Luchtfilter; Condenswateropvangbak - CIAT COMFORT LINE Instruction Manual

5.1 Luchtfilter

Het filter is essentieel voor de goede werking van het apparaat om te voorkomen dat de
wisselbatterij vervuilt, de prestaties afnemen en de unit meer geluid gaat maken en meer elektriciteit
gaat verbruiken.
In de basisuitvoering is de COMFORT LINE uitgerust met een G3 filter. Wij raden u aan
deze een keer per jaar te vervangen. Als de onderhoudsintervallen klein zijn, kan de filter
worden schoongemaakt met een stofzuiger, in de omgekeerde richting van de luchtstroom. De
bovenstaande voorschriften worden ter indicatie gegeven, CIAT raadt aan regelmatig het uiterlijk
van het filter te controleren om het vervangingsinterval te bepalen. Dit kan variëren naar gelang
de aard van de ruimte en de gebruiksomstandigheden.
Het apparaat kan op verzoek van de klant zonder filter geleverd worden.
Bij montage LI, LY wordt het apparaat geleverd met een G3-filter of een Epure-filter.
In geen enkel geval mag de filter schoongemaakt worden met water of
schoonmaakproduct dat de groei van bacteriën zou kunnen bevorderen.
- Zoek de twee schroeven op de dia filter monteren ( ref .a) .
- Draai schroeven (b)
- Begeleid het filter in de schuif naar beneden (c)
- Haal het filter uit zijn houder.
- Na uitvoering ' een nieuwe filter maken hem(er) schuif tegen de stang goed hem(er)
handhaven en teruggeplaatst de schuifschakelaar.
- Opnieuw Draai beide schroeven
- Verwijder het filter paneel met de 4 schroeven ( rep.d ) .
- Kantel de bevestigingsstang van het filter tegen de motorventilatorunit (e)
- Trek het filter naar beneden en verwijder het schuin (f)
- Markeer de twee bevestigingsnokken (h) op het retourrooster met kleine gaatjes
- Duw tegen de twee nokken om het retourrooster vrij te maken.
- Begeleid het retourrooster dat op de scharnier is gemonteerd omlaag, tot een hoek
loodrecht op het rooster.
- Haal het filter uit zijn houder.
- Monteer, na het plaatsen van een nieuwe filter, het retourrooster terug. Vergrendel het
dichtbij het paneel, door tegelijk met een droge tik de twee nokken naar boven te duwen .
- Controleer of het rooster goed vastzit.

5.2 Condenswateropvangbak

De condenswateropvangbak evenals de uitbreiding van de bak moeten schoon
blijven. De bakken en de afvoeraansluitingen kunnen worden gereinigd met een niet-
schurend afwasmiddel met water. Controleer ook periodiek of de afvoerslang niet
verstopt, gevouwen, versmald is en een vereiste helling van -0°/+2 over de gehele
lengte heef.
Controleer voor het inschakelen van de unit of het water goed in de condensopvangbak
stroomt door water erin te gieten.
NL - 10
NL 12.48 F