Ryobi ONE+ CLT1830P User Manual page 68

F F GB GB D D E E I I
motor op een hogere snelheid begint te draaien dan
normaal. Het draad zal op die manier altijd op optimale
wijze worden verbruikt en op een geschikte lengte
worden gehouden om goed te worden afgewikkeld.
GEBRUIKSTIPS
Maak de plaats waar u de grastrimmer gaat gebruiken
■
eerst vrij van obstakels. Verwijder stenen, glas,
spijkers, draad, touw en eventuele andere voorwerpen
die zouden kunnen worden weggeslingerd of in de
draadkop kunnen worden meegenomen.
Houd de grastrimmer schuin naar de te maaien plek
■
gericht. Duw de grastrimmer niet diep in het gras.
Maak langzame heen en weer bewegingen in het
■
maaigebied.
Alleen met het uiteinde van het draad wordt
■
gemaaid: duw de draadkop dus niet diep in het
hoge gras.
Maai hoog gras van boven naar beneden om te
■
voorkomen dat het gras zich om de draadkop wikkelt,
wat oververhitting van de motor zou kunnen
veroorzaken. Als er zich lange grassprieten of andere
afvalstoffen om de draadkop wikkelen, STOPT U DE
MOTOR door de drukschakelaar los te laten en wacht u
tot de draadkop van de grastrimmer tot stilstand komt.
Trek het accupak eruit en verwijder het gras of het vuil.
Door aanraking met prikkeldraad, omheiningen,
■
muren, trottoirbanden of hout verslijt de draad sneller
en kan zelfs breken. Zorg dat u geen bomen en
heesters aanraakt. Boomschors, houten lijsten,
beschietingen en schuttingpaaltjes kunnen door de
maaidraad worden beschadigd.
Houd de grastrimmer schuin naar de te maaien
■
plek gericht. Houd de grastrimmer onder een hoek
van 30° om het gras rondom bomen, paaltjes,
omheiningen, enz. te maaien. Zie afbeelding 11.
GEBRUIK VAN DE GRASTRIMMER ALS
GRASKANTENSNIJDER (RECHTOP TRIMMEN)
Als u het apparaat wilt gebruiken om rechtop een
■
graskant te trimmen, trekt u aan de ring (afb. 1-L) en
draait u het motorblok (afb. 1-E) een halve slag
(180°). Laat daarna de ring (afb. 1-L) los die zich dan
automatisch in de graskantensnijderstand plaatst.
Zet het graskantensnijder-accessoire (afb. 1-M)
■
omlaag voor het rechtop trimmen.
Til de grastrimmer met twee handen een beetje op en
■
klap deze daarna in de graskantensnijderstand.
NL NL
P P S S DK DK N N FIN GR HU FIN GR HU CZ RU CZ RU
Nederlands
ONDERHOUD EN REPARATIES
WAARSCHUWING
Gebruik bij vervanging uitsluitend originele
reserveonderdelen. Het gebruik van andere
onderdelen kan gevaar opleveren of het product
beschadigen. Gebruik geen oplosmiddelen om
de kunststof onderdelen te reinigen. De meeste
kunststoffen lopen het risico te worden
beschadigd door de in de handel zijnde
oplosmiddelen. Gebruik een schone doek om
vuil, stof, olie, vet e.d. te verwijderen.
LET OP
De kunststof onderdelen mogen nooit in aanraking
komen met remvloeistof, benzine, petroleum-
producten, kruipolie, enz. Deze chemicaliën
bevatten namelijk stoffen die kunststof kunnen
beschadigen, verzwakken of aantasten.
MAAIDRAAD VERVANGEN
U kunt het maaidraad vervangen door een stuk nieuw
draad op de bestaande spoel te wikkelen of door een
nieuwe spoel te installeren.
EEN BESTAANDE SPOEL GEBRUIKEN
Zie afbeelding 12.
Trek het accupak uit de grastrimmer.
■
Duw op de lippen aan weerszijden van de
■
beschermkap van de spoel.
Verwijder de beschermkap van de spoel en daarna
■
ook de spoel zelf. Verwijder het overgebleven draad
op de spoel.
Opmerking: Als de veer uit de houder van de spoel
is gevallen, dient u deze veer eerst terug te plaatsen
voordat u de spoel en de beschermkap weer
opnieuw installeert.
Controleer of de draadkop en ander delen op
■
beschadigingen en reinig alles grondig.
Neem een nieuw stuk draad van ongeveer 3 m en
■
steek het uiteinde van het draad in de gleuf van
de spoel. Zorg ervoor dat het uiteinde door de
binnenkant van de gleuf loopt.
Opmerking: Laat niet meer dan 3 mm draad uit de
gleuf steken.
Wikkel het draad regelmatig en strak op de spoel.
■
Het draad moet in de richting worden gewikkeld die
door de pijl op de spoel is aangegeven.
Laat ongeveer 10 cm draad buiten uitsteken.
■
Trek hard aan het draad en de spoel om te
voorkomen dat het zich vanzelf afwikkelt en doe
daarna de beschermkap op de spoel.
Houd de beschermkap en de spoel vast aan de knop
■
van de draadtoevoer, plaats het geheel in de
spoelhouder en voer daarna het maaidraad door de
opening in de houder van de draadspoel.
Opmerking: de lippen van de beschermkap van de
spoel moeten uitgelijnd zijn met de gleuven van de
62
RO PL SLO HR TR EST LT RO PL SLO HR TR EST LT LV LV SK BG SK BG