DUT 30
10 Instelling
10.1 Master/slave-functie (zie afb. 3,4,6,8 en 10)
De master/slave-functie maakt het mogelijk grotere ruimtes te detecteren.
De evaluatie van de helderheid in de ruimte geschiedt uitsluitend in de master.
De slaves moeten de bewegingsdetectie aan de master melden. De schakeling
van de verlichting geschiedt uitsluitend via de master.
10.1.1 Apparaatcombinaties
De master/slave-functie is, telkens met de presentiesensor, bij volgende
apparaatcombinaties mogelijk:
Master:
Presentiesensor 6813/11-... in combinatie met de inbouwsokkels
6401U-102, 6804 U-101, 6550 U-101, 6402 U en 6593 U.
Slave:
Presentiesensor in combinatie met de inbouwsokkel 6805U.