Chamberlain Garos CS 300 Operating Instructions Manual page 92

Gate controls
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 26
.
Functieoverzichten
E.
Storingsmeldingen
MOD
Benaming
MOD 5
Storingsmelding
MOD 17
SKS geactiveerd
F.
Functies voor het externe toebehoor
MOD
Benaming
MOD 13
Magneetslotfunctie
MOD 20
Activering overdrachtsysteem Opto
MOD 21
Test van de intrekbeveiliging
MOD 22
Test van de externe veiligheidsinrichtingen
MOD 24
Condensatorschakeling
MOD 25
Tuinlichtfunctie
MOD 26
Activering overdrachtsysteem RADIO
MOD 28
Relais UIT
0 – Deurbesturing CS 300 / Rev. 5.5
Opmerkingen
Het relais sluit het contact wanneer er een stopbevel of een fout is. Alle fouten van
hoofdstuk 10 leiden tot de activering van het relais.
Het relais opent het contact wanneer de veiligheidscontactlijst wordt ingedrukt.
Een fout van de veiligheidscontactlijst of een mislukte test wordt weergegeven via
MOD5.
Opmerkingen
In de eindstand DICHT is het relais geopend. Indien een OPEN-bevel gegeven wordt,
sluit het relais en blijft zolang gesloten tot de eindstand DICHT opnieuw bereikt
wordt. Wordt een vertragingstijd voor het openen van het magneetslot benodigd
dan moet deze tijd via de parameters VERTR.OPEN en voorafgaande waarschuwing
verwezenlijkt worden.
Voor elk AF-bevel wordt het overdrachtsysteem Opto geactiveerd en blijft voor de
duur van de sluiting actief.
Door de activering gebeurt een met ca. 0,5 seconde vertraagde daling.
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindstand DICHT bereikt wordt, en
verwacht als reactie op het testsignaal een activering van de stopketen.
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindstand OPEN en verwacht als
reactie op het testsignaal een activering van de schakellijstingang.
Bij elk rijdbevel wordt het relais ongeveer 1 seconde lang gesloten. Met behulp
van dit relais wordt een voor wisselstroomtoepassingen benodigde bijkomende
startcondensator bijgeschakeld, om een zekere aanloop van de motor te garanderen.
Bij elk OP-bevel wordt het relais 2 minuten lang gesloten en kan zo gebruikt worden
voor de aansturing van een verlichting.
Voor elk AF-bevel wordt het overdrachtsysteem radio met een impuls geactiveerd.
De duur van de activering moet op het overdrachtsysteem ingesteld worden.
Door deze activering vindt een daling met een vertraging van ca. 0,5 seconde.
Het relais is altijd geopend.

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents