Satelec Implant Center 2 User Manual page 147

Hide thumbs Also See for Implant Center 2:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
P
werkstand:
IEZOTOME
Programma Kracht
Zeer
D1
krachtig
Krachtig
D2
Matig
D3
Zacht
D4
N
werkstand:
EWTRON
Programma
Kracht
Groen
Soft
P=5
Geel
Medium
P=5
Blauw
High
P=5
Oranje
Boost
P=5
VIII - BEVEILIGINGEN
Het I
C
2 is voorzien van een systeem
MPLANT
ENTER
waarmee storingen in het apparaat worden opgespoord.
Wanneer een oververhitting van de I-S
micromotor wordt ontdekt, gaat het symbool nr.1
(hoofdstuk XVII - Symbolen) in het foutberichtgebied
(Fig. 3-9) branden en klinken er 4 piepsignalen.
Het apparaat gaat dan over op de fail-soft stand om de
tandheelkundige behandeling te kunnen voltooien.
De waarde van het beschikbare koppel is dan beperkt tot
25% om de I-S
L
-micromotor te sparen.
URGE
ED
U wordt aangeraden om de I-S
laten afkoelen totdat het symbool nr. 1 (hoofdstuk XVII -
Symbolen) weer dooft.
Wanneer een probleem met de motorfunctie optreedt,
gaat het symbool nr.2 (hoofdstuk XVII - Symbolen) in het
foutberichtgebied branden en klinken er 4 piepsignalen.
U wordt aangeraden om de aansluitingen van uw motor
en van uw motorkabel te controleren. Als de storing
Voornaamste
Irrigatie
functies
60
3
ml/min.
60
Osteotomie,
3
ml/min.
osteoplastiek
60
3
ml/min.
60
Losmaken van
3
ml/min.
zacht weefsel
Voornaamste
Irrigatie
functies
15 ml/min.
Parodontie
15 ml/min.
Endodontie
15 ml/min.
Scaling
15 ml/min.
Losmaken
URGE
L
-micromotor te
URGE
ED
aanhoudt, zet u het apparaat uit met de netschakelaar
(Fig. 2-5) uit en zet u het daarna weer aan.
Wanneer een probleem met de interne werking
optreedt, gaat het symbool nr.3 (hoofdstuk XVII -
Symbolen) in het foutberichtgebied branden en klinken
er 4 piepsignalen.
U wordt aangeraden om het apparaat met de
netschakelaar (Fig. 2-5) uit te zetten en daarna weer aan
te zetten.
Wanneer zich een probleem voordoet met de detectie
van het handstuk, gaat het symbool nr. 4 (hoofdstuk XVII
- Symbolen) in het foutberichtgebied branden en klinken
er 4 piepsignalen.
Het wordt aanbevolen om te controleren:
- of het handstuk goed is aangesloten op de connector
van het apparaat,
- en of de stand die op het apparaat is geselecteerd
(rechts/links), wel overeenkomt met de kant van de
handstukconnector.
IX - APPARAAT GEBRUIKEN
Belangrijk:
- Maak nooit de micromotorkabel of de scaler-kabel los
terwijl het apparaat aanstaat en de pedaal is
ingedrukt.
- Maak nooit de micromotor of de ultrasone
handstukken los terwijl het apparaat aanstaat en de
pedaal is ingedrukt.
L
-
ED
- Plaats of verwijder nooit een werktuig op het
hoekstuk terwijl de micromotor draait.
- Schroef nooit de tips vast of los als de handstukken
geactiveerd zijn.
- Alle gebruikte hulpstukken moeten vooraf worden
gereinigd, gedesinfecteerd en gesteriliseerd.
- Voor uw eigen veiligheid en die van uw patiënt mag
het I
C
MPLANT
ENTER
die door SATELEC zijn geleverd of aanbevolen.
- Controleer voor en na elk gebruik of het apparaat en
de accessoires nog in goede staat zijn om zo
eventuele problemen te ontdekken.
- In zo'n geval mag u het apparaat niet meer gebruiken
en dient u eventueel defecte onderdelen te
vervangen.
2 alleen met accessoires gebruiken
147

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents