Download Print this page

DeWalt DWE5615 Original Instructions Manual page 73

Hide thumbs Also See for DWE5615:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 27
met de hand moet terugtrekken (zoals dat moet bij het begin
van insteekzagen), doe dat dan altijd met de terugtrekhendel.

WAARSCHUWING: Let er bij het zagen van dunne stroken
vooral goed op dat de kleine afgezaagde delen niet binnen
de onderste beschermkap terechtkomen.
Overlangszagen (Afb N)
Overlangs afkorten is het proces van het in smalle stroken zagen
van breed plaatmateriaal – zagen in de richting van de nerf. Het
met de hand geleiden van het gereedschap is bij deze manier
van zagen moeilijker en daarom wordt u geadviseerd een
D
WALT langsgeleiding te gebruiken.
e
Invalzagen (Afb. P)

WAARSCHUWING: Zet de onderste
zaagbladbeschermkap nooit vast in een opgehaalde
stand. Verplaats de zaag nooit naar achteren bij het
invalzagen. Hierdoor kan de zaag zich omhoog werken uit
het werkoppervlak en dat kan leiden tot letsel.
Een insteekzaagsnede is een zaagsnede die wordt gemaakt in
een vloer, wand of een ander vlak oppervlak.
1. Stel de zaagvoet van de zaag zo af dat het zaagblad op de
gewenste diepte zaagt.
2. Kantel de zaag naar voren en laat de voorzijde van de zool
op het te zagen materiaal rusten.
3. Trek met de terugtrekhendel van de onderste beschermkap
de onderste beschermkap omhoog. Laat de achterzijde van
de zaagschoen zakken tot de tanden van het zaagblad bijna
de zaaglijn raken.
4. Laat de onderste zaagbladbeschermkap los (door het
contact met het werk kan de kap vrij opengaan wanneer u
de zaagsnede begint). Neem uw hand van de hendel van
de onderste beschermkap en pak de hulphandgreep 
stevig vast, zoals in Afbeelding P wordt getoond. Plaats
uw lichaam en arm zo dat u weerstand kunt geven aan
terugslag, als deze zich voordoet.
5. Controleer dat het zaagblad niet contact maakt met het
zaagoppervlak voor u de zaag start.
6. Start de motor en laat de zaag geleidelijk zakken tot de
zaagvoet vlak op het te zagen materiaal rust. Breng de zaag
naar voren langs de zaaglijn tot de zaagsnede is voltooid.
7. Laat de aan/uit‑schakelaar los en trek het zaagblad pas uit
het materiaal wanneer het geheel tot stilstand is gekomen.
8. Ga aan het begin van iedere nieuwe zaagsnede steeds weer
te werk zoals hierboven wordt vermeld.
Stofafzuiging (Afb. S)

WAARSCHUWING: Risico van het inademen van
stof. Beperk het risico van persoonlijk letsel, draag ALTIJD
een goedgekeurd stofmasker.
Er wordt een stofafzuigpoort 
uw gereedschap.
Met de stofafzuigpoort kunt u het gereedschap op een externe
stofzuiger aansluiten met behulp van het AirLock™‑systeem
(DWV9000‑XJ) of een standaard 35mm‑ voor een stofzuiger.
meegeleverd bij
 21 

WAARSCHUWING: Gebruik ALTIJD stofafzuiging die
ontworpen is in overeenstemming met de van toepassing
zijnde richtlijnen voor stofemissie bij het zagen van
hout. Slangen van de meeste gewone stofzuigers passen
rechtstreeks in de poort voor stofafzuiging.
ONDERHOUD
Uw gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een lange
tijdsperiode te functioneren met een minimum aan onderhoud. Het
continu naar bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.

WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening,
voordat u enige aanpassing maakt of hulpstukken
of accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
C
Smering
Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende
smering nodig.
Reiniging

WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof door middel van
droge lucht uit de hoofdbehuizing, zo vaak u ziet dat vuil
zich in en rond de ventilatieopeningen verzamelt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd
stofmasker wanneer u deze procedure uitvoert.
 4 

WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of
andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van
niet- metalen onderdelen van het gereedschap. Deze
chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen
worden gebruikt, week maken. Gebruik een doek die
alleen met water en een milde zeepoplossing vochtig is
gemaakt. Laat nooit vloeistof in het gereedschap komen;
dompel nooit een onderdeel van het gereedschap onder
in een vloeistof.
Onderste beschermkap
De onderste beschermkap moet altijd vrij kunnen draaien
en sluiten uit een geheel open of geheel gesloten positie.
Controleer altijd of de beschermkap goed werkt door de kap
voorafgaand aan zaagwerkzaamheden geheel te openen en
los te laten. Als de beschermkap langzaam sluit of niet geheel
sluit, moet de kap worden schoongemaakt of worden nagezien.
Gebruik de zaag pas weer als de beschermkap goed werkt. Maak
de beschermkap schoon met droge lucht of een zachte borstel
en verwijder alle opgehoopte zaagsel en vuil uit het pad van de
beschermkap en rond de veer van de beschermkap. Als hiermee
het probleem niet is verholpen, moet het gereedschap worden
nagezien door een erkend servicecentrum.
nEDERLanDs
71

Advertisement

loading