Nice Era Plus H Series Instructions And Warnings For Installation And Use page 99

Tubular motor
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
"Boven drempel".
• "Regen gedetecteerd" = conditie waarbij het systeem regen detecteert, in te-
genstelling tot de eerder geldende conditie "geen regen".
• "Handmatige instructie" = instructie voor Omhoog, Omlaag of Stop, die de ge-
bruiker met een zender verzendt.
6.2.2 - Geheugenopslag van een draadloos aangesloten
klimaatsensor
Om een klimaatsensor opslaan, voer de procedure 5.11.
6.2.3 - Werking van de motor bij de afzonderlijke weersom-
standigheden
Met de accessoires NEMO en VOLO kan het scherm (of het rolluik) geautomatiseerd
worden naargelang de weersomstandigheden. Voor de instelling van de activerings-
niveaus, zie de handleiding van de producten Nemo en Volo.
• Werking van het automatisme bij de zonsensor: afb. 6
Wanneer de intensiteit van het zonlicht gedurende minstens 2 minuten de ingestel-
de drempel overschrijdt ("boven zonlichtdrempel"), voert de motor zelfstandig een
beweging naar beneden uit. Wanneer de intensiteit van het zonlicht onder de inge-
stelde hysteresisdrempel ("onder zonlichtdrempel") komt en er minstens 15 minuten
achtereen blijft, voert de motor zelfstandig een beweging naar boven uit. Opmer-
king – de hysteresisdrempel wordt op circa 50% van de waarde van de ingestelde
zonlichtdrempel gezet.
Momentane dalingen van het zonlicht, die even duren of in ieder geval korter dan 15
minuten, hebben geen invloed op de gehele cyclus. De handmatige instructies van
de gebruiker hebben voorrang op de automatische instructies.
• Werking van het automatisme bij de regensensor: afb. 7
De aanwezigheid van regen veroorzaakt een overgang van de status "geen regen"
naar "regen". Als de informatie van de "regen gedetecteerd" wordt ontvangen, acti-
veert de motor de instructie voor de in de motor geprogrammeerde werking, d.w.z.
openen of sluiten.
Het regenautomatisme wordt gedeactiveerd nadat de sensor heeft vastgesteld dat
het gedurende ten minste 15 minuten niet heeft geregend. De handmatige instruc-
ties zijn, zoals ook in dit geval geldt, altijd actief en hebben voorrang op automatisch
gegenereerde instructies. Als de handmatige instructie ingaat tegen de autonome in-
structie, genereert de automatisering de handmatige instructie en start tegelijkertijd
een timer van 15 minuten. Als deze afloopt wordt de automatische, geprogrammeer-
de instructie uitgevoerd (bijvoorbeeld het sluiten van het scherm of rolluik).
Voorbeeld: 1) Het scherm (of rolluik) is open. 2) Het begint te regenen. 3) Het
scherm (of rolluik) sluit. 4) De gebruiker besluit het na enkele ogenblikken te openen.
5) Het scherm (of rolluik) gaat weer open. 6) 15 minuten nadat het scherm (of rol-
luik) open is gegaan, sluit het weer automatisch. 7) Het stopt minstens 15 minuten
met regenen. 8) De gebruiker opent opnieuw het scherm (of rolluik). 9) Het scherm
(of rolluik) blijft open.
• Werking van het automatisme bij de windsensor: afb. 8
Wanneer de windkracht de ingestelde drempel overschrijdt, activeert het systeem
de windbescherming en laat het systeem het scherm (of het rolluik) automatisch om-
hoogkomen. Wanneer de windbescherming ingeschakeld is, worden de handmatige
instructies gedeactiveerd (het is niet mogelijk om het scherm of het rolluik te laten
zakken). Wanneer de blokkeringsduur afgelopen is, kunnen er weer handmatige in-
structies worden gegeven en wordt na 10 minuten de automatische werking hersteld.
• Tegelijkertijd optreden van verschillende weersverschijnselen
Elk weersverschijnsel heeft een prioriteit. De prioriteit is als volgt opgebouwd: wind,
regen, zon. Wind heeft de hoogste prioriteit. Het weersverschijnsel met de hogere
prioriteit doet de status van het weersverschijnsel met de lagere prioriteit teniet.
Voorbeeld: 1) Op een mooie, zonnige dag gaat het scherm (of rolluik) omlaag van-
wege het zonlicht. 2) Als het bewolkt wordt en er wat regen op de sensor valt, annu-
leert de motor de conditie "zon gedetecteerd" en geeft opdracht tot de beweging die
is ingesteld voor de conditie "regen gedetecteerd". 3) Als de windkracht toeneemt en
de ingestelde drempel overschrijdt, deactiveert de motor de automatische sequen-
tie die voor de regen is ingesteld en geeft hij opdracht tot het omhooggaan van het
scherm (of rolluik) en houdt het gesloten tot de wind is gaan liggen. 4) Als het slech-
te weer voorbij is, wordt na 10 minuten het windalarm uitgeschakeld en, als het op
dat moment nog regent, worden die conditie en de bijbehorende ingestelde bewe-
ging opnieuw geactiveerd. Als het stopt met regenen wordt de werking voor de zon
weer geactiveerd. Als de zonlichtintensiteit de drempel overschrijdt zal het scherm
(of rolluik) weer opengaan. Wanneer de zonlichtintensiteit tot onder de drempelwaar-
de daalt, wordt er na 15 minuten een instructie voor het omhooggaan afgegeven.
• Instructies "Zon aan" en "Zon uit"
De instructie "Zon aan" activeert de werking van het automatisme en de instructie
"Zon uit" deactiveert de werking. Als de gebruiker de instructie "Zon aan" (automa-
tisme geactiveerd) verstuurt en er is op dat moment zon, dan geeft het systeem op-
dracht tot het openen van het scherm (of rolluik). Als het automatisme al geactiveerd
was, dan wordt bij het opnieuw versturen van de instructie "Zon aan" het systeem
gereset en starten de algoritmen opnieuw, met onmiddellijke ingang. Als de instructie
"Zon aan" wordt verstuurd en de zonlichtintensiteit onvoldoende is en dus het ope-
nen niet toestaat (de drempel wordt niet bereikt), dan zal de motor een instructie ge-
ven om te sluiten, overeenkomstig de huidige conditie. Als er geen instellingen zijn
voor een beweging (bijvoorbeeld scherm (of rolluik) gesloten en geen zon), dan zal bij
de instructie "Zon aan" de motor niet bewegen. Door een instructie "Zon uit" te stu-
ren wordt het automatisme gedeactiveerd.
Voorbeeld: het scherm (of rolluik) is gesloten; de instructie "Zon aan" wordt verzon-
den; als er zon is, opent het scherm (of rolluik) direct zonder 2 minuten te wachten.
Door het automatisme te deactiveren wordt de automatische beweging die bij de
verschillende zonlichtintensiteiten hoort, geblokkeerd. De automatismen die bij wind
en regen horen kunnen niet worden gedeactiveerd.
6.2.4 - Programmering van de richting waarin het scherm (of
rolluik) wordt bewogen bij regen
Als het regent geeft het systeem automatisch opdracht om het scherm (of rolluik)
omhoog te doen (fabrieksinstelling). Om deze instelling te wijzigen dient u de proce-
dure 5.12 uit te voeren.
6.3 - Koppel fotocellen
(Gebruik de geleiders Wit + Wit-zwart). Met dit accessoire kan een obstakel ge-
detecteerd worden dat zich onbedoeld binnen de baan van het scherm (of rolluik)
bevindt. Bij detectie van een obstakel wordt onmiddellijk de beweging omlaag van
het scherm (of rolluik) geblokkeerd. Raadpleeg voor meer informatie de instructie-
handleiding van de fotocel.
Let op! – Voordat de fotocellen worden aangesloten, moet ten minste de "eerste
zender" in het geheugen worden opgeslagen (paragraaf 5.5).
6.4 - Resistieve veiligheidsrand (alleen aansluitbaar
aan het koppel fotocellen)
Met dit accessoire, dat een constante weerstandswaarde van 8,2 K heeft, kan de
aanwezigheid van een onbedoeld obstakel binnen het sluittraject van het scherm (of
rolluik) worden gedetecteerd. De wijze waarop het systeem reageert zodra het obsta-
kel wordt gedetecteerd wordt, met procedure 5.13 geprogrammeerd.
7
WAARSCHUWINGEN MET BETREKKING TOT
HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISERING
7.1 - Maximale continue bedrijfscyclus
In het algemeen geldt dat de motoren van de serie "Era" ontworpen zijn voor gebruik
in woonomgevingen, en dus voor onregelmatig gebruik. Er wordt een continue ge-
bruiksduur van maximaal 4 minuten gegarandeerd en in geval van oververhitting (bij-
voorbeeld ten gevolge van continu en langdurig gebruik) wordt er automatisch een
"thermische beveiliging" geactiveerd, die de elektrische voeding onderbreekt en de-
ze pas herstelt als de temperatuur weer binnen het acceptabele bereik valt.
7.2 - Handbediening bij storing
Om het scherm (of rolluik) met de hand te bedienen in geval van storing of stroomuit-
val, steek de zwengel in het oog (afb. 4-f) en draai hem in een richting, afhankelijk
van de gewenste beweging. Om onnodige slijtage van dit mechanisme te voorkomen
wordt aangeraden het alleen in geval van nood, dat wil zeggen tijdens stroomuitval,
te gebruiken.
LET OP! – Bij de handbediening mag het scherm (of rolluik) NOOIT voorbij
de limieten van de eindaanslagen "0" en "1" komen die tijdens de installatie
van de motor zijn ingesteld.
Wat te doen als...
(leidraad bij het oplossen van problemen)
Bij verzending van een instructie voor omhooggaan komt de motor niet in
beweging.
Dit kan gebeuren als het scherm (of het rolluik) zich in de nabijheid van eindaanslag
boven ("0") bevindt. In dat geval moet u het scherm (of het rolluik) eerst een stukje
omlaag bewegen en vervolgens opnieuw de instructie voor omhooggaan geven. De
volgende oplossingen kunnen ook werken.
– Het systeem werkt in noodstand en kan daarom alleen met een besturing in "mens
aanwezig" worden bediend.
– Programmeer de koppeling van de richting omhoog en omlaag van het scherm
(of rolluik) aan de respectieve toetsen s en t van de bedieningsinrichting (para-
graaf 5.6).
– Controleer of alle onderdelen van de motor nog intact zijn.
– Voer de procedure voor het wissen uit (paragraaf 5.9) en stel de motorparameters
opnieuw af.
Nederlands – 14

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

E plus mhE plus lh

Table of Contents