Maaidraad Verlengen Tijdens Het Be; Werkhouding En Werktechniek; Trimmen - AL-KO 141B User Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 28

Werkhouding en werktechniek

Laat het startkoord oprollen, echter zon-
der de handgreep los te laten.
Bovenstaande stappen meerdere keren
herhalen totdat de motor start of stopt.
Draai de shokehendel (05/4, 09/4) naar
de stand RUN.
Duw het apparaat met een hand stevig
tegen de grond.
Trek met de andere hand de starthendel
(05/6, 09/6) eerst voorzichtig en lang-
zaam uit, tot een weerstand voelbaar
wordt. Trek de greep dan krachtig en
snel omhoog, tot u weer een weerstand
voelt (ca. 1 armlengte).
Laat het startkoord oprollen, echter zon-
der de handgreep los te laten.
Bovenstaande stappen meerdere keren
herhalen totdat de motor start en blijft lo-
pen.
4. Laat de motor een aantal minuten warm-
draaien.
Warme start
Wanneer de motor nog op bedrijfstemperatuur is,
d.w.z. kort nadat deze is uitgeschakeld, wordt
een "warme start" uitgevoerd. Hierbij wordt de
choke niet gebruikt.
1. (Optioneel) Chokehendel (05/4, 09/4) naar
stand CHOKE draaien en meteen weer te-
rugdraaien naar de positie RUN. Het automa-
tische halfgas is ingesteld.
Duw het apparaat met een hand stevig
tegen de grond.
Trek met de andere hand de starthendel
(05/6, 09/6) eerst voorzichtig en lang-
zaam uit, tot een weerstand voelbaar
wordt. Trek de greep dan krachtig en
snel omhoog, tot u weer een weerstand
voelt (ca. 1 armlengte).
Laat het startkoord oprollen, echter zon-
der de handgreep los te laten.
Bovenstaande stappen meerdere keren
herhalen totdat de motor start en blijft lo-
pen.
De motor draait nu met een stationair toerental.
Opmerking: Druk de gashendel weer in, wan-
neer de motor niet meer rustig en constant loopt.
442959_a
Motor stoppen
1. Gashendel (05/2, 09/3) loslaten en motor sta-
tionair laten draaien.
2. Zet de Aan/Uit-schakelaar (5/1, 09/1) in stand
STOP en houd hem een paar seconden vast.
3. Wacht tot het maaigereedschap tot stilstand
is gekomen.
6.3
Maaidraad verlengen tijdens het bedrijf
(13)
De maaidraad wordt korter tijdens het gebruik en
rafelt uit.
1. Laat de motor vol gas draaien.
2. Draadkop (13/1) herhaaldelijk op het gazon
tikken (13/a). Daardoor wordt een stuk nieu-
we maaidraad van de draadspoel afgewik-
keld en het verbruikte draadeinde afgesne-
den door de draadafsnijder (13/2).
7 WERKHOUDING EN WERKTECHNIEK
Houd altijd een veilige werkpositie aan.
Werk nooit op een heuvel of helling wanneer
deze glad of glibberig is.
Blijf bij maaiwerkzaamheden op hellingen al-
tijd beneden het maaigereedschap.
Laat de motor tijdens het trimmen en maaien
altijd in het hogere toerentalbereik draaien,
dan maait de bosmaaier het best.
Bij een geblokkeerde maaidraad
Hoog gras of struikgewassen kunnen de maai-
draad blokkeren.
Voorkomen van blokkades: Maai hoog gras
altijd in meerdere lagen. Werk daarbij altijd
van boven naar beneden.
Bij een blokkade: Schakel de motor direct uit
en houd het apparaat omhoog, zodat de mo-
tor niet beschadigd raakt.
7.1

Trimmen

Apparaat uit de buurt houden van kwetsbare
planten.
Laag trimmen
Houd de maaikop licht naar voren gebogen,
zodat de maaidraad het gras vlak boven de
grond trimt.
Werk bij het trimmen altijd van uw lichaam af.
Trimmen langs hekken en voetstukken
Beweeg het apparaat voorzichtig en lang-
zaam, zodat de maaidraad geen massieve
obstakels raakt.
51

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents