Een Meting Verrichten - Elcometer 456 IPC User Manual

5 GRENZEN INSTELLEN - MODEL T (vervolg)
5.1 GRENZEN INSTELLEN VOOR INDIVIDUELE METINGEN
1 Druk op Menu/Limieten Instellen/Instellen Hoog (of naar
behoeven 'Instellen Laag').
2 Gebruik de softkeys
op 'Ok'.
3 Herhaal eventueel stap 2 voor het instellen van onder-/bovengrens of NDFT.
4 Druk op 'Terug' om terug te keren naar het hoofdmenu.
5.2 GRENZEN INSTELLEN VOOR EEN NIEUW GROEP
1 Druk op Groep/Nieuwe Groep/Groep Limieten/Limieten
Instellen/Instellen Hoog (of naar behoeven 'Instellen Laag').
2 Volg stap 2-4 uit Sectie 5.1 hierboven.
Als een meting buiten de ingestelde
(en geactiveerde) grenzen valt, kleuren de
meetwaarde en het corresponderende
grenspictogram rood, knippert de rode led en
piept het alarm.
Ingestelde (en geactiveerde) grenzen deactiveren:
1 Druk op Menu/Limieten Instellen.
2 Druk op de softkeys
3 Druk op 'Kies' om het keuzerondje 'Limieten Aan' uit te vinken.

6 EEN METING VERRICHTEN

6.1 VOORDAT U BEGINT
1 Druk op de AAN-/UIT-knop om de meter aan te zetten.
2 Kies een eenheid – zie Sectie 4.5 op pagina nl-5.
3 Kies het kalibratie-profielbereik – zie Sectie 4.6 op pagina nl-5.
4 Selecteer de weergavemodus – zie Sectie 6.2 hieronder.
6.2 DE WEERGAVEMODUS SELECTEREN
De Elcometer 456 IPC heeft twee weergavemodi:
 Individuele Meet Modus: elke individuele meting wordt getoond.
Gemiddelde (xbar) Meet Modus:

metingen worden verricht in groepjes van
drie. Zodra de derde meting is verricht,
toont de meter het gemiddelde (xbar)
van de drie metingen aan de rechterkant.
Opmerking: In de modus Groeperen (alleen model T) wordt
alleen het gemiddelde van elke drie metingen
opgeslagen in hetg roepsgeheugen en gebruikt
voor de berekening van groepsstatistieken.
nl-7
R
 
om de gewenste waarde in te stellen en druk

om 'Limieten Aan' te selecteren.

www.elcometer.com