Mitsubishi Electric PLA-RP-BA Series Installation Manual page 68

Hide thumbs Also See for PLA-RP-BA Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
7. Proefdraaien
7.1. Voordat u gaat proefdraaien
► Controleer nadat u de binnen-en buitenapparaten, inclusief pijpen en be-
drading, volledig heeft geïnstalleerd het geheel op lekken van koelstof,
losse elektrische contacten in voeding of besturingsbedrading en polar-
iteit en controleer of er geen verbreking van een fase in de voeding is.
► Controleer met behulp van een megohmmeter van 500 volt of de weer-
stand tussen de netspanningsaansluitpunten en de aarde minimaal 1,0
MΩ bedraagt.
TEST RUN
COOL, HEAT
°C
°C
SIMPLE
TEMP.
ON/OFF
MENU
ON/OFF
FILTER
BACK
MONITOR/SET
DAY
CHECK
PAR-21MAA
CLOCK
OPERATION
CLEAR
Fig. 7-1
ON/OFF
MODE
CHECK
TEST RUN
SET
Fig. 7-2
ERROR CODE
TEMP.
ON/OFF
MENU
ON/OFF
FILTER
BACK
MONITOR/SET
DAY
CHECK
TEST
OPERATION
PAR-21MAA
CLOCK
CLEAR
ERROR CODE
ERROR CODE
Fig. 7-3
68
A
Knop ON/OFF
ON/OFF button
B
Weergave TEST RUN
Test run display
(proefdraaien)
Liquid pipe (Indoor unit)
C
Temperatuurweergave
temperature display
omgeving/vloeistofl eiding
ON/OFF lamp
D
ON/OFF-lampje
Power display
E
Stroomweergave
Error code display
F
Weergave van foutcode
Test run remaining time display
Weergave van resterende
Set temperature button
looptijd van test
Mode selection button
TEST
G
Instellingsknop temperatuur
Air direction button
H
Keuzeknop werkingsmodus
TEST button
I
Instellingsknop luchtrichting
Fan Speed button
M
Knop TEST (test)
Louver button
N
Knop ventilatorsnelheid
O
Luifelknop
TEST RUN
TEMP
FAN
AUTO STOP
VANE
AUTO START
LOUVER
h
min
RESET
CLOCK
CHECK
ON/OFF
TEMP
FAN
AUTO STOP
MODE
VANE
AUTO START
CHECK
LOUVER
h
TEST RUN
min
SET
RESET
CLOCK
Fig. 7- 4
Voer deze test niet uit op de aansluitpunten van de besturingsbedrading
(laagspanningscircuit).
Waarschuwing:
U mag de airconditioner niet gebruiken als de isolatieweerstand minder dan
1,0 MΩ bedraagt.
7.2. Proefdraaien
De volgende 3 methodes zijn mogelijk.
7.2.1. Afstandsbediening met draad (Fig. 7-1)
1 Schakel het apparaat minimaal 12 uur voor het proefdraaien in.
2 Druk tweemaal op de toets [TEST].
3 Druk op de toets [Mode selection] (Moduskeuze) en schakel over naar de werk-
stand koelen (of verwarmen).
Controleer of er koude (of warme) lucht wordt uitgeblazen.
4 Druk op de toets [Fan speed] (Windsnelheid).
Controleer of de luchtuitstroomsnelheid verandert.
5 Druk op de [instellingsknop luchtrichting] of op de [luifelknop].
Controleer de werking van de vin of het luifel.
6 Controleer de ventilator van het buitenapparaat op een goede werking.
7 Schakel het proefdraaien uit met de [ON/OFF] (AAN/UIT)-toets
8 Leg een telefoonnummer vast.
Het telefoonnummer van de reparatiewerkplaats, het verkoopkantoor, enz., kan
in de afstandsbediening worden vastgelegd, zodat u contact op kunt nemen
als er zich een storing voordoet. Het telefoonnummer wordt dan getoond als er
zich een fout voordoet. Zie voor het registreren de bedieningshandleiding van
het binnenapparaat.
7.2.2. De draadloze afstandsbediening gebruiken (Fig. 7-2)
1 Schakel minstens 12 uur voor het proefdraaien de netspanning op het apparaat.
2 Druk twee keer achter elkaar op de toets TEST
(Voer deze handeling uit wanneer het display van de afstandsbediening is uitge-
schakeld.)
TEST RUN
en de huidige stand worden weergegeven.
A
MODE
3 Druk op de
-toets om de
te stellen; controleer daarna of er koude lucht uit het apparaat wordt geblazen.
MODE
4 Druk op de
-toets om de
ing te stellen; controleer daarna of er verwarmde lucht uit het apparaat wordt
geblazen.
FAN
5 Druk op de knop
en controleer of het toerental van de ventilator verandert.
VANE
6 Druk op de VANE
(lamellen)-toets en controleer of het automatische
lamellenrooster goed werkt.
7 Druk op ON/OFF (AAN/UIT) om het proefdraaien te beëindigen.
Opmerking:
• Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor van het bin-
nenapparaat en voer de stappen 2 t/m 7 uit.
• Het apparaat kan in de werksta=nden VENTILATOR, DROGER en AUTO niet
in werking worden gezet.
7.2.3. Met SW4 in het buitenapparaat
Raadpleeg de installatiehandleiding van het buitenapparaat.
7.3. Zelfcontrole
7.3.1. Voor de afstandsbediening med draad (Fig. 7-3)
1 Schakel de netspanning aan.
2 Druk tweemaal op de [CHECK]-knop.
3 Stel met de [TEMP]-knop het adres van het koelmiddel in, indien systeemrege-
ling wordt gebruikt.
4 Druk op de [ON/OFF]-knop om de zelfcontrole te stoppen.
A CHECK-knop
B Koelvloeistofadres
C TEMP-knop
D IC: Binnenapparaat
OC: Buitenapparaat
E Controlecode
F Adres van het apparaat
7.3.2. Voor de draadloze afstandsbediening (Fig. 7-4)
1 Schakel de netspanning aan.
CHECK
2 Druk tweemaal op de
-knop.
(Voer deze handeling uit wanneer het display van de afstandsbediening is
uitgeschakeld.)
A De
begint te branden.
B "00" begint te fl ikkeren.
h
3 Druk op
terwijl u met de afstandsbediening in de richting van het ontvang-
stgedeelte van het apparaat wijst. De controlecode zal worden aangegeven
door het aantal keren dat de zoemer van het ontvangstgedeelte zoemt en door
het aantal keren dat het bedieningslampje fl ikkert.
4 Druk op ON/OFF (AAN/UIT) om de zelfcontrole te stoppen.
"TEST RUN" in het LCD-venster
Stop
TEST RUN
.
mode, (koel)-stand in werking
(verwarming)-stand in werk-

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents