Luchtaansluitingen; Wateraansluitingen - CIAT COMFORT LINE Instruction Manual

Hide thumbs Also See for COMFORT LINE:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 35

4.2 Luchtaansluitingen

Ventilatorconvectoren zijn niet bestemd om de vochtigheid van de buitenlucht te
behandelen. De behandeling van de verse moet gebeuren door een apart systeem
(zie het assortiment van luchtbehandelingskasten van CIAT).
De montage van de plenums gebeurt met 4 of van 6 schroeven (Fig. 4)
Als de verse lucht rechtstreeks van buiten wordt aangezogen, mag het kanaal niet
langer dan 5 meter zijn. De temperatuur van de verse lucht mag niet lager zijn dan
-10°C. De installateur moet ook zorgen voor een regenwerend rooster en een filter om
te voorkomen dat regen of vuil in het kanaal terechtkomt. Als een hulpventilator wordt
gebruikt (door de installateur te leveren) mag, om problemen met geluid of bevriezing
van de batterij of van de bypass via de luchtfilter te voorkomen, de hoeveelheid verse
lucht niet meer dan 10% van het nominale debiet van de unit zijn.
- Verwijder de vooruitgesneden cirkel van plaatwerk met de isolatie door de
koppelingspunten door te snijden.
- Bevestig het ventilatorhuis met of zonder regelaar met behulp van de 4 geleverde schroeven.
- Verwijder eventueel het aantal benodigde vulstukken om het gewenste debiet te
verkrijgen. Het bereik van de debieten staat op de sticker op het ventilatorhuis.
- 2 vulstukken komen overeen met een minimaal debiet, 1 vulstuk met een gemiddeld
debiet en geen enkel vulstuk met het maximum debiet.
- Om het gewenste debiet te verkrijgen, moet het drukdifferentieel liggen tussen 50 & 100 Pa.
- Let op dat de stand BAS (= ONDER) van de regelaar aangehouden wordt.
Het retourrooster wordt gemonteerd met 11 schroeven (fig. 5, a)
Instelling van de hoogte van het retourrooster Verwijder de 4 plaatschroeven (b).
Stel de gewenste hoogte in (max. uitslag 40 mm).Zet de 4 schroeven (c) weer vast

4.3 Wateraansluitingen

In alle gevallen circuleert het water in elke batterij van de ingang aan de onderkant
naar de uitgang aan de bovenkant.
Ligging van de leidingen in het systeemplafond (Fig. 7).
De batterijen (Fig. 8) hebben aansluitwartels met draaibare moeren met plat
de afmetingen van het apparaat en een afdichtring (door CIAT geleverd).
van 7 mm of een platte schroevendraaier.
: De batterij kan gedeeltelijk afgetapt worden. Als de installatie in
de winterperiode niet in gebruik is, dan zijn voorzorgen nodig. Voor het compleet
aftappen moet perslucht in de batterij worden geblazen.
NL- 3
NL
NL 12.48 F

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents