Honda WMP20XE1T Owner's Manual page 91

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
De Vonkenvanger Onderhouden
(optioneel onderdeel)
In Europa en landen waar richtlijn 2006/42/EC voor machines van
kracht is, dient deze reiniging door uw onderhoudsgarage te worden
uitgevoerd.
Voor een optimale werking moet de vonkenvanger om de 100
bedrijfsuren worden geïnspecteerd.
1. Laat de motor afkoelen. Verwijder de twee 8 mm moeren [1] en
neem de uitlaat [2] van de cilinderkop.
2. Verwijder de vier 5 mm bouten [3] van de beschermplaat [4] van de
uitlaat en verwijder de beschermplaat.
3. Verwijder de 4 mm bout [5] van de vonkenvanger [6] en trek de
vonkenvanger uit de uitlaat.
[4]
[1]
[2]
4. Verwijder met een zachte
borstel voorzichtig de
koolafzetting op het gaas [6]
van de vonkenvanger.
5. Controleer de vonkenvanger op
barsten of perforaties. Vervang
hem indien nodig.
6. Ga voor het monteren van de
vonkenvanger en de uitlaat in
de omgekeerde volgorde tewerk
als bij de demontage.
4 mm bout: 2 N•m (20 kgf•cm)
5 mm bout: 4 N•m (40 kgf•cm)
Bezinkbekertje
1. Zet de benzinekraan [1]
op OFF.
2. Demonteer het
bezinkbekertje [2] en de
O-ring [3] en was beiden uit
in een niet ontvlambaar
oplosmiddel. Laat ze grondig
drogen.
3. Monteer de O-ring en het
bezinkbekertje en draai dit
laatste goed aan.
4 N•m (40 kgf•cm)
4. Zet de benzinekraan terug
op ON en controleer het geheel op lekken.
[3]
[5]
[6]
[6]
ON
OFF
[1]
[3]
[2]
BENZINE
Deze motor is gecertifieerd voor werking op loodvrije benzine, met
een research-octaangetal van 91 of hoger.
Zorg dat de motor uit staat en dat er voldoende ventilatie is als u
benzine bijvult. Als de motor heeft gelopen, laat u hem eerst afkoelen.
Vul de benzine nooit bij in een ruimte waar benzinedampen kunnen
ontbranden door open vuur of vonken.
U mag normale loodvrije benzine gebruiken met maximaal 10%
ethanol (E10) of 5% methanol van de inhoud. Daarnaast moet
methanol cosolvents en corrosievertragers bevatten. Gebruik van
benzine met hogere percentages ethanol of methanol dan hier
aangegeven, kunnen problemen veroorzaken met starten en/of de
rijprestaties. Tevens kan het de metalen, rubber en plastic onderdelen
van het brandstofsysteem beschadigen. Beschadiging van de motor
en problemen met rijprestaties die het resultaat zijn van gebruik van
benzine met een percentage ethanol of methanol dat groter is dan
hier aangegeven, vallen niet onder de garantie. Gebruik van de
hierboven aangegeven brandstof is noodzakelijk om de prestaties van
het emissiecontrolesysteem op peil te houden.
Gelieve als uw apparaat gebruikt zal worden op occasionele of
periodieke basis het onderdeel brandstof te raadplegen in het
hoofdstuk BEWARING (pagina 7) voor aanvullende informatie met
betrekking tot de kwaliteitsafname van brandstof.
 WAARSCHUWING
Benzine is licht ontvlambaar en explosief.
Bij het hanteren van brandstof is het risico van
brandwonden of zwaar letsel zeer groot.
• Zet de motor af en houd hem buiten
• het bereik van hitte, vonken en open vuur.
• Hanteer brandstof uitsluitend buitenshuis.
• Dweil gemorste benzine onmiddelijk op.
Gebruik nooit oudbakken of bevuilde benzine of een
olie/benzinemengsel. Houd vuil of water buiten de brandstoftank.
Draai de dop van de
benzinetank [1] los en
controleer het benzinepeil.
Vul de tank bij als het
benzinepeil laag is [2].
Wees voorzichtig met
bijvullen om morsen te
voorkomen. Vul de tank
niet te veel; het
benzinepeil dient niet tot
de hals van de tank [2] te
reiken.
Draai na het vullen de
tankdop stevig vast.
Zet de maaimachine ten minste 3 meter uit de buurt van de
brandstofbron en -locatie voordat u de motor start.
OPMERKING
Benzine tast verf en kunststof aan. Let erop dat u geen benzine morst
als u de tank bijvult. Schade ontstaan door gemorste benzine valt niet
onder de garantie.
NEDERLANDS
[1]
[2]
11

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents