Onderhoud - Nederman FlexPAK Series Instruction Manual

Vacuum units
Hide thumbs Also See for FlexPAK Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 28
NL
• Het systeem wordt pas gestart als u op de knop Test
start drukt (afbeelding 3).
Controleer de draairichting door één hand voor de
klep van de vacuümbegrenzing te houden. Er mag
geen lucht uit de klep blazen. Als er geen lucht uit de
klep blaast, kunt u verder gaan met de startprocedure.
Anders stopt u het systeem met de knop
Onderbreek de stroom met de stroomonderbreker.
Open de start- en besturingseenheid en verwissel twee
van de binnenkomende fasegeleiders.
Controleer opnieuw de draairichting.
Wees voorzichtig bij het controleren van de
draairichting, aangezien de demper is ver-
wijderd. Steek uw hand niet in de behuizing
van de pomp.
Gebruik gehoorbescherming.
• Controleer of het systeem direct start als de knop
wordt ingedrukt. As het systeem start, is een van de
kleppen op een van de werkstations geopend zodat
de microschakelaar contact maakt, of de stuursignaal-
kabel is beschadigd, waardoor beide draden elkaar
raken. Wanneer dit het geval is, stopt u het systeem
met de knop
en onderzoekt u de storing. Maak
eventueel de stuursignaalkabel los van de besturings-
eenheid (zie afbeelding 18 - Aansluitingen) en spoor
het probleem op door met een ohmmeter langs alle
kabelvertakkingen te gaan, totdat u het punt vindt
waar de kabels ongewenst contact maken.
• Als alles goed werkt, gaat het systeem naar de
"Standby"-stand. Het systeem mag pas starten als u
op een werklocatie een klep opent, zodat de micro-
schakelaar contact maakt, of wanneer u op de knop
Test start/Filter Cleaningdrukt, zoals getoond in
afbeelding 6. Als de klep dichtgaat, moet het systeem
na de op het display ingestelde tijd (DIR) - meestal 12
seconden - overschakelen naar stationair (en filter-
reiniging). Het systeem moet na de tijd die op het dis-
play (SSR) is ingesteld, stoppen. Dit is meestal na 10
minuten.
• Wanneer het systeem volledig in bedrijf is (niet stati-
onair), drukt u op de knop Filter Cleaning(afbeelding
6) en controleert u of de filterreinigingsfunctie wordt
geactiveerd. De filterreinigingsfunctie (pneumatische
cilinder met klepschijf) is verborgen onder de behui-
zing. Zie afbeelding 6 positie 2. De functie is herken-
baar doordat het geluid duidelijk verandert.
• Controleer wanneer alle kleppen bij de werkstations
zijn gesloten of de motor langzamer gaat draaien (is
goed te horen) en of na ongeveer 12 seconden naar
stationair wordt overgeschakeld en de filters worden
gereinigd. Is dit niet het geval, verbreek dan hand-
matig de aansluiting van de stuursignaalkabel door
de zekeringenhouder (F4) te openen. Als nu niet na
12 seconden naar stationair wordt overgeschakeld,
onderzoek dan of er een probleem is met de stuursig-
10
naalkabel. Controleer wanneer er niet wordt overge-
schakeld de ingestelde tijd op het display (DIR-func-
tie).
• Ongeveer 10 minuten nadat het systeem naar statio-
nair is overgeschakeld, zou het moeten stoppen (naar
stand-by moeten gaan), omdat het met de SSR-func-
tie is uitgeschakeld.
.
• Plaats als alle controles zijn uitgevoerd de kap weer
over de besturingseenheid en de geluiddempende
behuizing over de motor/ventilator.

Onderhoud

Stofverzamelbak
Leeg regelmatig de stofverzamelbak, in ieder geval
voordat deze voor 2/3 vol is. De accessoire BLI (Bin
Level Indicator) waarschuwt u bij dit niveau (2/3). Het is
aan te raden om voor het legen het filter handmatig te
reinigen. Druk hiervoor op de knop "Filter Cleaning". Zet
de vacuümeenheid uit en verwijder de stofverzamelbak
(afbeelding 12). Schakel de stroom uit en verwijder de
slang (afbeelding 14). Verwissel de plastic zak (afbeel-
ding 13) en plaats de slang en de stofverzamelbak
terug.
LET OP! Als u de slang niet terugplaatst na het
vervangen van de plastic zak, ontploft de zak door
het drukverschil en de atmosferische druk onder
de zak!
LET OP! Controleer of de slang verstopt of bescha-
digd is!
Lees het hoofdstuk over "VEILIGHEID"
voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat
verrichten. Om onderhoud te kunnen ver-
richten, moet het systeem worden geopend
en eventueel gedemonteerd. Onjuist hande-
len brengt grote risico's met zich mee. Het
is belangrijk dat onderhoudsmedewerkers
van deze risico's op de hoogte zijn.
Gevaar voor brandwonden!
Bij onderhoudswerkzaamheden aan of in
de buurt van de motor, de ventilator of het
luchtkanaal.
Maak altijd gebruik van een goedgekeurd
ademhalingsmasker bij het vervangen van
de stofzak en andere werkzaamheden waar-
bij u aan stof wordt blootgesteld.
Draag gehoorbeschermers bij gebruik van
de eenheid en werkzaamheden in de buurt
van het bovenste gedeelte van de stofafzui-
ging.
NL

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Flexpak800Flexpak1000

Table of Contents