Grenzen Instellen - Model T - Elcometer 456 IPC User Manual

4 AAN DE SLAG (vervolg)
Zodra het profiel van het gecoate substraat is bepaald, drukt u op 'Kal'
en kiest u het relevante kalibratie-profielbereik.
Eenheid: μm (ISO 19840)
Icoon Kalibratie-proelbereik
0 - 25µm, Glad
25 - 60µm, Fijn
60 - 100µm, Medium
>100µm, Ruw
Als u de maateenheid instelt op micrometer (Menu/Setup/
Maateenheden/μm) werkt de meter conform ISO 19840. Als u de
maateenheid instelt op mil (Menu/Setup/Maateenheden/mils) werkt de
meter conform US Navy NSI 009-32.
Opmerking: De resolutie van de meter is vastgesteld op 10 μm/1 mil (5 μm/0,5 mil
wordt naar boven afgerond).
4.7 DE KALIBRATIE TESTEN
U kunt wel de nauwkeurigheid van de kalibratie op locatie controleren
met de optie 'Test Kalibratie'.
Druk hiervoor op Kal/Test Kalibratie en volg de instructies op het scherm.

5 GRENZEN INSTELLEN - MODEL T

Grenzen zijn opgegeven tolerantieniveaus waarmee u metingen kunt
vergelijken met vooraf gedefinieerde waarden.
U kunt grenzen bepalen voor individuele
metingen of wanneer u een nieuwe groep
opent, zie Sectie 5.1 en 5.2. Verschillende
groepen kunnen verschillende
grenswaarden bevatten.
Elke grens kan bestaan uit een nominale
waarde of NDFT-doelwaarde (x:), een
ondergrens (
( ).
www.elcometer.com
) en/of een bovengrens
Eenheid: mil (US Navy NSI 009-32)
Icoon Kalibratie-proelbereik
0 - 1 mils
1 - 2 mils
2 - 3 mils
3 - 4 mils
R
nl-6