NordicTrack 19.0 Treadmill Gebruiksaanwijzing page 23

DE INSTELLINGENMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel biedt een instellingenmodus
waarmee u uw loopband kunt aansluiten op uw eigen
draadloze netwerk en kunt inloggen op uw iFit Live ac�
count. Met de instellingenmodus kunt u ook de display
demo�modus aan of uitzetten. U kunt ook de meeteen�
heid selecteren.
1. Selecteer de stand instellingen.
P laats de sleutel in het bedieningspaneel (zie stap
1 op pagina 16). Selecteert vervolgens het start�
menu (zie stap 2 op pagina 16). Druk dan op de i
toets in de rechteronderhoek van het scherm om
de instellingenmodus te selecteren.
2. Selecteer de draadloze netwerkmodus.
D ruk op de toets
Draadloos Netwerk
[WIRELESS
NETWORK] op het
scherm.
U hebt ook een eigen draadloos network nodig, in�
clusief een 802.11b router met geactiveerde SSID
broadcast (verborgen netwerken worden niet on�
dersteund).
Indien uw draadloze netwerk niet gecodeerd
is en geen wachtwoord vereist, gaat u verder
naar stap 2a. Indien uw draadloze netwerk ge-
codeerd is en een wachtwoord vereist, gaat u
verder naar stap 2b.
2a. Sluit uw loopband aan op een niet geco-
deerd draadloos netwerk.
Selecteer het gewenste draadloze netwerk en
druk op de toets Verbinden [CONNECT]. Als de
toets Verbinding [DISCONNECT] verbreken ver�
schijnt, is uw trainingsapparatuur verbonden met
het draadloze netwerk. Druk dan op de toets Klaar
[DONE]. Ga naar stap 3.
2b. Sluit uw loopband aan op een gecodeerd
draadloos netwerk.
Voor aansluiting op een gecodeerdd netwerk, dient
u de SSID (netwerknaam), het netwerkcoderings�
type en het netwerkwachtwoord van uw netwerk te
weten.
Selecteer het gewenste draadloze netwerk en druk
op de toets Geavanceerd [ADVANCED]. Indien uw
netwerk gecodeerd is, dient u de drukken op de
toets Gebruik Codering [USE ENCRYPTION] en
de invoervelden in te vullen. Indien gewenst kunt u
ook een statisch IP�adres en/of een statische do�
meinnaamserver (DNS) instellen.
Om codering te gebruiken dient u de toets
Gebruik Codering in te toetsen. Selecteer het co�
deringstype en voer het wachtwoord in. Wanneer
u klaar bent, drukt u op de toets Versturen
[SUBMIT]. Om terug te keren naar het geavan�
ceerde instellingen scherm drukt u op de toets
Annuleren [CANCEL].
Om nummers of andere tekens op het toetsen�
bord op het scherm te gebruiken, drukt u op de
toets.?123 of de toets #+= . Om terug te keren
naar het lettertoetsenbord, drukt u op de toets
ABC. Om een teken met een hoofdletter te schrij�
ven drukt u op de toets met de pijl omhoog. Om
het laatste teken te wissen, drukt u op de toets met
de pijl terug en een X.
Voor gebruik van een statisch IP-adres, gebruikt
u de toets Statisch IP Gebruiken [USE STATIC
IPS]. Voer het IP�adres, netwerkmasker, gate�
way IP�adres en ten minste één DNS in. Druk op
de pijltoetsen om aanvullende invoervakjes te
zien. Wanneer u klaar bent, drukt u op de toets
Versturen. Om terug te keren naar het geavan�
ceerde instellingen scherm drukt u op de toets
Annuleren.
Voor gebruik van een statische DNS, ge�
bruikt u de toets Statisch DNS Gebruiken [USE
STATIC DNS]. Voer minstens één DNS in. Druk
op de pijltoetsen om aanvullende invoervakjes te
zien. Wanneer u klaar bent, drukt u op de toets
Versturen. Om terug te keren naar het geavan�
ceerde instellingen scherm drukt u op de toets
Annuleren.
23