Beoordeling Van De Verbranding; Houtvochtigheid En Vermogen; Hout Opslaan En Drogen; Reiniging En Onderhoud - HASE SENDAI 175 Operating Instructions Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 34
Gebruik voor het aansteken alleen maar kleine stuk-
ken hout. Deze ontbranden sneller dan grotere stuk-
ken, zodat de temperatuur die noodzakelijk is voor
een volledige verbranding sneller bereikt wordt.
Bij langer stoken levert het vaker bijvoegen van klei-
nere houthoeveelheden zowel energetische als eco-
logische voordelen op.

13. Beoordeling van de verbranding

Hoe goed het verbrandingsproces verloopt, kunt u
gemakkelijk beoordelen aan de hand van de vol-
gende kenmerken:
- De kleur en de gesteldheid van de assen:
Bij een zuivere verbranding ontstaat fijn
wit as. Een donkere kleur wijst op hout-
skoolresten. De uit brandfase is in dit ge-
val slechts gedeeltelijk doorlopen.
- De kleur van het rookgas bij het verla-
ten van de schoorsteen: Hier geldt: hoe
minder de rook bij het verlaten van de
schoorsteen zichtbaar is, hoe beter de
verbranding verloopt.
In het tussenseizoen (lente / herfst) kunnen bij bui-
tentemperaturen van meer dan 16°C storingen in de
schoorsteen optreden. Wanneer bij een dergelijke
temperatuur ook na de snelle verbranding van pa-
pier of kleine houtblokken (lokvuur) geen trek ont-
staat, moet u de kachel best niet aansteken.

14. Houtvochtigheid en vermogen

Vuistregel: hoe vochtiger het hout, hoe lager het ver-
mogen.
Het vermogen van het hout hangt zeer sterk samen
met de vochtigheid ervan. Hoe meer water het hout
bevat, hoe meer energie bij de verbranding besteed
moet worden aan de verdamping van dat water.
Deze energie is verloren. Hoe vochtiger het hout
dus, hoe lager het vermogen.
Een voorbeeld: pas gehakt hout vertoont een voch-
tigheidsgraad van om en nabij de 50% en beschikt
over een vermogen van ongeveer 2,3 kWh/kg. Be-
hoorlijk luchtgedroogd hout daarentegen met een
vochtigheidsgraad van ca. 15% heeft een vermogen
van ongeveer 4,3 kWh/kg.
Wanneer u dus zeer vochtig hout verbrandt, maakt
u met dezelfde houthoeveelheid slechts de helft van
het vermogen vrij. De verbranding van vochtig hout
leidt tevens tot meer roetaanslag op het venster van
de verbrandingsruimte. Daar komt nog bij dat, wan-
neer u vochtig hout verbrandt, de daardoor ontstane
waterdamp kan condenseren in de rookbuis of in de
schoorsteen. In de schoorsteen kan een teerachtige
substantie afgezet worden of de schoorsteen kan
vol raken met roet en teer. Het roet en de teer kun-
nen onaangenaam beginnen ruiken en gemetselde
schoorstenen beschadigen. De teerachtige substan-
tie zou kunnen ontbranden (schoorsteenbrand).
Omwille van de hoge vochtigheidsgraad daalt ook
de verbrandingstemperatuur. Dit belet de volledige
verbranding van alle houtbestanddelen en leidt tot
een aanmerkelijke belasting voor het milieu.
De restvochtigheid van uw brandhout kunt u meten
met behulp van een houtvochtigheidsmeter.

15. Hout opslaan en drogen

Om hout te drogen, is tijd nodig. Wanneer het op
correcte wijze bewaard wordt, is hout in twee tot
drie jaar luchtdroog.
Zaag en kloof het hout gebruiksklaar wanneer u het
gaat bewaren. Dit voert tot een snellere droging.
Kleinere stukken drogen beter dan grote.
Bewaar het hout op een goed verluchte, zo zonnig
mogelijke plaats (liefst op het zuiden gericht) en be-
schut tegen de regen.
Laat tussen de houtrijen een afstand van een hand-
breedte, zodat de doorstromende lucht het verdam-
pende vocht goed kan opnemen.
Dek uw houtvoorraad nooit af met plastic folie of
tentzeil. Dat zou beletten dat het vocht ontsnapt.
Stapel vers hout ook nooit weg in een kelder. Door
de gebrekkige luchtverversing zal het daar eerder
rotten dan drogen.
Enkel hout dat al droog is, mag in een droge en
goed verluchte kelder bewaard worden.

16. Reiniging en onderhoud

16.1 Stalen mantel

Kachels van Hase beschikken over een sterk hit-
tebestendige lak met open poriën die een beperkte
corrosiebescherming biedt. In bepaalde omstandig-
heden kan daarom een roestlaagje optreden.
De stalen componenten mogen niet gereinigd wor-
den met een zuurhoudend schoonmaakmiddel (bv.
51

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents