Beschrijving En Technische Kenmerken - Air Liquide CEMONT SHARP 10 Safety Instruction For Use And Maintenance

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
NL

1.0 BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN

1.1
BESCHRIJVING
De installatie bestaat uit een moderne gelijkstroomgenerator voor het uitvoeren
van plasmasnijwerk, met toepassing van een inverter. Dankzij dit technologisch
snufje kunnen compacte en lichtgewicht generators met een hoog prestatiever-
mogen gebouwd worden. De mogelijkheid tot afstellen, het hoge rendement en
lage energieverbruik zorgen voor optimale resultaten bij eerste kwaliteit lassnijden
tot een dikte van maximaal 12 mm.
De generator maakt gebruik van perslucht, afkomstig van een gewone compres-
sor of van een hiervoor geschikt centraal systeem.
De generator is uitgerust met een circuit voor automatische booghervorming,
zodat ook snijden van metalen roosterwerk optimaal uitgevoerd kan worden. De
generator is bovendien voorzien van veiligheidssystemen, waardoor het krachtcir-
cuit geblokkeerd wordt wanneer de operator onder spanning staande delen van de
machine aanraakt. Bovendien bestaat de mogelijkheid om uitsluitend met de
stuurboog te snijden tot een max. dikte van 2mm, hetgeen heel handig is wanneer
het gaat om metalen met een verflaag waarop de plustang niet aangesloten kan
worden.
1.2
TECHNISCHE KENMERKEN
TYPEPLAATJE
Eenfasespanning
Frequentie
Werkelijk verbruik
Max. verbruik
Spanning bij leegloop
Snijstroom
Bedrijfscyclus 35%
Beschermingsgraad
Isolatieklasse
Gewicht
Afmetingen
Normering
1.3
ACCESSOIRES
Raadpleeg de plaatselijke vertegenwoordigers of de leverancier.
1.4
DUTY CYCLE
De duty cycle betreft de 10 minuten dat de generator kan lassnijden met de nomi-
nale stroomwaarde, bij een omgevingstemperatuur van 40° C, zonder dat de ther-
mostatische beveiliging ingrijpt.
Mocht de beveiliging ingrijpen, dan moet men eerst het herstel van de generator
afwachten alvorens te kunnen lassnijden (zie pag, IV).
DE MAXIMUM BEDRIJFSCYCLUS NIET OVERSCHRIJDEN.
Het overschrijden van de op het typeplaatje vermelde bedrijfscyclus kan schade
aan de generator veroorzaken en de garantie doen vervallen.
2.0 INSTALLATIE
BELANGRIJK: Alvorens de uitrusting aan te sluiten, klaar te maken
of te gebruiken eerst aandachtighet VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN doorlezen.
2.1
AANSLUITEN VAN DE GENERATOR OP HET VOEDINGSNET.
Controleer of het stopcontact uitgerust is met de zekering die ver-
meld staat in de technische tabel op de generator. Alle generatoruitvoeringen
BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
PRIMAR
230V
50 / 60 Hz
14A
23A
SECUNDAIR
300V
10 ÷ 30A
30A
IP 23
H
8 kg.
mm 380 x 150 x 310
EN 60974.1 - EN 60974.7
EN 60974.10
hebben de mogelijkheid tot compensatie van variaties in het elektriciteitsnet.
Een variatie van ±10% betekent een variatie in de snijstroom van ± 0,2%.
A LV O R E N S D E S T E K K E R I N H E T
STOPCONTACT TE STEKEN EERST CON-
TROLEREN OF DE LIJNSPANNING OVE-
R E E N K O M T M E T D E G E W E N S T E
VOEDING, TENEINDE SCHADE AAN DE
GENERATOR TE VOORKOMEN.
2.2
AANSLUITEN PERSLUCHT
1.
Sluit de generator met behulp van de aansluiting achterop de machine aan
op de aanwezige persluchtinstallatie (Min. 100L/min.).
2.
Minimumdruk: 4 bar.
3.
Maximumdruk: 8 bar.
4.
Bedrijfsdruk:
4 bar.
2.3
PLAATSEN VAN DE GENERATOR
Op plaatsen waar brandbare olie of vloeistof of brandbare gassen
aanwezig zijn kan het zijn dat speciale installaties vereist zijn. Neem contact
op met de bevoegde instanties. Bij het installeren van de generator moet met
onderstaande aanwijzingen rekening worden gehouden:
1.
Aansluitingen van de uitrusting en bedieningsorganen moeten makkelijk
toegankelijk zijn voor de operator.
2.
Controleer of de voedingskabel en de zekering van het stopcontact waarop
de generator wordt aangesloten geschikt zijn voor de benodigde stroom.
3.
Plaats de uitrusting niet in een te kleine ruimte: het is belangrijk de genera-
tor te beluchten; vermijd vuile en stoffige ruimtes, zodat er geen stof of
andere deeltjes door de installatie worden aangezogen.
4.
De apparatuur (inclusief de kabels) mag de doorgang niet versperren of
anderen hinderen bij hun werk.
5.
De apparatuur moet veilig geplaatst worden, teneinde gevaar voor omvallen
te voorkomen. Wanneer de generatorop een zekere hoogte wordt geplaatst
bestaat het gevaar dat hij kan omvallen.
2.4
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE GENERATOR
OPERATORBEVEILIGING:
Helm - Handschoenen - Veiligheidsschoenen - Beenbeschermers
De generator weegt niet meer dan
25 Kg. en kan door de operator opgetild worden. Lees onderstaande voor-
schriften aandachtig door.
De generator is zodanig ontworpen dat hij opgetild en verplaatst kan worden. De
uitrusting is eenvoudig te vervoeren, maar er moet rekening worden gehouden
met hetgeen hier beschreven staat:
1.
Voor het optillen en verplaatsen van de generator is er een handgreep aan-
gebracht.
2.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de generator en accessoires alvorens
hem op te tillen of te verplaatsen.
3.
De uitrusting mag niet opgetild, gesleept of getrokken worden met behulp
van de kabels van de lassnijbrander of de aardkabel.
(NL) 2
43,5 psi
87 psi
43,5 psi
NL

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents