Algemene Veiligheidsaanwijzingen; Bedieningspersoneel; Elektrische Werkzaamheden; Gedrag Tijdens Het Bedrijf - Homa Solestar Original Instruction Manual

Hide thumbs Also See for Solestar:
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

2.3. Algemene veiligheidsaanwijzingen

Bij de in- en uitbouw van de installatie mag niet alleen
worden gewerkt.
Alle werkzaamheden (montage, demontage, onder-
houd, installatie) mogen alleen plaatsvinden terwijl de
installatie is uitgeschakeld. Het product moet worden
gescheiden van het stroomnet en beveiligd tegen op-
nieuw inschakelen. Alle draaiende onderdelen moet-
en tot stilstand gekomen zijn.
De bediener moet elke optredende storing onmiddel-
lijk melden aan zijn leidinggevende.
Een onmiddellijke stilzetting door de bediener is dwin-
gend noodzakelijk wanneer er gebreken optreden die
de veiligheid in gevaar brengen. Hieronder vallen:
Falen van de veiligheids- en/of bewakingscontroles
Beschadiging van belangrijke onderdelen
Beschadiging van elektrische inrichtingen, leidingen
en isolaties.
Gereedschap en andere voorwerpen mogen alleen
op de daarvoor bestemde plaatsen worden bewaard,
om een veilige bediening te waarborgen.
Bij werkzaamheden in afgesloten ruimtes moet
worden gezorgd voor voldoende ventilatie.
Bij laswerkzaamheden en/of werkzaamheden met
elektrische apparatuur moet ervoor worden gezorgd
dat er geen explosiegevaar bestaat.
Om verstikking en vergiftigingen uit te sluiten, moet
worden gewaarborgd dat er op de werkplek voldo-
ende zuurstof aanwezig is en dat er geen giftige gas-
sen voorkomen in het werkbereik.
Meteen na afronding van de werkzaamheden moet-
en alle veiligheids- en beveiligingssystemen weer
worden aangebracht of in werking gesteld.
De ongevalpreventievoorschriften en de algemeen
erkende regels van de techniek moeten worden
nageleefd. Wij wijzen u erop dat wij volgens de wet
op de productaansprakelijkheid niet aansprakelijk zijn
voor schade die wordt veroorzaakt door ons appa-
raat, indien de aanwijzingen en voorschriften uit deze
handleiding niet worden nageleefd. Voor toebehoren
gelden dezelfde bepalingen.
Deze aanwijzingen moeten beslist worden nage-
leefd. Niet-naleving kan leiden tot letsel en/of erns-
tige materiële schade.

2.4. Bedieningspersoneel

Het voltallige personeel dat aan de installatie werkt, moet
gekwalificeerd zijn voor deze werkzaamheden. Het voltal-
lige personeel moet meerderjarig zijn.
Als basis voor het bedienings- en onderhoudspersoneel
moeten daarnaast ook de nationale ongevalpreventi-
evoorschriften in acht worden genomen. Er moet worden
gecontroleerd of het personeel de instructies in deze
handleiding gelezen en begrepen heeft, evt. moet deze
handleiding in de gewenste taal worden nabesteld bij de
fabrikant.

2.5. Elektrische werkzaamheden

Onze elektrische producten worden aangedreven met
wissel- of draaistroom. De plaatselijke voorschriften
moeten worden nageleefd. Voor de aansluiting dient het
schakelschema in acht te worden genomen. De tech-
nische instructies moeten strikt worden opgevolgd!
30 | nEDErlanDS
Wanneer een machine is uitgeschakeld door een beveil-
iging, mag deze pas weer worden ingeschakeld nadat de
fout is verholpen.
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom tijdens elek-
trische werkzaamheden dreigt levensgevaar! Deze
werkzaamheden mogen uitsluitend door een gekwal-
ificeerde elektricien worden uitgevoerd.
Pas op voor vocht!
Door het binnendringen van vocht in de kabel raakt
de kabel beschadigd en onbruikbaar. Daarnaast
kan er water in de aansluitruimte of motor binnen-
dringen en schade veroorzaken aan klemmen of de
wikkeling. Dompel het kabeluiteinde nooit onder in
de pompvloeistof of een andere vloeistof.
2.5.1. Elektrische aansluiting
De bediener van de installatie moet geïnstrueerd zijn over
de stroomtoevoer en de uitschakelmogelijkheden ervan.
Bij het aansluiten van de installatie op het elektrische
schakelsysteem, met name bij de toepassing van bijv.
frequentieomvormers en soft starter, moeten voor het
aanhouden van de elektromagnetische compatibiliteit de
voorschriften van de fabrikant van het schakeltoestel in
acht worden genomen. Eventueel zijn voor de stroom- en
stuurkabels aparte afschermmaatregelen nodig (bijv. spe-
ciale kabels).
De aansluiting mag alleen plaatsvinden als de schakelt-
oestellen voldoen aan de geharmoniseerde EU-normen.
Mobiele telefoons kunnen storingen in de installatie vero-
orzaken.
2.5.2. Aardaansluiting
Onze installaties moeten principieel worden geaard. Wan-
neer de mogelijkheid bestaat dat personen met de instal-
latie en de vloeistof in aanraking komen, moet de geaarde
aansluiting daarnaast nog worden beveiligd met een bev-
eiliging tegen foutstroom.

2.6. Gedrag tijdens het bedrijf

Bij het bedrijf van het product moeten de op de werk-
plek van de machine geldende wetten en voorschriften
m.b.t. beveiliging van de werkplek, ongevallenpreventie
en omgang met elektrische machines worden nageleefd.
In het belang van een veilig werkproces moet de werkin-
deling van het personeel worden vastgelegd door de geb-
ruiker. Het voltallige personeel is verantwoordelijk voor de
naleving van de voorschriften. Tijdens het bedrijf draaien
bepaalde onderdelen (waaier, propeller) om de vloeistof te
verpompen. Door bepaalde bestanddelen kunnen er aan
deze onderdelen zeer scherpe randen ontstaan.
Waarschuwing voor draaiende onderdelen!
De draaiende onderdelen kunnen ledematen
beknellen en afsnijden. Grijp tijdens het bedrijf
nooit in het installatieonderdeel en raak draaiende
onderdelen niet aan. Schakel de machine vóór on-
derhouds- of reparatiewerkzaamheden uit en laat de
draaiende onderdelen tot stilstand komen!

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents