Microlife BP B1 Classic Manual page 12

Hide thumbs Also See for BP B1 Classic:
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

Wis alle waarden
Als u zeker weet dat u alle opgeslagen waarden permanent wilt
verwijderen, houdt u de M-knop ingedrukt (schakel het apparaat
eerst uit) tot «CL ALL» verschijnt en laat dan de knop los. Om het
geheugen permanent te wissen, drukt u op de timeknop terwijl
«CL ALL» knippert. Individuele metingen kunnen niet worden
gewist.
Annuleer verwijderen: druk op de AAN/UIT toets 1
terwijl «CL ALL» knippert.
5. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AM knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is
(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het
apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen
weldra vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AM knip-
peren zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weerge-
geven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Open het batterijvakje 6 aan de achterzijde van het apparaat.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals
beschreven in «Paragraaf 1.».
De opgeslagen metingen in het geheugen worden gewist,
wanneer de batterijen uit het batterijcompartiment worden
verwijderd (bijv. bij het vervangen van batterijen).
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AAA alkaline batte-
rijen.
Gebruik ge en batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder de batterijen als het apparaat voor een langere
tijd niet gebruikt gaat worden.
10
6. Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «Err 3», weergegeven.
Beschrij-
Fout
ving
Mogelijke oorzaak en oplossing
«Err 1»
Signaal te
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
zwak
geven door de manchet. Plaats de
AR
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
«Err 2»
Foutmel-
Tijdens het meten zijn er fouten
ding
ontstaan, door bijvoorbeeld een bewe-
AQ-B
ging of samentrekking van een spier.
Herhaal de meting terwijl u uw arm stil
houdt.
«Err 3»
Abnormale
Een adequate druk kan niet in de
manchet
manchet worden geproduceerd. Er kan
AQ-C
druk
een lek in het manchet zijn. Controleer of
de manchet goed is aangesloten en niet
te los om de arm zit. Vervang de batte-
rijen indien nodig. Herhaal de meting.
«Err 5»
Abnormaal
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en
resultaat
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«HI»
Hartslag of
De druk in de manchet is te hoog (boven
manchet-
299 mmHg) OF de hartslagfrequentie is
druk te
te hoog (boven 200 slagen per minuut).
hoog
Ontspan gedurende 5 minuten en
herhaal de meting.*
«LO»
Polsslag te
De hartslagfrequentie is te laag (minder
laag
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*
* Neem a.u.b. onmiddelijk contact op met uw arts wanneer dit of
enig ander probleem vaker optreedt.
7. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
 Volg de instructies voor correct gebruik. Deze documentatie
voorziet u van belangrijke bedienings- en veiligheidsvoor-

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents