Stiga SBL 260 H Operator's Manual page 70

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 19
4
NL
ligheid van de bediener en derden.
Elk ander doel waarvoor de machine wordt gebruikt kan
gevaarlijk zijn en zou de machine kunnen beschadigen.
3) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door
kinderen of door personen die niet vertrouwd zijn met
deze aanwijzingen. De leeftijd van de gebruiker kan lan-
delijk gereglementeerd zijn.
4) Gebruik de machine in geen geval:
– indien de gebruiker moe is, zich niet fit voelt of
geneesmiddelen, drugs, alcohol of schadelijke stof-
fen ingenomen heeft die zijn reactievermogen en
aandacht kunnen verminderen.
5) Indien men de machine aan derden wil geven of le-
nen, moet men zich ervan verzekeren dat de gebruiker
de gebruiksaanwijzingen in dit handboek doorneemt.
6) Denk eraan dat de persoon die de machine bedient
of de gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en on-
voorziene gebeurtenissen die personen of hun eigen-
dommen kunnen overkomen.
B) VÓÓR HET GEBRUIK
1) Tijdens het werken moet gepaste kledij gedragen
worden die de gebruiker niet hindert in zijn bewegingen.
– Gebruik aanpassende beschermende kledij, trilling-
dempende handschoenen, beschermende bril, anti-
stofmaskers, gehoorbeschermers en anti-snij schoe-
nen met anti-slipzool.
– Draag geen sjaals, hemden, kettingen of andere han-
gende of brede accessoires die in de machine ver-
klemd kunnen geraken.
– Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden.
2) LET OP: GEVAAR! Benzine is bijzonder brand-
baar.
– bewaar de brandstof in gepaste recipiënten die ge-
schikt zijn voor dit gebruik;
– rook niet wanneer de brandstof gehanteerd wordt;
– open de dop van het reservoir langzaam om de inter-
ne druk geleidelijk aan af te laten;
– vul benzine alleen bij in de open lucht en gebruik
hiervoor een trechter;
– giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aan-
zet: als de motor aanstaat of warm is mag u geen
brandstof toevoegen of de dop van de tank afdraai-
en;
– als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet star-
ten maar dient u de machine uit de buurt van de plek
waar u de benzine gemorst hebt te brengen en voor-
komen dat er brand ontstaat. U dient te wachten tot-
dat de brandstof verdampt is en de benzinedampen
opgelost zijn;
– reinig onmiddellijk elk spoor van benzine gemorst op
de machine of op de grond;
– start de machine niet op de plaats waar de brandstof
bijgevuld werd;
– vermijd dat de brandstof in contact komt met de kle-
dij en, mocht dit toch gebeuren, trek dan andere kle-
dij aan vooraleer de motor te starten;
– draai de dop altijd weer goed op de tank van de ma-
chine en het benzinereservoir.
3) Vervang defecte of beschadigde geluidsdempers.
4) Ga vóór het gebruik over op een nauwgezette con-
trole van de werkzaamheid van de machine, en in het
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
bijzonder:
– de versnellingshendel moet vrij kunnen bewegen,
zonder geforceerd te worden, en bij het loslaten moet
deze automatisch en snel terug in de neutrale stand
komen;
– de stopschakelaar van de motor moet makkelijk van
de ene stand in de andere gebracht kunnen worden;
– de elektrische kabels en in het bijzonder de kabel van
de bougie moeten onbeschadigd zijn om te voorko-
men dat vonken ontstaan; de kap moet correct op de
bougie gemonteerd zijn;
– de handgrepen en beschermingen van de machine
moeten schoon, droog, en stevig bevestigd zijn op
de machine;
– de beschermingen mogen geenszins beschadigd
zijn;
– de rotor mag niet beschadigd zijn.
– de opvangzak mag niet beschadigd zijn.
5) Controleer grondig heel de werkzone en verwijder
met de hand al wat door de machine weggeschoten
zou kunnen worden (bij gebruik als blazer) of wat de
zuigbuis zou kunnen verklemmen (bij gebruik als zuiger)
of wat oorzaak van gevaar zou kunnen zijn (stenen, tak-
ken, ijzerdraden, beenderen, enz.).
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Start de motor niet in gesloten ruimten waar zich ge-
vaarlijke koolstofmonoxide kan ontwikkelen.
2) Monteer geen apparaten of toebehoren op de
machine die niet voorzien en gehomologeerd werden
door de fabrikant.
3) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
4) Gebruik de machine in geen geval:
– zonder alle toebehoren gemonteerd te hebben die
voor ieder gebruik voorzien zijn (blazen of zuigen);
– als er personen, in het bijzonder kinderen of dieren in
de buurt zijn;
– in gesloten omgevingen, bij aanwezigheid van uitwa-
semingen, in ontplofbare omgevingen of nabij ont-
vlambare materialen of elektrische apparaten.
5) Blijf stil en stabiel staan:
– vermijd zoveel mogelijk te werken op een natte of
glibberige grond, of in ieder geval op te oneffen of
steile terreinen die de stabiliteit van de gebruiken tij-
dens het werken niet kunnen garanderen;
– loop niet maar ga normaal en let op oneffenheden
van het terrein en de aanwezigheid van eventuele
hindernissen.
– beoordeel de mogelijke risico's verbonden met het te
bewerken terrein en tref alle noodzakelijke voor-
zorgsmaatregelen om borg te staan voor de eigen
veiligheid, vooral op hellingen, oneffen, glibberige of
mobiele terreinen.
6) Start de motor terwijl de machine stevig vastgehou-
den wordt:
– start de motor op een afstand van minstens 3 meter
van de plaats waar de brandstof bijgevuld werd;
– zorg ervoor dan de andere personen zich op een
afstand van minstens 15 meter uit de draagwijdte van
de machine bevinden;
– richt de geluidsdemper en dus de uitlaatgassen nooit
naar ontvlambare materialen.

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents