Probleem en alarmcode
Je kunt het apparaat niet in‐
schakelen.
Het programma start niet.
Het apparaat wordt niet met
water gevuld.
•
De lampjes die in ver‐
band staan met de pro‐
grammatoetsen knippe‐
ren af en toe 1 keer.
•
Er klinkt af en toe een
geluidssignaal.
De machine pompt geen
water weg.
•
De lampjes die in ver‐
band staan met de pro‐
grammatoetsen knippe‐
ren af en toe 2 keer.
•
Er klinkt af en toe een
geluidssignaal.
De overstromingsbeveiliging
is ingeschakeld.
•
De lampjes die in ver‐
band staan met de pro‐
grammatoetsen knippe‐
ren af en toe 3 keer.
•
Er klinkt af en toe een
geluidssignaal.
Storing van de waterniveau‐
detectiesensor.
•
De lampjes die in ver‐
band staan met de pro‐
grammatoetsen knippe‐
ren af en toe 4 keer.
•
Er klinkt af en toe een
geluidssignaal.
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcon‐
tact.
•
Controleer of er geen beschadigde zekering in het zeke‐
ringenkastje is.
•
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
•
Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleer je de
instelling of je wacht totdat het aftellen voorbij is.
•
Het apparaat herlaadt de hars uit de waterontharder. De
duur van de procedure is ongeveer 5 minuten.
•
Controleer of de waterkraan geopend is.
•
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag
is. Neem voor deze informatie contact op met je plaatselij‐
ke waterleidingbedrijf.
•
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
•
Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is.
•
Controleer of de toevoerslang geen knikken of bochten
heeft.
•
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
•
Controleer of het binnenfiltersysteem niet verstopt is.
•
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten
heeft.
•
Draai de waterkraan dicht.
•
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is.
•
Controleer of de korven zijn geladen volgens de instructies
in de gebruikershandleiding.
•
Controleer of de filters schoon zijn.
•
Schakel het apparaat uit en aan.
23