Download Print this page

Emerson MVS205 Use Instructions page 24

Multi-variable sensor
Hide thumbs Also See for MVS205:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Instructies voor veilig gebruik – MVS205
159 mm
Afbeelding 5. Leidingmontage van de MVS205
(verticale leiding)
6.
Verwijder, om toegang te krijgen tot de
aansluitingen in de MVS-sensor, de dekselclip
op de sensor met een 3 mm inbussleutel.
Schroef vervolgens de deksel van de sensor los.
Via de interfaceprintplaat in de elektronische
kop van de MVS205 kan de MVS gevoed
worden door en communiceren met een ROC
of FloBoss via een seriële 4-aderige EIA-485
kabelverbinding (RS-485).
De vier aders van de kabel moeten een
diameter van minimaal 22 AWG en een lengte
van maximaal 605 meter hebben.
Tabel 1. Aansluitingen van de
MVS-interfaceschakeling
Aansluiting
A
B
RTD REF
RTD +
RTD –
RTD RET
+
De aansluitingen in de kop van de MVS205
zijn op dezelfde manier gelabeld als de
aansluitingen op het MVS-aansluitingenblok in
de ROC of FloBoss. Sluit de aansluitingen op de
ROC of FloBoss en remote MVS een voor een
aan: A op A, B op B, "+" op "+", en "–" op "–".
Verwissel nooit de polariteit van de
voedingskabels (+ en –) bij het aansluiten
van de bekabeling van de MVS-unit.
MVS205ac.dsf
Functie
+ signaal
– signaal
RTD REF
RTD +
RTD –
RTD RET
+ voeding
– voeding
Sluit bij een unit uit de serie ROC300 de
vooraf vervaardigde kabel van de DPI-module
aan op de communicatieverbinding van het
apparaat uit de serie ROC300. Hierbij moet de
MVS-netwerkkaart (CMA8H) gebruikt worden
als communicatieprintplaat. Sluit vervolgens vier
aders aan tussen de poort 2 van de DPI-module
en de MVS. Zie de Gebruikershandleiding voor
de remote MVS-interface (Document A6090).
Sluit bij een FloBoss 407-unit vier aders aan
tussen het aansluitingenblok van de FloBoss
407 MVS op de printplaat en de MVS-sensor.
Sluit bij een ROC809-unit vier aders aan
tussen het aansluitingenblok van de ROC809
MVS-module en de MVS-sensor.
Maak in alle gevallen de verbindingen door
het uiteinde van de ader te strippen (maximaal
6 mm), het gestripte uiteinde van de ader onder
het klemplaatje onder de aansluitschroef te
steken en deze vervolgens met 0,25 Nm vast
te draaien.
Let op. Verwissel de aders van de voeding
niet. Deze verbindingen mogen alleen gemaakt
worden nadat de voedingsspanning van de
ROC- of FloBoss-unit uitgeschakeld is.
Controleer de polariteit van de aansluitingen
nogmaals voordat de voedingsspanning wordt
ingeschakeld. Als de aders verwisseld zijn en de
voedingsspanning wordt ingeschakeld, kan de
printplaat van de MVS en de ROC- of FloBoss-
unit beschadigd raken.
7.
Sluit de remote MVS aan op een geschikte
aarding volgens de ter plaatse geldende
voorschriften en normen. Het apparaat kan op
twee manieren geaard worden: intern en extern.
Zie Afbeelding 2 voor de locatie van de externe
aardingsaansluiting.
Alle aardingen mogen maximaal een staaf-
of roosterimpedantie van 25 ohm hebben,
gemeten met een aardingstester. De
aardingsdraad mag een weerstand hebben van
maximaal 1 ohm tussen de aardingsaansluiting
van de elektronische kop van de MVS205-
sensor en de aardingspen of het aardscherm.
Monteer, ter bescherming tegen blikseminslag,
een piekstroomonderdrukker bij het
uitschakelpunt van de gelijkspanningsbron.
8.
Voor het meten van de procestemperatuur
wordt een externe drie- of vierdraads RTD
gebruikt. De RTD sensor wordt rechtstreeks
aangesloten op de interfaceprintplaat van
de MVS-sensor. Voor de aansluiting is een
afzonderlijke RTD-kabelset noodzakelijk. Zie
Tabel 1 voor de beschrijving van de aansluitingen.
Document A6154
Pagina 4

Advertisement

loading