NORAUTO 2274267-NO0532-Z303 Safety Information Manual page 31

Child restraint system
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 66
9.
Trek eerst de gordel uit het oprolmechanisme. De schoudergordel door dezelfde kant
als gordelgeleider 1, de heupgordel door dezelfde kant als gordelgeleider 3. Trek daarna
de schoudergordel en heupgordel samen langs de andere kant door gordelgeleider 3.
10.
Om het kind vast te maken met de veiligheidsgordel moet de veiligheidsgordel van het
voertuig over de twee onderste gordelgeleiders lopen met de gesp aan de buitenkant
van het kinderzitje.
11.
Plaats het schoudergedeelte in de bovenste gordelgeleider zodat de gordel goed over
het kind ligt: op het sleutelbeen, binnenkant (A) naar de schouder (B).
12.
Maak de veiligheidsgordel vast. U hoort een KLIK! Trek de veiligheidsgordel strak om te
controleren of deze niet gedraaid zit.
13.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit en trek de gordel strak aan zodat
deze overal plat, glad en strak langs het kind loopt.
PAS OP: Het schoudergedeelte van de veiligheidsgordel moet diagonaal naar achter lopen.
U kunt de loop van de gordel aanpassen met de verstelbare gordeldeflector van uw voertuig
aan beide zijden.
WAARSCHUWING: Het kinderzitje is niet correct geïnstalleerd als kinderbeveiligingssysteem
als de heup- en schoudergedeeltes van de veiligheidsgordel niet op de juiste plaats zitten.
WAARSCHUWING: Controleer voor elk gebruik of het kinderzitje goed is bevestigd.
HET KIND BEVESTIGEN
WAARSCHUWING: Als uw kind niet correct is bevestigd in het kinderzitje kan het tijdens een
botsing door het voertuig worden geslingerd, wat kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
1.
(Voor groep I):
Spreid de riemen van de vijfpuntsgordel open.
2.
Plaats uw kind in een zittende positie op het kinderzitje.
3.
Het kind moet plat op het kinderzitje zitten met de rug tegen de rugleuning, zonder dat
er ruimte is achter het kind. Laat uw kind niet naar voor hangen.
4.
(Voor groep I):
Steek de armen van het kind voorzichtig door de lussen van de
vijfpuntsgordel.
Sluit de gespsluitingen. Controleer of de schouderriemen op de juiste
hoogte zitten. De riemen moeten goed vastzitten en mogen niet gedraaid zitten!
5.
(Voor groepen II, III):
het heupgedeelte van de veiligheidsgordel onder de armleuningen naar het gordelslot.
Steek de driepuntsgordel in het gordelslot tot u een klik hoort.
• Een kinderzitje zorgt ervoor dat de veiligheidsgordel langs de sterke botten van de
heupen en het bekken van uw kind loopt, en niet over de buik, om uw kind tegen letsel te
beschermen.
• Het schoudergedeelte van de veiligheidsgordel moet over de borst en het sleutelbeen
worden geplaatst, tussen de hals en de schouder van uw kind, zodat deze de hals niet
raakt.
VERZORGING, REINIGING EN ONDERHOUD, BEWARING
• WAARSCHUWING: Het is gevaarlijk om dit product te wijzigen of er zaken aan toe te
voegen zonder de goedkeuring van de typegoedkeuringsinstantie. Het is ook gevaarlijk
om de montage-instructies van de fabrikant van het kinderzitje niet op te volgen.
• WAARSCHUWING: Probeer het kinderzitje niet verder te demonteren dan volgens deze
instructies is toegestaan.
• WAARSCHUWING: Alle kinderzitjes hebben een vervaldatum. Plastic en metalen
onderdelen verslijten na verloop van tijd. Neem contact op met de fabrikant als u niet
zeker weet wanneer uw kinderzitje vervalt.
• Als het kinderzitje niet is uitgerust met een stoffen stoelhoes dan moet het uit de buurt
van zonlicht worden bewaard, anders kan het te warm worden voor de huid van het
Trek aan de veiligheidsgordel. Trek aan de veiligheidsgordel. Leid
NL
29

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents