Verklarende Woordenlijst - MAILLIS SIAT BeeWrap Installation Manual

Verklarende woordenlijst

In de verklarende woordenlijst staan een aantal begrippen die gebruikt zijn bij
het uitwerken van de informatie met de bijbehorende definitie om de betekenis
ervan beter te begrijpen.
– Training: opleidingsproces om kennis, vaardigheden en het gedrag die nodig
zijn om zelfstandig, adequaat, correct en zonder risico's te werken.
– Assistent: gekozen persoon die naar behoren opgeleid is en gecoördineerd
wordt om de risico's die verbonden zijn met het uitvoeren van de toegewezen
taken tot een minimum te beperken.
– Noodstop: vrijwillige inschakeling van het bedieningsorgaan om in geval van
dreigend gevaar elk onderdeel waarvan de werking een risico kan opleveren te
stoppen.
– Stop in alarmtoestand: staat waarin de onderdelen stoppen als het controlesys-
teem een storing in de werking waarneemt.
– Algemene stop: staat waarin behalve normale stilstand ook alle toevoeren
(elektrische, pneumatische toevoer enz.) onderbroken worden.
– Operationele stop: staat waarin de toevoer van de aandrijfelementen niet on-
derbroken wordt, maar waarin de bewaking van het bedieningssysteem en de
veiligheidsomstandigheden gehandhaafd worden.
– Formaatomstelling: geheel van handelingen die verricht dienen te worden voor-
dat er begonnen kan worden met het bewerken van een formaat met andere ei-
genschappen dan het formaat dat daarvoor bewerkt is.
– Proefdraaien: handelingen die noodzakelijk zijn om te controleren of de ont-
werpspecificaties overeenstemmen en of het inbedrijfstellen op een veilige ma-
nier kan plaatsvinden.
– Installateur: technicus, gekozen en bevoegd door de fabrikant of door een door
de fabrikant gemachtigde, die voldoet aan de vereisten voor het installeren en
keuren van de machine of de installatie in kwestie.
– Onderhoudstechnicus: technicus met de vereiste bekwaamheden gekozen
voor en belast met het gewone en het buitengewone onderhoud van de machine.
Deze technicus dient derhalve naast de precieze kennis en bevoegdheden, ook
de technische bekwaamheid te bezitten die is vereist voor het type handeling.
– Routine-onderhoud: geheel van handelingen die noodzakelijk zijn om een goe-
de werking te handhaven en de machine in optimale staat te houden. Normaal
worden deze handelingen gepland door de fabrikant, die tevens de vereiste be-
kwaamheden van het personeel en de werkwijzen bepaalt.
– Bediener: persoon die over de nodige vereisten, vaardigheden en kennis be-
schikt en die werd gekozen voor en belast met de bediening en het normale on-
derhoud van de machine.
– Verantwoordelijke voor de installatie: vakkundige technicus die het installeren
moet laten uitvoeren met inachtneming van de wettelijke voorschriften die op ar-
beidsplaatsen gelden en die na afloop daarvan moet beoordelen of de installatie
conform is.
– Restrisico's: alle risico's die blijven bestaan ondanks het feit dat tijdens het ont-
werp alle veiligheidsoplossingen toegepast en geïntegreerd zijn.
– Vakkundige technicus: persoon die bevoegd is door de fabrikant en/of diens
gemachtigde om werkzaamheden uit te voeren waarvoor specifieke technische
kennis en erkende capaciteiten zijn vereist.
– Transporteur en handler: bevoegde personen met erkende vaardigheden in het
gebruik van transportvoertuigen en hijs-/hefwerktuigen in veilige omstandighe-
den.
– Verkeerd gebruik: gebruik van de machine dat redelijkerwijs te voorzien is, dat
afwijkt van dat wat in de gebruikshandleiding is vermeld, dat uit menselijk gedrag
kan voortvloeien.
Installatiehandleiding
Transport en hantering
Nederlands
3