zijn van inspectieopeningen voor de reiniging.
De aanbevolen installaties zijn weergegeven in de volgende figuur.
- 97
-
afstand tot ontvlambare materialen/stoffen
Beschermlaag
A: schoorsteenkanaal in warmtegeïsoleerd staal
B: minimale hoogte 1,5 m
C-E: luchtinlaatopening naar buiten
(opening van minstens 80 cm²)
D: stalen rookkanaal, binnen in de schoorsteen
in metselwerk.

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents