Brandstoffilter Controleren/Vervangen (16); Bougie Onderhouden (17); Draadsnijder Slijpen (18); Onderhoudsschema - AL-KO 141B User Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 28
Onderhoud en verzorging
2. Reinigen van de filterspons (15/3):
Knijp de filterspons uit en was deze met
water en zeep schoon. Gebruik hierbij
geen benzine of andere oplosmiddelen!
Laat de filterspons goed drogen, totdat
deze geen water meer bevat. Een voch-
tig filter kan ertoe leiden, dat de motor
moeilijk start.
3. Wis het filterhuis grondig schoon met een
poetsdoek.
4. Vervangen van de filterspons (15/3):
Vervang de filterspons wanneer deze niet
meer elastisch is, of uit elkaar valt.
5. Luchtfilter monteren:
Steek de filterspons (15/3) op het rooster
(15/4).
Plaats het deksel van het luchtfilterhuis
(15/2) en houd het op zijn plaats.
Draai de bevestigingsschroef van het
luchtfilter (15/1) vast, tot het deksel van
het luchtfilterhuis stevig is bevestigd.
8.2

Brandstoffilter controleren/vervangen (16)

Het viltachtige brandstoffilter bevindt zich in de
brandstoftank en is op de zuigkop gestoken.
Wanneer het brandstoffilter verhard, vervuild of
verstopt is, stroomt minder benzine naar de mo-
tor. In dit geval moet het brandstoffilter worden
vervangen.
Wij raden aan deze klus door een erkende ser-
vicewerkplaats te laten uitvoeren.
8.3

Bougie onderhouden (17)

1. Bougie demonteren:
Trek de bougiedop (17/1) los.
Draai de bougie (17/3) met behulp van
een bougiesleutel (17/2) uit de motor.
2. Beoordelen van de bougie:
Wanneer de bougie roodbruin is: De mo-
tor werkt correct en de bougie is in orde.
Indien nodig: Borstel de bougie voorzich-
tig schoon met een staalborstel (17/4).
Wanneer de bougie is aangetast door
roet of olie, is aangekoekt of deels ge-
smolten, of overbrugd zijn: De bougie is
defect. Vervang de bougie door een nieu-
we exemplaar. Gebruik het voorgeschre-
442959_a
ven type bougie (zie Hoofdstuk 13 "Tech-
nische gegevens", pagina 57).
Wanneer de bougie na kort gebruik weer
defect is, moeten de motor en de afstel-
ling van de carburateur worden gecontro-
leerd door een erkende servicewerk-
plaats.
3. Controleren van de elektrodenafstand:
Controleer met een voelermaat (17/5), of
de elektrodenafstand (17/6) 0,6 - 0,7 mm
bedraagt. Wanneer dit niet het geval is,
kunt u de elektroden voorzichtig naar el-
kaar toe tikken of uit elkaar buigen.
4. Wanneer de voorgeschreven vervangingsin-
terval is bereikt of de bougie defect is:
Vervang de bougie door een nieuwe ex-
emplaar. Gebruik het voorgeschreven ty-
pe bougie (zie Hoofdstuk 13 "Technische
gegevens", pagina 57).
5. Bougie monteren:
Let erop, dat de afdichtring (17/7) om de
bougie ligt.
Schroef de bougie met hand weer in de mo-
tor en trek deze daarna vast met een bou-
giesleutel (aanhaalmoment 12 - 15 Nm).
Steek de bougiedop weer stevig op de
bougie.
8.4

Draadsnijder slijpen (18)

1. Draai de bevestigingsschroeven (18/1) los.
2. Zet de draadafsnijder (18/2) vast in een
bankschroef en scherp deze aan met een
platte vijl. Vijl uitsluitend in één richting.
3. Bevestig de draadafsnijder weer met de be-
vestigingsschroeven aan de afschermkap
(18/3). Draai de bevestigingsschroeven ste-
vig vast.
8.5

Onderhoudsschema

Volgende werkzaamheden mogen door de ge-
bruiker zelf worden uitgevoerd. Alle overige on-
derhouds-, service- en reparatiewerkzaamheden
moeten door een erkende service reparatiewerk-
plaats worden uitgevoerd.
OPMERKING Bij zware belasting en bij
hoge temperaturen kunnen kortere onder-
houdsintervallen nodig zijn dan in de tabel hier-
boven zijn vermeld.
53

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents