Controleren / Bijvullen Van De Transmissieolie [4Wd]; Controle/Bijvullen (25); Verversen; Controleren Van Riemtransmissies - Stiga Park Series Instruction Manual

Ride-on lawnmower with seated operator
Hide thumbs Also See for Park Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 75
(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)
9.7
CONTROLEREN / BIJVULLEN VAN DE
TRANSMISSIEOLIE [4WD]
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13.
Zie voor en het type en de hoeveelheid
olie paragraaf "0 TABEL TECHNISCHE
GEGEVENS".

9.7.1 Controle/bijvullen (25)

1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2. Lees het oliepeil af op het reservoir (24:A).
Het oliepeil moet tot de lijn komen.
3. Vul indien nodig olie bij.

9.7.2 Verversen

Aftappen van de olie
1. Laat de machine gedurende 10-20 minuten
op verschillende snelheden lopen om de
transmissieolie op te warmen.
2. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
3. Schakel de parkeerrem in.
4. Zet de ontkoppelingshefbomen in stand A1 -
B1 zoals op afb. (15:A; 15:B).
5. Plaats één opvangbak onder de achteras en
één onder de vooras.
6. Open de motorkap en verwijder de dop van
het oliereservoir.
Gebruik uitsluitend een 3/8" dopsleutel
voor de olieaftapplug. Het gebruik van
ander gereedschap beschadigt de plug.
7. Verwijder de olieaftapplug van de achteras
(26:A).
8. Verwijder 2 aftappluggen uit de vooras.
Gebruik hiervoor een 12 mm sleutel. Laat de
olie uit de vooras en de leidingen lopen (27).
9. Controleer of de pakkingen op de aftapplug-
gen van de vooras intact zijn (27). Plaats de
pluggen terug. Aanhaalmoment: 15-17 Nm.
10. Controleer of de pakking op de olieaftapplug
van de achteras intact is (26:A). Plaats terug
in de achteras. Draai de olieaftapplug
aan tot 5 Nm.
11. De olieaftapplug wordt beschadigd als hij va-
ster dan 5 Nm wordt aangedraaid.
12. Zuig de olie uit het onderste deel van het
reservoir met behulp van een olieafscheider
(27).
Vullen
1. Vul het oliereservoir met de nieuwe olie.
2. Controleer of de koppelingshendel van de
NEDERLANDS
achteras uitgetrokken is.
3. Start de motor. Als de motor is gestart,
schuift de ontkoppelingshendel van de
aandrijving van de vooras automatisch naar
binnen.
De motor mag nooit draaien als
dachterste ontkoppelingshendel van
de aandrijving van de achteras is in-
geschakeld en de ontkoppelingshen-
del van de aandrijving van de vooras
uitgeschakeld is (15:A; 15:B). Hierdoor
kunnen de afdichtingen van de vooras
beschadigd raken.
Als de motor binnen moet draaien,
dient u ervoor te zorgen dat uitlaatgas-
sen kunnen worden afgevoerd.
4. Schakel de ontkoppelingshendel van de aan-
drijving van de vooras uit.
LET OP! De olie wordt zeer snel het sy-
steem ingezogen. Het reservoir moet
continu worden bijgevuld totdat het vol
blijft, om het circuit te vullen en ervoor
te zorgen dat er geen lucht in het syste-
em wordt gezogen, iets wat nooit mag
gebeuren.
5. Zet het gaspedaal in de voorste stand door
het te blokkeren met een houten wig (29).
6. Laat de motor een minuut in de stand vooruit
draaien.
7. Verwijder de houten wig en zet het gaspe-
daal in de stand achteruit. Ga door met het
bijvullen van de olie.
8. Laat de motor een minuut in de stand achte-
ruit draaien.
9. Verander de rijrichting elke minuut, zoals
hierboven is aangegeven, en ga door met
het bijvullen van de olie tot het borrelen in het
reservoir stopt.
10. Zet de motor af, plaats het kapje (25:B) van
het oliereservoir terug en sluit de motorkap.
11. Laat de machine een paar minuten op ver-
schillende snelheden draaien en corrigeer
indien nodig het oliepeil in het reservoir.
9.8
CONTROLEREN VAN RIEMTRANSMIS-
SIES
Dient u te controleren of alle riemen intact zijn.
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13.
NL
21

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents