Metabo KGS 254 Plus Original Instructions Manual page 34

nl NEDERLANDS
· Voorkom het per ongeluk starten. Controleer of
de aan-/uit-schakelaar is uitgeschakeld
wanneer de stekker in het stopcontact wordt
gestoken.
8. Bediening
· Controleer voor de werkzaamheden of de
veiligheidsvoorzieningen feilloos functioneren.
· Draag de persoonlijke beschermingsmiddelen.
· Let op een juiste werkhouding tijdens het zagen:
– neem plaats aan de bedienkant;
– tegenover het zaagblad;
– naast het opstuivende zaagsel.
Gevaar!
Tijdens het zagen moet het werkstuk altijd met de
werkstukspaninrichting (10) gefixeerd worden.
Zaag nooit werkstukken die niet met de
werkstukspaninrichting (10) kunnen worden
ingespannen.
Gevaar voor beknelling!
Pak tijdens het kantelen of zwenken van de
zaagkop niet in het scharnierbereik of onder het
apparaat!
· Houd tijdens het kantelen de zaagkop (13) vast.
· Gebruik tijdens de werkzaamheden:
– Werkstuksteunen – bij lange werkstukken, die
na het afzagen van de tafel zouden vallen;
– Spaanderafzuiging.
· Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn,
zodat ze tijdens het zagen veilig vastgeklemd
kunnen worden.
· Druk het werkstuk tijdens het zagen steeds op
de tafel en plaats het nooit op zijn kant. Probeer
het zaagblad ook niet af te remmen door middel
van zijdelingse druk. Er bestaat een risico op
ongevallen als het zaagblad geblokkeerd wordt.
8.1 Zaaglaser gebruiken
Zie hoofdstuk 7.2
8.2 Zaagblad-toerental instellen
Zie hoofdstuk 7.7
8.3 Rechte zaagsnedes
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (23) ontgrendelen.
– Zaagkop (13) naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (20) uitgeschakeld.
– Draaitafel (16) staat in 0°-positie,
vergrendelgreep (14) voor de draaitafel is
vastgetrokken.
– Hoek van de zaagkop ten opzichte van de
loodrechte positie bedraagt 0°,
vergrendelhendel (29) voor de instelling van de
hoek is vastgezet.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Borgschroef (9) van de trekbank is los.
– Werkstukaanslag instellen:
Borgschroeven (26) losdraaien. De instelbare
werkstukaanslagen (25) op een dergelijke
manier verschuiven dat het werkstuk zo goed
mogelijk wordt ondersteund, zonder met het
blad of de beschermkap in contact te komen.
Met borgschroeven (26) vergrendelen.
Werkstuk zagen:
1. Zaagbladtoerental met behulp van het
toerentalinstelwiel (12) aanpassen aan het te
zagen materiaal (niet bij KGS 254 I Plus).
2. Werkstuk tegen de aanslag drukken en met de
werkstukspaninrichting (10) vastklemmen.
3. Bij bredere werkstukken: Zaagkop naar voren
(naar de bediener) trekken (trekbank). (Zie
afb. L, stap 1.)
4. Machine inschakelen:
Veiligheidsvergrendeling (4) activeren en aan-
/uit-schakelaar (7) drukken en ingedrukt
houden.
5. Zaagkop aan de handgreep langzaam
helemaal naar beneden laten zakken en indien
nodig naar achteren (weg van de bediener)
schuiven. Tijdens het zagen de zaagkop
34
slechts zo stevig op het werkstuk drukken, dat
het motortoerental niet te sterk daalt. (Zie afb.
L, stap 2.)
6. Zaag het werkstuk in een beweging door.
7. Aan-/uit-schakelaar (7) loslaten en zaagkop
langzaam in de bovenste uitgangspositie terug
laten zwenken.
8.4 Versteksnedes
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (23) ontgrendelen.
– Zaagkop (13) naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (20) uitgeschakeld.
– Hoek van de zaagkop ten opzichte van de
loodrechte positie bedraagt 0°,
vergrendelhendel (29) voor de instelling van de
hoek is vastgezet.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Borgschroef (9) van de trekbank is los.
– Werkstukaanslag instellen:
Borgschroeven (26) losdraaien. De instelbare
werkstukaanslagen (25) op een dergelijke
manier verschuiven dat het werkstuk zo goed
mogelijk wordt ondersteund, zonder met het
blad of de beschermkap in contact te komen.
Met borgschroeven (26) vergrendelen.
Werkstuk zagen:
1. Afb. H: borgschroef (14) van de draaitafel
losdraaien en vergrendelhendel (15) naar
beneden drukken.
2. Gewenste hoek instellen.
Aanwijzing:
Bij omhoog geschoven vergrendelhendel (15)
vergrendelt de draaitafel in de hoeken 0°, 15°,
22,5°, 31,6°, 45° en 60°. Bij een helemaal
teruggeschoven vergrendelgreep (15) is de
vergrendelfunctie gedeactiveerd.
3. Vergrendelgreep (14) van de draaitafel
vastdraaien.
Opgelet!
· Om ervoor te zorgen dat de verstekhoek tijdens
het zagen niet kan veranderen, moet de
vergrendelgreep (14) van de draaitafel (ook in
de rustposities!) worden vastgedraaid.
4. Werkstuk zagen zoals beschreven bij "8.3
Rechte zaagsnedes".
8.5 Schuine zaagsnedes
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (23) ontgrendelen.
– Zaagkop (13) naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (20) uitgeschakeld.
– Draaitafel (16) staat in 0°-positie,
vergrendelgreep (14) voor de draaitafel is
vastgetrokken.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Borgschroef (9) van de trekbank is los.
– Werkstukaanslag instellen:
Borgschroeven (26) losdraaien. De instelbare
werkstukaanslagen (25) op een dergelijke
manier verschuiven dat het werkstuk zo goed
mogelijk wordt ondersteund, zonder met het
blad of de beschermkap in contact te komen.
Met borgschroeven (26) vergrendelen.
– Borgschroef (9) van de trekbank is los.
– Indien nodig: hoekbegrenzing (28) voor een
uitgebreidere hoek instellen. Zie hoofdstuk 7.3.)
Werkstuk zagen:
1. Afb. G: Vergrendelhendel (29) voor het
instellen van de hoek van de zaag losmaken.
2. Vergrendelhendel (27) instellen:
·Vergrendelhendel (27) in de richting van de
bedienzijde trekken = kantelarm traploos
verstellen.
·Vergrendelhendel (27) in de richting van de
achterkant schuiven = kantelarm in de
vergrendelposities vergrendelen.
Aanwijzing:
De kantelarm vergrendelt in de hoeken 0°, 22,5°
en 33,9°.
3. Kantelarm langzaam in de gewenste positie
kantelen
4. Vergrendelhendel (29) voor het instellen van
de hoek vasttrekken.
Opgelet!
· Om ervoor te zorgen dat de hoek tijdens het
zagen niet kan worden veranderd, moet de
vergrendelhendel (29) van de kantelarm (ook in
de vergrendelde posities!) worden
vastgedraaid.
5. Werkstuk zagen zoals beschreven bij "8.3
Rechte zaagsnedes".
8.6 Dubbele versteksnedes
Aanwijzing:
De dubbele versteksnede is een combinatie uit
een versteksnede en een schuine snede. Dat
betekent, het werkstuk wordt schuin in richting
van de achterste aanleunrand en schuin naar de
bovenkant gezaagd.
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (23) ontgrendelen.
– Zaagkop (13) naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (20) uitgeschakeld.
– Draaitafel (16) in de gewenste positie
vergrendeld (vergrendelgreep (14) voor de
draaitafel is vastgetrokken).
– Kantelarm in de gewenste hoek ten opzichte
van het werkstukoppervlak gekanteld en
vergrendeld (vergrendelhendel (29) is
aangetrokken).
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Borgschroef (9) van de trekbank is los.
– Werkstukaanslag instellen:
Borgschroeven (26) losdraaien. De instelbare
werkstukaanslagen (25) op een dergelijke
manier verschuiven dat het werkstuk zo goed
mogelijk wordt ondersteund, zonder met het
blad of de beschermkap in contact te komen.
Met borgschroeven (26) vergrendelen.
Voor bepaalde hoekinstellingen kan het
noodzakelijk zijn, een verstelbare
werkstukaanslag (25), na het losmaken van de
borgschroef (26), er helemaal uit te trekken.
Borgschroef (26) weer vast draaien. (Na het
uitvoeren van de zaagsnede de verstelbare
werkstukaanslag (25) weer aanbrengen en met
de borgschroef (26) fixeren, zodat hij niet
verloren raakt.)
Werkstuk zagen:
Gevaar!
Bij de dubbele versteksnede is het zaagblad
vanwege de vergrootte hoek makkelijker
toegankelijk – hierdoor bestaat een verhoogd
letselrisico. Houd steeds voldoende afstand tot
het zaagblad!
· Werkstuk zagen zoals beschreven bij "8.3
Rechte zaagsnedes".
8.7 Groeven zagen
Aanwijzing:
De zaagdieptebegrenzing maakt samen met de
trekbank het maken van groeven mogelijk. Hierbij
wordt geen deelsnede gemaakt, maar wordt het
werkstuk slechts tot op een bepaalde diepte
ingesneden.
Opgelet! Gevaar op terugslag!
Bij het maken van groeven is het bijzonder
belangrijk, dat er geen zijdelingse druk op het
zaagblad wordt uitgeoefend. De zaagkop kan
anders plotseling omhoog slaan! Gebruik voor het
maken van groeven een spaninrichting. Vermijd
een zijdelingse druk op de zaagkop.