Algemene Plaatsbepaling - Emerson RIDGID MR-10 Operator's Manual

MR-10 magneetvelddetector
Nutsleidingen (zoals aardgas- of waterleidingen,
elektriciteitsleidingen of -kabels) kunnen in
een bepaald gebied aanwezig zijn. Volg de
lokale voorschriften en serviceprocedures en
informeer alvorens te graven. Gebruik deze
detector niet voor het opsporen van elektrisch
opgewekte magneetvelden.
De detector vindt geen non-ferro objecten,
zoals koper, aluminium, hout, kunststof, beton,
stenen, sneeuw, ijs, water en de grond zelf en
wordt hierdoor niet geactiveerd. Deze zijn niet
van invloed op de prestaties van de detector
(tenzij ze ijzerhoudende of magnetische
materialen bevatten).
Deze handleiding bevat algemene instructies
voor het gebruik van de detector. Elk specifiek
gebruik is weer anders en is afhankelijk van de
exacte omstandigheden die op dat moment
gelden. Het opsporen wordt ondersteund
door het toepassen van goede werkmethoden
voorafgaand aan het inschakelen van de
magneetvelddetector.
aanknopingspunten en inzichten uit het
verleden om op een geschikte plek te gaan
zoeken.

Algemene plaatsbepaling

1. Schakel de magneetvelddetector IN door
op de AAN/UIT-toets te drukken. Het
scherm wordt ingeschakeld.
Het versterkingsniveau is standaard
ingesteld op een middelhoog bereik.
2. Houd de magneetvelddetector 1" - 3"
(25 - 75 mm) boven de grond.
3. Zwaai van links naar rechts terwijl u met
een normale snelheid loopt. Bekijk de
signaalsterkte en luister naar de toon van
het geluid. De signaalsterkte is het hoogst
en de toon van het geluid gaat omhoog
wanneer de detector in de richting van
een magnetisch veld wordt gericht.
Het signaal wordt zwakker wanneer de
detector van het magnetische veld wordt
weg bewogen. Beweeg in de richting
waarin het signaal sterker wordt.
Als er te veel magnetische signalen zijn en
het sterkste signaal is moeilijk te bepalen,
houdt u de detector hoger boven de grond.
Daardoor wordt het magnetische signaal
van de kleinere items geminimaliseerd
(Figuur 6).
54
Gebruik zichtbare
SIGNAAL BOVEN DE GROND
SIGNAL ABOVE GROUND
SIGNAAL OP DE GROND
SIGNAL AT GROUND
KLEINE BOUT
SMALL BOLT
Figuur 6 – De detector hoger houden
minimaliseert ongewenste
signalen
4. Wanneer u in de richting van de hogere
signaalsterkte beweegt, gaat de toon van
het geluidsignaal met de signaalsterkte
omhoog. Wanneer u in de buurt van de
signaalbron komt, kan de staafdiagram
buiten de schaal vallen en klinkt het
geluidssignaal met de hoogste toon.
Wanneer dat gebeurt, verlaagt u de
versterking door op de knop Versterking
lager te drukken en herhaalt u het proces
voor een betere plaatsbepaling. Zie de
hoofdstukken "Polariteit" en "Auto nulstelling"
voor informatie over het verbeteren van de
plaatsbepaling. Zie figuren 7 en 8 voor het
bepalen van signaalpatronen.
Signaal van
een verticaal
object - het
hoogst
boven de
bovenzijde
+/-
Figuur 7 – Signalen en polariteit van
verticale en horizontale doelen
HOOFDAF-
CURB STOP
SLUITER
Signaal van
een horizontaal
object - het
hoogst boven
de uiteinden
-
+