Siemens pointek CLS 100 Quick Start Manual page 113

CLS 100 Kunststof
Symptoom
Groene LED UIT
Groene LED uit, bij correcte
voeding
Groene LED aan en gele LED
aan terwijl er geen reactie is
op product en/of instelling
Hysteresegebied te groot
Ongelijke stroom in rode en
zwarte draad
De gele LED gaat niet aan of
uit
Te veel stroom in de kring
Rode LED gaat aan
tegenover de gele LED,
terwijl dit niet de bedoeling
is
Rode en gele LED's
knipperen snel
Rode en gele LED's
knipperen bij het schakelen
Relaiscontact volgt niet de
status van de rode LED
Gele LED is aan terwijl de
elektrode niet is bedekt
7ML19985QJ81
Oorzaak
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Het voedingsspanningsbereik moet
altijd tussen 12 tot 33 V DC liggen
Defect component in instrument
Connector is losgeraakt
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Het voedingsspanningsbereik moet
altijd tussen 12 tot 33 V DC liggen
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Het voedingsspanningsbereik moet
altijd tussen 12 tot 33 V DC liggen
Stroomkring is DC biased in relatie
tot massa
Zwarte draad meer dan + 36 V DC
t.o.v. Massa
Defect component in instrument
Voedingsspanning te hoog
Verkeerde polariteit op rode en
zwarte regelkring klemmen
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Het voedingsspanningsbereik moet
altijd tussen 12 tot 33 V DC liggen
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Het voedingsspanningsbereik moet
altijd tussen 12 tot 33 V DC liggen
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Het voedingsspanningsbereik moet
altijd tussen 12 tot 33 V DC liggen
Defect component in instrument
Dit kan significante
materiaalafzetting aangeven.
Pointek CLS 100 – Gebruikershandleiding
Actie
Controleer de voeding
Minimaal 12 V DC op de klemmen
wanneer de signaalstroom 20 mA is
Neem contact op met distributeur
Bevestig connector weer
Controleer de voeding
Minimaal 12 V DC op de klemmen
wanneer de signaalstroom 20 mA is
Controleer de voeding
Minimaal 12 V DC op de klemmen
wanneer de signaalstroom 20 mA is
Pas schakelkring aan
Verwijder de oorzaak van de spanning
op de rode draad en/of afwijking
Neem contact op met distributeur
Zorg er altijd voor dat het
voedingsspanningsbereik tussen 12 tot
33 V DC ligt
Verwissel de polariteit op de klemmen
van de kring
Controleer de voeding
Minimaal 12 V DC op de klemmen
wanneer de signaalstroom 20 mA is
Controleer de voeding
Minimaal 12 V DC op de klemmen
wanneer de signaalstroom 20 mA is
Controleer de voeding
Minimaal 12 V DC op de klemmen
wanneer de signaalstroom 20 mA is
Neem contact op met distributeur
Draai de gevoeligheidspotentiometer
verder linksom.Controleer
sensoruiteinde
Blz. NL-13