Stoppen; Na Het Gebruik - Stiga CS 700 Li 48 Operator's Manual

Battery powered chainsaw for tree service
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 174
6.5.3
Takken van een boom snoeien
Snoeien betekent de takken van een gevelde boom
afzagen.
Let op de steunpunten van de tak op de
grond, op de mogelijkheid dat die in spanning
staat, op de richting die de tak kan aannemen
tijdens het zagen en op de mogelijke instabiliteit
van de boom na het afzagen van de tak.
Als er takken gesnoeid worden moeten de grotere,
onderste takken niet afgezaagd worden om de stam
te steunen.
Verwijder de kleine takken met een enkele klop
(Afb. 25.A).
U kunt het beste de onder spanning staande takken
vanaf de onderkant afzagen om te voorkomen dat
de kettingzaag doorbuigt (Afb. 25.B).
6.5.4
Doorzagen van een boomstam
Met doorzagen wordt het dwars in stukken
zagen van boomstammen bedoeld.
Het is belangrijk stevig op de grond te staan met
uw gewicht gelijkmatig over beide benen verdeeld.
Indien mogelijk, kunt u het beste de boomstam om-
hoog zetten met behulp van takken, andere boom-
stammen of houtblokken.
Het doorzagen van een stam wordt vergemakkelijkt
door het gebruik van de pal (Afb. 1.H):
1. steek de pal in de stam, voer een hefboom-
kracht uit op de pal en laat de machine een
boogvormige beweging maken zodat het blad in
het hout kan dringen (Afb. 26);
2. herhaal de handeling meerdere keren indien
nodig, door het steunpunt van de pal te ver-
plaatsen.
• Boomstam op de grond
Als de boomstam over zijn hele lengte op de
grond rust, dan moet hij van bovenaf doorgezaagd
(bovenste zaagsnede) worden (Afb. 27.A).
– Zaag tot ongeveer halverwege de diameter,
rol de stam en maak het werk af aan de
tegenoverliggende zijde.
• Op een enkel uiteinde steunende boomstam
Wanneer de boomstam op een enkel uiteinde steunt
– dient men 1/3 van de doorsnede van de
onderste kant (onderste zaagsnede) door te
zagen (Afb. 28.A);
– daarna moet u van boven naar onder zagen
naar de eerste zaagsnede toe (Afb. 28.B).
• Op beide uiteinden steunende boomstam
Wanneer de boomstam op beide uiteinden steunt:
– dient men 1/3 van de doorsnede van boven
af door te zagen (bovenste zaagsnede)
(Afb. 29.A);
– dan moet u de laatste snede uitvoeren, door 2/3
van de boomstam van onderaf doorzagen naar
de eerste zaagsnede toe (Afb. 29.B).
• Hellende boomstam
Als er een boomstam op een helling
doorgezaagd wordt, moet u altijd boven
de boomstam staan, (Afb. 30).
Om de controle over de zaag niet te verliezen als de
boomstam bijna helemaal doorgezaagd is, moet u
de druk op de zaagsnede verminderen zonder de
grip op de handgrepen van de machine te vermin-
deren. De machine mag de grond niet raken.
6.6

STOPPEN

Om de machine te stoppen:
1. De versnellingshendel loslaten (Afb. 16.A).
2. Druk op de contacttoets (Afb. 15.A) om het
elektrische circuit te deactiveren (licht uit).
Na de versnellingshendel losgelaten
te hebben, moet men enkele seconden
wachten tot de getande ketting stil valt.
De machine steeds stoppen:
– tijdens verplaatsingen tussen werkzones.
Houd tijdens de verplaatsingen nooit de
vinger op de contacttoets om te vermijden de
machine ongewild in te schakelen.
6.7

NA HET GEBRUIK

6.7.1
Na het gebruik met accu
1. Verwijder de accu uit zijn huizing (Afb. 31.K) en
laad het op (par. 7.2.2);
2. monteer de bladbescherming (Afb. 1.J);
3. laat de motor eerst afkoelen vóór de machine in
elke willekeurige ruimte op te bergen.
4. draai de bevestigingsbout van de staaf los om
de spanning van de ketting te verminderen
(par. 6.1.3);
5. reinig de machine zorgvuldig van stof en afval
en verwijder alle sporen van zaagsel of olie van
de ketting (par. 7.4);
6. controleer of er geen onderdelen los of bescha-
digd zijn. Vervang, indien nodig, de beschadig-
de delen en draai losgekomen schroeven en
bouten aan.
NL - 14

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents