11.4
Luchtfilter (33) (afb. 12, 16)
LET OP
Risico op materiële schade!
Het bedrijf van de motor zonder of met een bescha-
digd filterelement kan tot motorschade leiden.
–
Laat de motor nooit zonder of met een bescha-
digd luchtfilterelement draaien. Dan komen er ver-
ontreinigingen in de motor terecht, die de motor
ernstig kunnen beschadigen.
Luchtfilter (33) elke 50 bedrijfsuren regelmatig reinigen,
zo nodig vervangen.
1. Verwijder de motorafdekking (27), door de drie bou-
ten met de meegeleverde kruiskopschroevendraaier
(F) los te (afb. 12) draaien.
2. Verwijder telkens twee vleugelmoeren (32a) en
twee aansluitringen (32b) van het luchtfilterdeksel
(32) (afb. 16).
3. Verwijder het luchtfilterdeksel (32).
4. Haal het luchtfilter (33) eruit.
5. Voor het reinigen van het filter mogen geen scherpe
reinigingsmiddelen of benzine worden gebruikt.
6. De elementen moeten worden gereinigd door het
uitkloppen van een vlak oppervlak. Bij sterke vervui-
ling met zeeploog wassen, aansluitend met schoon
water uitspoelen en aan de lucht laten drogen.
7. De montage volgt in omgekeerde volgorde.
11.5
Accu (17) laden met auto-oplader
(afb. 1, 3)
GEVAAR
Gevaar door onjuist opladen van de accu!
Bij een te hoge laadspanning bestaat er explosiege-
vaar voor de accu.
Verwijder bij werkzaamheden aan de accu altijd de
contactsleutel uit het contactslot.
–
De laadstroom van de oplader mag niet hoger zijn
dan 5 A en de laadspanning mag max. 14,4 V
zijn.
1. Demonteer de accu (17), zoals in hoofdstuk 12.2
beschreven.
2. Sluit de accu (17) op een geschikt auto-oplader
voor accu's aan. Verbind aansluitend de rode kabel
met de pluspool (+) en de zwarte kabel met de min-
pool (-) van de oplader.
3. Laad de accu (17) minimaal 5 uur op.
LET OP
Gevaar op kortsluiting!
–
Om kortsluiting te vermijden, maakt u altijd eerst
de minkabel (-) van de accu los en sluit u deze als
laatste weer aan.
–
Let er bij het aansluiten/loskoppelen van de accu
op, dat de polen (+/-) elkaar en/of het frame niet
aanraken.
11.6
Bougie (28) (afb. 12-14)
LET OP
Vervang de bougie alleen als de motor koud is!
Controleer de bougie voor de eerste keer na 20 be-
drijfsuren op verontreiniging en reinig deze eventueel
met een koperdraadborstel. Daarna de bougie elke 50
bedrijfsuren onderhouden.
1. Verwijder de motorafdekking (27), door de drie bou-
ten met de meegeleverde kruiskopschroevendraaier
(F) los te draaien.
2. Trek de bougiestekker (29) er met een draaibewe-
ging af.
3. Verwijder de bougie (28) met de meegeleverde
bougiesleutel (D).
4. Verwijder het vuil van het voetstuk van de bougie
(28).
5. Controleer de bougie (28) visueel. Verwijder evt.
aangekoekte resten met een koperen staalborstel.
6. Controleer de elektrodeafstand van de bougie. Stel
de elektrodenafstand met een voelermaat in op 0,6
tot 0,7 mm.
7. De montage volgt in omgekeerde volgorde.
AANWIJZING
Een losse bougie kan oververhit raken en zo de mo-
tor beschadigen. En een te strak vastgedraaide bou-
gie kan de schroefdraad in de cilinderkop beschadi-
gen.
11.7
Brandstoffilterelement (20)
reinigen (afb. 6)
Aanwijzing:
Bij het brandstoffilterelement gaat het om een filterbe-
ker, die zich direct onder de tankdop bevindt en alle ge-
vulde brandstof filtert.
1. Schroef de tankdop (2) er op. De tankdop (2) is via
een verlieszekering verbonden met de brandstof-
tank (21) en kan zo niet vallen.
2. Verwijder het brandstoffilterelement (20). Reinig de-
ze niet in ontvlambaar oplosmiddel of een oplosmid-
del met een hoog vlampunt.
3. Plaats het brandstoffilterelement (20) weer terug.
www.scheppach.com
NL | 91
Need help?
Do you have a question about the SG3400i and is the answer not in the manual?