DAB PUMPS 1 KDN Series Instruction For Installation And Maintenance page 84

Sets of fire-fighting pumps to standard en 12845 – uni 10779
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 38
Drukschakelaar Klockner Moeller type MCS
Draai de 4 schroeven los en verwijder het deksel.
De blokkeerschroef "B" gesitueerd in één van de 12 gaten van de
instelschijf "A" losdraaien en verwijderen (afbeelding 1).
Door de instelschijf "A" met de klok mee te draaien worden de startdruk en
de stopdruk tegelijkertijd verhoogd.
Door de instelschijf tegen de klok in te draaien worden ze verlaagd
(afbeelding 2).
Door de instelschijf "A" in te drukken en tegen de klok in te draaien, wordt
het verschil tussen de startdruk en de stopdruk van de pomp verhoogd (de
startdruk wordt lager terwijl de stopdruk hetzelfde blijft).
Door de instelschijf "A" in te drukken en met de klok mee te draaien, wordt
het verschil verkleind (afbeelding 3).
De blokkeerschroef "B" terugplaatsen in het gat van de instelschijf "A" en
vastdraaien, zodat hij is uitgelijnd met één van de twee schroefdraden
onder de schijf zelf. (afbeelding 4)
Plaats het deksel terug en draai de 4 schroeven vast.
8. COMPENSATIE-ELEKTROPOMP
8.1 De pompgroepen kunnen zijn uitgerust met een zelfaanzuigende compensatiepomp, modellen JET, met de perscollector verbonden via
een terugslagklep en een kogelafsluiter.
De aanzuiging daarentegen wordt, zoals voor alle pompen van groepen volgens de normen EN 12845 – UNI 10779,
onafhankelijk gehouden.
Houd de drukschakelaar die de compensatiepomp aanstuurt altijd afgesteld op start- en stopdrukwaarden die hoger zijn dan de
anderen. Dit is noodzakelijk opdat deze pomp zijn functie van compensatie van kleine drukverlagingen van de installatie kan
uitvoeren alvorens de hoofdelektropompen en -motorpomp te laten starten.
9. ONDERHOUD
Al onze groepen ondergaan een strenge beproeving voor zowel de elektrische als de hydraulische delen.
Het is daarom niet erg waarschijnlijk dat er zich problemen in de werking voordoen, en als dit gebeurt, is dit te wijten aan externe of toevallige
oorzaken.
Hieronder vindt u een tabel met enkele suggesties voor het verhelpen van storingen in de werking van de groep.
STORINGEN
EEN VAN DE POMPEN VAN DE
GROEP ZUIGT ZICH NIET VOL.
EEN VAN DE POMPEN VAN DE
GROEP START NIET.
DE STOPKNOP STOPT DE POMP
NIET
NEDERLANDS
MOGELIJKE OORZAKEN
1
Diameter aanzuigleiding niet groot genoeg; teveel
verbindingsstukken die bruuske richtingsveranderingen van
de zuigleiding veroorzaken; sifoneffect.
2
Zuigleiding verstopt.
3
Luchtinfiltratie in de zuigleiding van de pomp.
4
Voetklep geblokkeerd of verstopt.
5
Afsluitklep in aanzuiging gedeeltelijk gesloten.
1
Hoofdschakelaar aandrijfkracht en/of hoofdschakelaar
hulpcircuit uitgeschakeld (in stand "0").
2
Magnetothermische beveiligingsschakelaars van de
transformator en/of het hulpcircuit defect of in werking
getreden.
3
Startaccu's dieselmotorpomp werken niet goed.
4
Elektrisch circuit onderbroken.
1
Omvangrijke waterlekken in de installatie, waardoor de
druk zich niet kan stabiliseren boven de openingsdruk van
de drukschakelaar (circa 1,5 bar boven de sluitdruk van de
drukschakelaar, d.w.z. de startdruk van de elektropomp en
de motorpomp).
2
Er is een brug geplaatst op de klemmen voor de aansluiting
van de vlotter voor het voedingsreservoir (moet
geïnstalleerd worden in het geval van aanzuiging boven de
waterspiegel).
1
Controleren of de zuigleiding correct is uitgevoerd,
volgens de aanwijzingen uit de paragraaf
"Installatie".
2
Schoonmaken of vervangen.
3
Middels een druktest de afdichting in de
verbindingsstukken, in de koppelingen en in de
leidingen controleren.
4
Schoonmaken of vervangen.
5
De klep volledig openen.
1
Schakelaars in stand "1" zetten en controleren of de
twee groene lampjes (spanning correct) op het
paneel gaan branden.
Indien ze defect zijn, vervangen.
2
Indien ze in werking zijn getreden, resetten.
3
De efficiëntie van de acculaders in het paneel van
de motorpomp controleren (controle opname met
ampèremeters van het motorpomppaneel)
Als de accu's niet goed werken, ze vervangen.
4
Met een tester het punt van onderbreking opsporen
en repareren.
1
De koppelingen, verbindingsstukken, leidingen
controleren.
2
Verwijder de brug in het geval van aanzuiging onder
de waterspiegel.
Installeer de vlotter voor het voedingsreservoir in
het geval van aanzuiging boven de waterspiegel.
79
OPLOSSINGEN

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents