Honda GCV145H Owner's Manual page 58

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
3RZ9S8000.book 5 ページ 2019年9月3日 火曜日 午後4時17分
brandstof met een hoger percentage ethanol of methanol dan hierboven
is aangegeven.
Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve
stof.
U kunt brandwonden of ernstig letsel oplopen in de
omgang met brandstof.
• Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u met
benzine omgaat.
• Houd warmte, vonken en vlammen uit de buurt.
• Vul de tank uitsluitend buiten.
• Blijf op afstand van uw voertuig.
• Verwijder gemorste brandstof onmiddellijk.
Brandstof kan verf of bepaalde soorten plastic beschadigen. Zorg ervoor dat
u geen brandstof morst bij het vullen van de brandstoftank. Schade die door
gemorste brandstof veroorzaakt wordt, valt niet onder de garantie.
Gebruik nooit oude of vervuilde benzine of benzine waaraan olie is
toegevoegd. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank
terechtkomt.
Raadpleeg voor het bijvullen met brandstof de instructies meegeleverd
met de door deze motor aangedreven apparatuur.
1. Zet de motor af en plaats hem op een horizontaal oppervlak,
verwijder de brandstoftankdop en controleer het brandstofniveau.
Vul de tank bij als het brandstofniveau laag staat.
2. Vul de brandstoftank bij tot het bovenste streepje. Veeg gemorste
brandstof weg voordat u de motor start.
3. Vul zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen.
Doe niet te veel brandstof in de tank (er mag geen brandstof in de
vulhals staan). Eventueel moet u het brandstofniveau iets verlagen,
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Breng na het bijvullen
de tankdop aan en zet deze stevig vast.
Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues, elektrische
huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz.
Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar
veroorzaakt ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct
weg.
MOTOROLIE
Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
Aanbevolen olie
Zie Figuur 9, pagina A-3.
Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet aan de eisen voor API-classificatie SE
of hogere klasse (of gelijkwaardig). Controleer altijd het API-servicelabel
op de olieverpakking om te zien of de aanduidingen SE of hogere klasse
(of gelijkwaardig) vermeld staan.
Specificaties van smeerolie die nodig zijn om de prestaties van het
emissieregelingssysteem te handhaven: originele olie van Honda.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden.
Andere viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u
gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het
aangeduide bereik ligt.
Controle olieniveau
Zie Figuur 8, pagina A-3.
1. Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
2. De oliepeilstaaf in de olievulhals steken maar niet inschroeven.
3. Vul tot het hoogste peil van de oliepeilstok bij met de aanbevolen
olie indien het peil laag is.
5
4. Breng de olievuldop/peilstok aan.
De motor laten draaien met een laag olieniveau kan schade aan de motor
veroorzaken. Dit soort schade valt niet onder de garantie.
Olie verversen
Zie Figuur 8, pagina A-3 en figuur 10, pagina A-3.
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is.Warme olie stroomt
snel en gemakkelijk uit de motor.
1. Zet de brandstofkraanhendel in de stand UIT.
Zie Figuur 1, pagina A-2.
2. Verwijder de olievuldop en tap de olie in een geschikte container af
door de motor naar de kant van de olievulnek te kantelen.
3. Vul met de aanbevolen olie bij en controleer het oliepeil.
Als de motor draait met een te laag oliepeil, kan er motorschade
ontstaan. Dit soort schade valt niet onder de garantie.
Capaciteit motorolie:
4. Breng de olievuldop/peilstok stevig aan.
Was uw handen met water en zeep nadat u met afgewerkte olie in
aanraking bent gekomen.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt.We raden aan om deze voor verdere verwerking in een
afgesloten verpakking af te leveren bij een lokaal inzamelstation. Gooi de
olie niet weg bij het huisvuil en giet deze niet op de grond of in het riool.
LUCHTFILTER
Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in een erg stoffige
omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker dan staat aangegeven
in het ONDERHOUDSSCHEMA (zie pagina 4).
De motor laten draaien zonder een luchtfilter, of met een beschadigde
luchtfilter, zal ervoor zorgen dat vuil de motor binnenkomt, wat snelle
slijtage van de motor veroorzaakt. Dit soort schade valt niet onder de
garantie.
Inspectie
Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer het luchtfilterelement.
Reinig of vervang een vervuild luchtfilterelement. Vervang een
beschadigd luchtfilterelement altijd.
Reinigen
Zie Figuur 12, pagina A-4.
1. Verwijder het luchtfilterdeksel door de twee bovenste lippen boven
op het luchtfilterdeksel en de twee onderste lippen los te haken.
2. Verwijder het element. Controleer het element zorgvuldig op gaten
of scheuren en vervang als er beschadigingen zijn.
3. Het element meerdere malen tegen een hard oppervlak kloppen om
overtollig vuil te verwijderen, of perslucht bij 29 psi (200 kPa) van
binnen naar buiten door de filter blazen.
Nooit proberen de filter af te borstelen, omdat anders het vuil in de
vezels gedrukt wordt. Als het element te sterk vervuild is, dit
vervangen.
4. Veeg met een vochtige doek vuil weg aan de binnenkant van het
luchtfilterhuis en het filterdeksel.Wees voorzichtig en voorkom dat
vuil vanuit de luchtbuis in de carburateur dringt.
5. Breng het element en het luchtfilterdeksel aan.
NEDERLANDS
0,40 L

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Gcv170hGcv200hGcv145Gcv170Gcv200

Table of Contents