Kärcher B 95 RS Instruction Manual page 58

Door knipperen van de accuaanduidingen
worden de volgende storingen aangege-
ven. Het aantal knipperende segmenten
toont de aard van de storingen.
Knipperende seg- Storing
menten
1 Accu ontladen of accukabel beschadigd.
2 Kabel naar de tractiemotor onderbroken.
3 Kabel naar de borstelaandrijving onderbroken.
4 Storing toebehoren.
5 Kabel naar de zuigturbine onderbroken.
6 Bediening gestoord.
7 Storing gaspedaal.
8 Bediening gestoord.
9 Storing handrem.
10 Accuspanning te hoog.
Storing
Apparaat wil niet starten.
Apparaat rijdt niet of lang-
zaam
Apparaat remt niet
Geen of onvoldoende zuigca-
paciteit
Onvoldoende reinigingsresul-
taat
Borstels draaien niet
Geen of te lage dosering van
de reinigingsoplossing
Reinigingskop blijft niet neer-
gelaten.
58
Storingen met weergave
Oplossing
Accustekker in het apparaat steken.
Nood-stop-knop door draaien ontgrendelen.
Accukabel controleren op correcte positie.
Accukabel controleren op corrosie, indien nodig reinigen.
Batterijcapaciteit uitgeput, batterij opladen.
Hoofdzekering controleren, indien nodig vervangen.
Gaspedaal loslaten, sleutelschakelaar op "0" draaien, sleutelschakelaar op "1"
draaien, drukken, gaspedaal hanteren.
Besturing oververhit, apparaat uitschakelen en gedurende 15 minuten laten afkoelen. Bediener
Voorwiel heeft geen greep door te hoge borstelaandrukkracht, borstelaandrukkracht
verlagen.
Parkeerrem gedeactiveerd, voor het activeren de ontgrendelhefboom naar boven duwen.
Vuilwaterreservoir leegmaken.
Schuimvorming in vuilwatertank? Minder of ander reinigingsmiddel gebruiken. Ont-
schuimer gebruiken.
Instelling van de zuigbalk controleren.
Afdichting tussen vuilwaterreservoir en deksel reinigen en op dichtheid controleren, in-
dien nodig vervangen.
Zuiglippen aan de zuigbalk reinigen, indien nodig omdraaien of vervangen.
Zuigslang op verstopping controleren, indien nodig reinigen.
Verbinding tussen zuigslang en zuigbalk en zuigslang en deksel van de vuilwatertank
controleren.
Zuigslang op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.
Controleren of het deksel aan de aftapslang voor het vuile water gesloten is.
Instelling van de zuigbalk controleren.
Vlotter in de vuilwatertank reinigen.
Intensiever reinigingsprogramma kiezen.
Borstels op slijtage controleren, indien nodig vervangen.
Borstels controleren op vervuiling, reinigen.
Controleren of reinigingsmiddel en borstels geschikt zijn voor de reinigingsopdracht.
Zekering borstelaandrijving resetten.
Borstels controleren op blokkering door vreemde voorwerpen, vreemde voorwerpen
verwijderen.
Peil van de reinigingsoplossing in de schoonwatertank controleren, indien nodig navullen.
Afsluiter verswater openen.
Lucht in de pomp voor reinigingsoplossing, pomp ontluchten (zie "Storingen opheffen").
Intensiever reinigingsprogramma kiezen.
Zeef schoon water en filter schoon water controleren, indien nodig reinigen.
Borstels monteren.
Oplossing
Accukabel controleren, accu laden.
Klantendienst contacteren.
Toestand accu controleren.
Storingen
NL 9
-
Door wie
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener
Bediener